In een ‘persoonlijke verklaring’ reageert ze op het rapport van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit, die een onderzoek startte nadat drie klokkenluiders en de wetenschappelijk directeur van de opleiding klachten hadden ingediend.
Volgens dat rapport heeft Colzato de wetenschappelijke integriteit geschonden. Twee van haar wetenschappelijke artikelen zijn inmiddels teruggetrokken, er volgt aanvullend onderzoek naar al haar andere publicaties. De psycholoog is inmiddels uit Leiden vertrokken en werkt als hoogleraar in Duitsland.
‘Ik meen dat ik ten onrechte ten onrechte (ook in de pers) word weggezet als zijnde een intimiderend persoon die een schrikbewind voerde en structureel de regels aan haar laars lapte’, schrijft ze. ‘Niets is minder waar. Ik vind goede onderzoekspraktijken en wetenschappelijke integriteit juist erg belangrijk en ik heb in mijn carrière altijd getracht dienovereenkomstig te handelen.’
Bovendien is er volgens haar ‘op geen enkele wijze sprake geweest van een gedegen onderzoek of een eerlijk proces’.
Colzato vindt het kwalijk dat ze van de commissie niet op de beschuldigingen van de klokkenluiders mocht reageren en trekt hun verklaringen – onder meer over het illegaal afnemen van bloed - in twijfel. ‘Ik meen ook dat ik als zondebok word gebruikt om de fouten van anderen te verhullen.’
Daarom kondigt ze aan een second opinion te zullen aanvragen. ‘Ik ben erg emotioneel en ontdaan over hoe de CWI, de Universiteit, oud-collega's en de pers mij karakteriseren. Ik herken mij daar totaal niet in.’
Lees haar volledige verklaring hieronder:
Door middel van dit bericht wil ik een persoonlijke verklaring afleggen in verband met het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (hierna: CWI) d.d. 11 november 2019 - welk advies op 28 november 2019 door het College van Bestuur van de Universiteit Leiden (hierna: CvB) integraal is overgenomen - waarin wordt geoordeeld dat ik mij schuldig zou hebben gemaakt aan vier schendingen van de wetenschappelijke integriteit.
In de eerste plaats wil ik benadrukken dat ik mij niet kan verenigen met het advies van de CWI, het daaropvolgende besluit van het CvB en het besluitvormingsproces in deze zaak. Ik meen dat ik ten onrechte (ook in de pers) word weggezet als zijnde een intimiderend persoon die een schrikbewind voerde en structureel de regels aan haar laars lapte. Niets is minder waar. Ik vind goede onderzoekspraktijken en wetenschappelijke integriteit juist erg belangrijk en ik heb in mijn carrière altijd getracht dienovereenkomstig te handelen.
Ik meen dat de CWI een oordeel heeft geveld op basis van onjuiste en/of onvolledige informatie mede veroorzaakt door het eigen handelen van de CWI door het (basis)recht van hoor en wederhoor serieus te schenden. Mijns inziens is er op geen enkele wijze sprake geweest van een gedegen onderzoek of een eerlijk proces. Een goed voorbeeld hiervan is dat de CWI heeft geweigerd inzichtelijk te maken wie, welke klachten tegen mij heeft ingediend. Dit werd afgedaan met de mededeling vanuit de CWI dat ik dat zelf wel zou kunnen herleiden aan de hand van de klachtonderdelen.
Een tweede voorbeeld hiervan - en wat mij betreft het meest kwalijke - is dat ik niet op de verklaringen van de klagers heb mogen reageren. Klagers en ik zijn niet in elkaars aanwezigheid gehoord. Ik heb enkel een samenvatting van het verhandelde tijdens die hoorzittingen ontvangen, maar daar mocht ik vervolgens van de CWI niet op reageren. Hier heb ik bij herhaling bezwaar tegen gemaakt omdat die verklaringen onjuistheden bevatten en/of omdat bepaalde situaties genuanceerder zijn of door klagers in een onjuist daglicht worden geplaats. Het is onbegrijpelijk dat de CWI zonder tegenspraak afgaat op hetgeen klagers en getuigen verklaren. Temeer nu enkele verwijten die mij worden gemaakt klagers kunnen worden verweten. Van een eerlijk proces is geen enkele sprake. De CWI gaat daarmee volledig aan de doelstelling van waarheidsvinding voorbij. Ik meen ook dat ik als zondebok word gebruikt om de fouten van anderen te verhullen. De klagers zullen thans waarschijnlijk (rechts)bescherming onder de klokkenluidersregeling genieten waardoor hun handelen is vrijgespeeld van consequenties.
Nu blijkt uit het advies ook dat de CWI nader onderzoek heeft verricht en nog vijf andere personen heeft gehoord. De inhoud van dat onderzoek en de gesprekken met die vijf personen is mij onbekend. Hier heb ik wederom niet op kunnen reageren.
Ik ben eerst op 28 november jl. in kennis gesteld van de inhoud van het (aanvankelijke) besluit van het CvB en het advies van de CWI. Gezien de onjuistheden, de procedurele misstappen en de enorme consequenties voor mij heb ik het CvB gevraagd om te wachten met de publicatie van het besluit totdat een second opinion of een oordeel van de rechter zou kunnen worden gevraagd. Het onderzoek loopt immers al sinds februari 2019, zodat niet valt in te zien waarom publicatie en het informeren van andere partijen binnen 24 uur noodzakelijk zou zijn. Temeer aangezien de inhoud van het advies/besluit buitengewoon schadelijk voor mij is. Ook dit verzoek is geweigerd.
Hoewel het niet mijn intentie is om in de pers verweer te voeren - dat ga ik via een second opinion doen - voel ik mij wel genoodzaakt om op enkele verwijten te reageren omdat het advies van de CWI uitgebreid in de pers aan de orde is gekomen en klagers zich ook tot de pers wenden en onjuiste/onvolledige informatie verspreiden.
Ten aanzien van het afnemen van bloed zonder de vereiste toestemming wil ik benadrukken dat ik geen bloed bij personen heb afgenomen. Dat is één van de klaagsters geweest (die nu ten onrechte stelt daar niets mee te maken te hebben). Diezelfde klaagster is tevens de "first and corresponding author" van dat onderzoeksvoorstel en van één van de artikelen die nu wordt ingetrokken. Het is schrijnend dat dit mij wordt aangerekend terwijl degene die daadwerkelijk bloed bij personen heeft afgenomen en de “first and corresponding author” van dat onderzoek is geweest volledig wordt ontzien door de Universiteit en zich ten onrechte achter de klokkenluidersregeling schuilt.
Daarnaast wil ik benadrukken dat er geen sprake is geweest van fabricage van data, zoals ten onrechte in de pers wordt gesteld. Zo luidt de conclusie van de CWI ook niet. Die heeft geoordeeld dat er sprake is geweest van data selectie wat niet hetzelfde is als data fabricatie.
De verwijten die mij nu worden gemaakt zijn bovendien al geruime tijd bij de Universiteit bekend en betreffen incidenten van jaren geleden. Er wordt nu gedaan of recent een en ander aan het licht is gekomen, maar dat is onjuist. Zo is de kwestie rondom het afnemen van bloed (door één van de klaagster) bijvoorbeeld al sinds 2017 bij de Universiteit bekend en notabene door mijzelf naar voren gebracht. Toentertijd heeft de Universiteit niets gedaan met mijn mededelingen.
Ik ben erg emotioneel en ontdaan over hoe de CWI, de Universiteit, oud-collega's en de pers mij karakteriseren. Ik herken mij daar totaal niet in. De gehele (procedurele) gang van zaken is onvoorstelbaar en ik zal dan ook een second opinion vragen.
Lorenza Colzato, 13/12/2019