Al sinds de aanleg van de Hortus botanicus Leiden in 1593 staan er bijenkorven in de tuin. Dirk Cluyt, de eerste hortulanus, gebruikte bijenproducten bij zijn werk als apotheker. Vandaag de dag is Fred Weber een van de hortusimkers die zich over de dieren bekommert, en dat is hoog nodig. ‘Laatst is een bijenvolk gestorven aan obesitas.’
Weber zorgt voor bijenvolken in oude korven, die Cluyt oorspronkelijk al gebruikte, maar ook in nieuwe kasten. Gedurende het jaar geeft hij rondleidingen door de Hortus, waar bezoekers leren over de geschiedenis van de Hortus én die van de bijen in de tuin.
‘Cluyt gebruikte honing voor wondverzorging’, zegt Weber. ‘De honing trekt het vocht uit de wond. Maar probeer dit niet thuis, er zijn honingpleisters voor. In gewone honing kunnen ook foute bacteriën zitten. Bijenwas wordt gebruikt in bijvoorbeeld cosmetica en voedingsmiddelen. En dan is er nog propolis, een plakkerige substantie die bijen maken van hars. Dat werkt ontsmettend en bacteriedodend.’
Honing tegen hooikoorts
Een van de werkingen van honing die Cluyt nog niet kende, is die tegen hooikoorts: ‘Als je honing eet vóór het stuifmeelseizoen, krijg je in verdunde hoeveelheid vast het stuifmeel binnen waar je allergisch voor bent. Koop het dan wel bij een imker in de omgeving.’
Het is nu eigenlijk net te laat om daarmee te beginnen. ‘Doe het vanaf december ongeveer. Het is net als met griepprik. Als je eenmaal griep hebt, heeft het geen zin meer.’

‘Deze raat is doodgegaan aan obesitas’, wijst hij op een van de oude korven. ‘De bijen maakten meer honing dan ze nodig hadden, waardoor er geen ruimte meer was voor nieuwe bijen. Dus is de hele kolonie uitgestorven.’
Ook in de moderne bijenkasten gaat niet alles vlekkeloos. ‘Een kolonie is vorig jaar uitgestorven doordat muizen de kast overnamen. Je hoort ook steeds meer over de nieuwe invasieve exoot, de Aziatische hoornaar. Die heb ik hier gelukkig nog niet gezien.’
De zon schijnt en bij de grote kast vliegen honderden bijen af en aan. Ze komen terug met klompen stuifmeel aan hun pootjes. ‘In deze kast zitten er zo’n 20.000. Van nature moeten bijen zich verdedigen. Maar net als bij die oude korf, hebben mensen bijen gekweekt op veel honing maken waardoor ze zichzelf niet goed meer kunnen verdedigen. Wij noemen dat “niet agressief”, maar eigenlijk is hun verdedigingsgedrag eruit. Voor de imker is dat heel aardig, maar voor de volken is het gevaarlijk. Vorig jaar had ik een volk, daar kwamen de wespen binnen en die aten wat van de larven en wat van de honing, dan is het afgelopen met ze.’
Toch zijn het niet de honingbijen waarover Weber zich het meeste zorgen maakt. De grootste problemen voorziet hij bij de wilde bij.
‘Het gaat ieder jaar slechter. Veel van de bloemen waar zij zich aan voeden, staan nu al in bloei of zijn al bijna uitgebloeid. Dat is een maand eerder dan normaal, terwijl de bijen nog in hun winterholletjes zitten.’
Bijenhotel op je balkon
In de Hortus zijn die holletjes op verschillende plekken te zien. Aan het hek bij de kruidentuin hangt een bijenhotel en een stuk verderop in de tuin zitten kleine gaatjes in de aarde waar de bijen zichzelf hebben ingegraven. ‘Het leuke is: je kunt ook thuis een leemheuveltje maken waar de bijen hun winterholletje in kunnen graven. Het is wel belangrijk dat de zon erop staat. Je kunt ook een bijenhotel neerzetten. Je ziet dan de bij eerst met haar kop erin gaan om het kamertje gereed te maken. En als dat klaar is gaat ze met haar kontje erin om het eitje te leggen. Ze kan binnenin niet keren namelijk.’
Ook met de keuze voor bepaalde soorten planten kun je wilde bijen helpen, zegt de imker. ‘Honingbijen eten alles en hebben voorkeur voor plekken met heel veel bloemen. Wilde bijen zijn juist heel kieskeurig en eten maar weinig soorten planten. De helleborus, of kerstroos, is bijvoorbeeld geschikt. Zorg dat je inheemse soorten plant. Toen de tuin van de UB werd verbouwd, werd aangeraden om klokjes te planten, paarse bloemetjes waarvan ook in Nederland inheemse soorten bestaan. Sinds die er staan, zie ik veel meer klokjesbijen.’
Van 15-24 april vindt de nationale bijentelling plaats. De Hortusimker vertelt is dit jaar nog te bezoeken op 2 juni, 4 augustus, 6 oktober en 1 december. Deelname €5 plus museumentree.
Op 11 mei van 10.00-17.00 organiseert de Hortus de plantenmarkt, waar lokale hoveniers o.a. bij-vriendelijke planten verkopen.