Achtergrond
Leidse sporen van een depri president: alleen hier kon JQA kind zijn
Wat John Quincy Adams (1767 – 1848) ook deed, het was nooit goed genoeg. Van jongs af aan leed de ‘sombere misantroop’ die de zesde president van Amerika zou worden aan prestatiedruk en depressies. Maar als Leidse student moet hij even gelukkig zijn geweest.
Hans Klis
donderdag 5 september 2024
John Quincy Adams, op een foto gemaakt in maart 1843. Foto Sotheby’s

Alleen een zwart met witte letters bedrukt bord, ter grootte van een A4’tje, net naast de deur verraadt de historische waarde van het verlepte studentenhuis op de hoek van de Diefsteeg en de Langebrug. De rood-oranje verf op de bakstenen laat op plekken de witte laag eronder zien. De houten kozijnen bladderen af. Op sommige plekken zitten de vensterbanken zelfs los, laat een buurman zien die er een hele balk met één hand uittrekt.

Het ‘Voormalig huis van John Quincy Adams’ heeft dan wel een officieel ANWB-bordje, het ziet er niet bepaald uit als een toeristentrekpleister. Ik passeerde het pand tijdens mijn eigen studententijd ontelbare keren: op weg naar colleges in het Lipsius-gebouw, de vele biertjes met vrienden in stamcafé Estaminet Schommelen, voor de afhaalmaaltijd bij de Woo Ping of - enigszins verdwaald - naar Café Roebels voor een laatste ronde Zwevertjes om een stapavond af te sluiten.

Zonder het te weten liep ik in de twee eeuwen oude voetstappen van John Quincy Adams (JQA), de zesde president van de Verenigde Staten.

Pas na het schrijven van mijn nieuwe boek Help, de president is gek geworden kreeg Langebrug 45 een warme plek in mijn hart. Omdat ik het zo te doen had met JQA. Naast een van de vele Amerikaanse presidenten die vermoedelijk worstelde met mentale gezondheid, is hij een vooraanstaande alumnus van de Universiteit Leiden en ook een van de grootste slachtoffers van prestatiedruk avant la lettre.
Het was namelijk niet makkelijk om een Adams te zijn.

Voor zijn strenge ouders – advocaat en toekomstig tweede president van Amerika, John Adams, en moeder Abigail – was JQA een doek waarop zij hun eigen torenhoge ambities schilderen. Al voor zijn tiende las hij Griekse filosofen, Romeinse redenaars en eigentijdse Europese denkers in de oorspronkelijke talen. Hiermee drilden zijn ouders de door hun zo vereerde waardes van burgerschap, patriotisme en opoffering in zijn hoofd.

‘Na zes hachelijke weken van achtervolgingen en beschietingen, bereikten vader en zoon eindelijk Frankrijk’

‘Omdat de toekomstige omstandigheden in Uw land mogelijk nieuwe oorlogen vereisen’, schreef vader Adams aan zijn tienjarige zoon in 1777, ‘wil ik Uw gedachten al vroeg op dergelijke studies richten, die U de meest solide instructie zullen opleveren’. Het moest JQA duidelijk zijn dat zijn leven in het teken stond van ‘deugdzaamheid’, ‘excelleren’ en zich vooral niet bezig te houden met frivoliteit. JQA was bestemd voor grootsheid, koste wat het kost.

Vader John Adams was een briljante advocaat, Founding Father en een van de opstellers van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. In die hoedanigheid werd Adams senior in 1777 benoemd tot een van de diplomaten die in Parijs een bondgenootschap moest bemiddelen in de strijd tegen de Britse overheerser. En de elfjarige JQA moest met hem mee. Want zo vond zijn vader, hij zou in Europa meer leren dan in hun provinciale uithoek van Massachusetts.

Na zes hachelijke weken op zee in hartje winter, achtervolgingen en bloederige beschietingen door Britse oorlogsschepen, bereikten vader en zoon eindelijk Frankrijk. Zelfs getraumatiseerd door de reis, mocht JQA niet vergeten dat hij bestemd was voor hogere doelen. ‘Hoeveel ik ook van je houd,’ schreef zijn moeder kort na zijn aankomst in Europa, ‘ik heb liever dat je een graf in zee had gevonden, of dat je eerder gestorven was, dan dat je een immoreel losbandig of genadeloos kind wordt.’

Voor vader en zoon wachtte in Parijs enkel teleurstelling, tijdens hun reis was het bondgenootschap met Frankrijk al beklonken. Tussen 1778 en 1780 reisde JQA twee keer heen en weer tussen de continenten. Bij het laatste bezoek kwam ook zijn jongere broer Charles mee. Op een eliteschool studeerden ze Frans, Latijn, muziek, dans en schermen.

Bipolaire stoornis

Vader John, die mogelijk leed aan een bipolaire stoornis, maakte zich echter met zijn botte, uiterst ondiplomatieke gedrag tot persona non grata aan het Franse hof. Het drietal verkaste noodgedwongen naar de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. In Amsterdam probeerde de patriarch broodnodige staatsleningen te regelen bij zuinige Hollandse bankiers.

JQA en zijn broer Charles werden ingeschreven bij de Latijnse School aan de Singel bij het Muntplein. De strenge lijfstraffen die ze daar hanteerden, zorgden ervoor dat vader Adams hen al snel aan de zorg van een Amerikaanse geneeskundestudent in Leiden toevertrouwde, een bewoner van Langebrug 45.

De twee kinderen, elf en dertien jaar oud, maar bedreven in Frans en de klassieke talen, werden begin januari 1781 ingeschreven bij de Universiteit Leiden voor een studie rechten. ‘Het is hier veel goedkoper dan in Amsterdam, de lucht is oneindig keer zuiverder, het gezelschap en de conversatie beschaafder’, schreef vader Adams tevreden aan zijn vrouw. En niet onbelangrijk: ‘Wetenschappelijk gezien staat de universiteit aan de Europese top.’

Literatuur

Met hun veeleisende moeder aan de andere kant van de oceaan, hun vader schipperend tussen het politieke centrum in Den Haag en de geldschieters in Amsterdam, proefden de twee jonge broers voor het eerst van hun leven vrijheid. Zonder de constante vermaningen en lessen over deugdzaamheid wijdde de dertienjarige JQA zijn dagen in Leiden naast rechten aan zijn echte passies: literatuur en poëzie.

In Leiden kon JQA ook eindelijk een beetje kind zijn. Terwijl heel de binnenstad plezier maakte op het ijs van het Rapenburg en de Nieuwe Rijn, vroeg hij zijn vader om ‘een paar schaatsen’. Eerst weigerde de patriarch, die bang was dat zijn zonen hun tijd zouden verspillen aan frivoliteiten. Maar na een diepe intellectuele overpeinzing ging hij overstag. Schaatsen leerde de mens ook ‘gratie, elegantie en zelfbeheersing’ – eigenschappen die de licht ontvlambare Adams zelf ontbeerde.

De tijd die JQA doorbracht in Leiden was van onschatbare waarde voor zijn latere carrière, zeker als ambassadeur in Holland en een van de invloedrijkste ministers van Buitenlandse Zaken in de Amerikaanse geschiedenis. De Republiek was een belangrijke barometer voor de sfeer in Europa na de Franse Revolutie.

Het huis waarin de tweede en zesde president van Amerika hebben gewoond, op de hoek van de Diefsteeg en de Langebrug. Foto Hans Klis

Toch zou zijn verblijf in Leiden maar kort duren. Al na een half jaar werd hij als vertaler en assistent meegestuurd met de nieuwe Amerikaanse ambassadeur aan het Russische hof. Frans was daar namelijk de voertaal, en dat sprak JQA vloeiend. ‘Om je blikveld te verbreden en je gedachten over de Natuur te vergroten’, schreef zijn vader hem, ‘moet je deze kans niet verwaarlozen’. De barre reis naar Rusland, ging niet in JQA’s koude kleren zitten. Jaren later beklaagde hij zich bij zijn moeder: ‘Als U had geweten welke gevaren ik trotseerde, en waar ik door de genade van de voorzienigheid aan heb kunnen ontsnappen, dan denk ik dat geen van jullie de moed had gehad om mij daaraan bloot te stellen.’

Zijn hele leven lang – tot aan hun dood – bleven JQA’s ouders hem bekritiseren en zijn loopbaan uitstippelen. ‘Als je niet aan de top terechtkomt’, schreef zijn vader hem in 1794 nadat zijn zoon ambassadeur in Holland was geworden, ‘dan komt dat door jouw eigen luiheid, slordigheid en koppigheid’. Wat JQA ook deed, het was nooit goed genoeg.

Depressief

Het is niet vreemd dat Adams zich ontwikkelde tot een introverte en depressieve volwassene. ‘Een sombere misantroop’, zo beschreef hij zichzelf. Hoewel hij werd klaargestoomd voor het presidentschap, ontbrak het JQA uiteindelijk aan politieke instincten, empathie en flexibiliteit. Dus toen hij tweehonderd jaar geleden in een, net als dit jaar, zwaar bestreden verkiezing tot president werd verkozen, was zijn presidentschap gedoemd tot mislukken. Hij had de top bereikt, maar vier jaar lang sjokte hij doodongelukkig en depressief door het Witte Huis.

De dood van zijn ouders en zijn verlies in de verkiezingen van 1828 leken als bevrijding te komen. JQA groeide uit tot een felle tegenstander van slavernij in het Huis van Afgevaardigden en in de rechtszaal.
Staand voor het typische Leidse studentenhuis, achenebbisj en verlept, is het troostend om te denken dat de zesde president van de Verenigde Staten hier rondom de Langebrug een paar van de mooiste dagen van zijn leven meemaakte. Net als ondergetekende.

Hans Klis, Help, de president is gek geworden. Een geschiedenis van de vele Amerikaanse presidenten met een psychische aandoening. Meulenhoff, 336 pgs, €22,99. Verschijnt op 19 september

Niet alleen bij Trump zit een steekje los

Tijdens desastreuze debatten bevestigde Joe Biden vermoedens over zijn mentale gesteldheid: hij zou niet in staat zijn om de Verenigde Staten nog eens vier jaar te besturen. Al sinds de politieke opkomst in 2015 denken veel Amerikanen dat er aan Donald Trump ook een behoorlijk steekje loszit – óók zijn eigen medewerkers.

Journalist, voormalig Amerika-correspondent en oud-Mare-stagiair Hans Klis beschrijft in zijn boek Help, de president is gek geworden hoe bijna alle presidenten in de Amerikaanse geschiedenis worstelden met mentale aandoeningen, zoals depressie, bipolaire stoornissen, verslavingen en angstaanvallen.

Zijn geschiedenis van tweehonderd jaar presidentiële psychische aandoeningen (van onder anderen Thomas Jefferson, Woodrow Wilson, George Washington en Ronald Reagan) laat zien: het zijn net mensen.