Nieuws
Psychologie op de schop om fraude eerder te herkennen
Om grootschalige wetenschapsfraude in de toekomst te voorkomen, voert het Instituut Psychologie veranderingen door. ‘In isolement is ruimte voor misbruik. Dat moeten we doorbreken.’
Vincent Bongers en Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 17 maart 2022
Beeld Silas.nl

De wetenschapsfraude van voormalig Leids psycholoog Lorenza Colzato heeft erin gehakt bij het Instituut Psychologie. Eind 2019 kwam aan het licht dat Colzato in twee publicaties had gefraudeerd, uit een vervolgonderzoek dat afgelopen november werd afgerond bleek dat ze in nog eens vijftien publicaties de fout in is gegaan.

Mede door deze casus zag het Instituut Psychologie ‘aanleiding om te bekijken wat we kunnen doen om dit soort casussen in de toekomst te voorkomen’, vertelt wetenschappelijk directeur Andrea Evers.

Volgens de hoogleraar gezondheidspsychologie zitten er ‘weeffouten’ in hoe de wetenschap is georganiseerd. ‘Die is veel te veel rondom een hoofdonderzoeker (die een onderzoeksgroep leidt, red.) georganiseerd, van wie jonge onderzoekers afhankelijk zijn en waardoor zij in een isolement terecht kunnen komen.’

'In isolement is ruimte voor misbruik'

Volgens Evers kan in zo’n situatie te gemakkelijk wetenschappelijk wangedrag ontstaan. Dat is ook gebeurd in de affaire Colzato. ‘In isolement is ruimte voor misbruik. Dat moeten we doorbreken.’

Dat probeert het instituut onder meer te bereiken door hoofdonderzoekers niet meer in hun eentje een onderzoeksgroep te laten leiden, zoals bij Colzato nog wel gebeurde. ‘De norm wordt dus dat er geen besluiten meer door één iemand kunnen worden genomen.’

Ook wordt van onderzoeksgroepen nu verwacht dat zij meer samenwerken met onderzoeksgroepen van andere afdelingen. Volgens Evers is dat de sleutel tot het voorkomen van machtsmisbruik en afhankelijkheid.

Coördinatie en monitoring

‘We vinden dat onze zes afdelingen te weinig van elkaar afweten. Daarom gaan we op alle zes een onderzoekscoördinator aanstellen. Zij gaan elkaar beter informeren over hoe ze omgaan met hun onderzoek. Die coördinatoren zijn hoogleraren of universitair (hoofd)docenten en worden verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid en datamanagement.’

Daarnaast worden de PhD-trajecten sinds een aantal jaar gemonitord ‘om promovendi te beschermen en hun isolement te doorbreken’, zegt Evers. ‘Zij krijgen nu allemaal een onafhankelijke begeleider met wie ze, los van hun promotor, minimaal een keer per jaar in gesprek gaan en aan wie ze rekenschap moeten afleggen. Dan komt het veel sneller aan het licht als er iets misgaat. In de tijd van Colzato deden we dit nog niet, maar we denken dat dit een hoop problemen had kunnen voorkomen.’

'Je wil dat misstanden in een zo vroeg mogelijk stadium worden herkend'

Evaluatiegesprekken met promovendi, die voorheen alleen samen met de promotor werden gevoerd, worden nu ook afgenomen met een derde partij erbij. ‘Je mag zelf kiezen wie’, zegt Evers. ‘Dat kan bijvoorbeeld het afdelingshoofd zijn, of een onderwijscoördinator.’ Het gebeurt nog niet op alle afdelingen, maar Evers wil het in het hele instituut doorvoeren.

Toch bestaat dan nog steeds de kans dat alle begeleiders aan dezelfde kant staan en hun positie tegenover promovendi alsnog kunnen misbruiken. ‘Om dat te ondervangen, hebben we nu dat monitoringsysteem’, aldus Evers.

Verder werkt het instituut sinds de Colzato-affaire met zogenoemde ‘publicatiepackages’. ‘Dat houdt in dat een onderzoeker die een artikel heeft gepubliceerd, de data en het analyseplan opslaat in het datasysteem van het instituut. Daardoor is nu alles controleerbaar.’

Herinrichting

Een veel recentere verandering is de uitbreiding en herinrichting van het instituutsbestuur.

‘Daar zijn we het afgelopen half jaar mee bezig geweest. We hebben nu niet meer alleen een onderwijsdirecteur, maar ook een onderzoeksdirecteur. En er is nu een vice-wetenschappelijk directeur die mij kan vervangen en met wie ik dingen samen kan doen.’
Het instituut krijgt daar geen extra financiering voor van het college, maar maakt tijdelijk gebruik van de reserves van het instituut.

‘We geloven heel erg in het brede bestuursmodel. We hebben nu meer overzicht en meer contact met de medewerkers. Daardoor weten we beter wat er speelt, van de promovendus tot de universitair docent en van de hoofdonderzoeker tot het afdelingshoofd.’

Door de veranderingen is het niet zo dat het instituut nu ‘op grote schaal meldingen van misstanden’ krijgt. ‘Wel weten we dat onze promovendi blij zijn met elke stap die we zetten om wetenschappelijke integriteit en open science te waarborgen. Je wil dat misstanden in een zo vroeg mogelijk stadium worden herkend. Maar voorkomen kun je het nooit.’

Wetenschappelijk directeur: ‘Zwartgelakte lijst moet zo snel mogelijk openbaar’

‘Ik realiseer me sinds de affaire Colzato veel meer hoe veel impact zoiets nog jaren later heeft op de onderzoekers die ermee te maken hebben’, zegt wetenschappelijk directeur van het Instituut Psychologie Andrea Evers over de nasleep van de wetenschapsfraude van de voormalig Leidse psycholoog.

De onderzochte publicaties zijn zwartgelakt in het rapport, waardoor voor de wetenschap nu niet duidelijk is welke artikelen wel en niet frauduleus zijn.

Evers wil dat anders zien. ‘Wij zouden willen dat die publicatielijst zo snel mogelijk wordt gepubliceerd. Iedereen wordt er ongelukkig van dat die tijdschriften er jaren over doen om de artikelen terug te trekken.’

Evers weet niet of het instituut zelf daar een rol in kan spelen. ‘Ik denk dat alleen de universiteit daarin stappen kan nemen, niet ons instituut. Ik ben niet thuis in de precieze afhandeling van dat soort zaken. Als er een of twee co-auteurs tegen zijn, wordt het al heel ingewikkeld. Maar uiteindelijk worden de publicaties toch openbaar, dus iedereen is geholpen met zo veel mogelijk openheid. Dan weten we welk werk wel en niet deugt. We hebben nog niet alle auteurs kunnen spreken, maar ik ben ervan overtuigd dat de meeste niet willen dat dit proces jaren duurt.’