Op de toneelschool werd Valentina Tóth regelmatig ‘hysterisch’ genoemd, omdat zij de neiging heeft personages nogal groot te spelen. ‘Het is leuk om soms te ver te gaan. “Ze speelt goed, maar soms wel hysterisch”, werd er over mij gezegd. Ik wilde al heel lang een eigen voorstelling maken en toen dacht ik: nu kunnen jullie het krijgen ook! Daarom werd Wildbloei een ode aan de hysterische vrouw.’
Tóth noemt de hysterie een ‘dankbare paraplu’. ‘Het geeft de ruimte om heel domme scènes met humor te spelen, maar ook om het over dingen te hebben die me echt aan het hart gaan. Ik haal mijn inspiratie uit de binnenwereld en de buitenwereld. Soms schrijf ik heel persoonlijke scènes, maar dingen die ik lees in de krant inspireren me ook.’
Zo bespreekt ze in de voorstelling ook de toeslagenaffaire en grensoverschrijdend gedrag. ‘Er is een rapport uitgekomen over de kinderen die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire en daarin stonden echt ongelooflijke verhalen. Bijvoorbeeld van een meisje wier ouders geen geld meer hadden voor de orthodontist en daardoor had zij met een nijptang haar beugel van haar tanden verwijderd. Dat maakte me woest. Maar dat geldt ook voor Johan Derksen die een kaars in een vrouw zou hebben gestopt. Dat choqueerde me en maakte me zo kwaad, daar heb ik een lied over gemaakt.’
Clichés over vrouwen
In Wildbloei voert Tóth, die in 2022 het Amsterdams Kleinkunst Festival won, zeven verschillende personages op. ‘Het is niet allemaal maatschappelijk betrokken; ik speel ook gewoon grappige, domme personages. Het zijn facetten van mezelf. Ik vind het heerlijk om een personage neer te zetten waar mensen om kunnen lachen.’
Naast comedy bevat deze onewomanshow musicalnummers, theater, klassieke muziek, kleinkunst en opera. ‘Ik heb een achtergrond als klassiek pianiste. Dat vond ik heel kut. Op de toneelschool ontdekte ik dat ik een stem heb die best hoog kan. Ik ben echt een sopraan. Als ik opera zing klinkt het al best snel oké.’
Soms zingt de Friese actrice opzettelijk niet als personage, maar als zichzelf. ‘Het lijkt me leuk als die niet goed van elkaar te onderscheiden zijn, dat mensen denken: was dit nu een personage, of was ze dit nu zelf?’
In haar voorstelling probeert ze te spelen met de clichés over vrouwen in de maatschappij. ‘Er zijn zoveel chlichés waar ik me aan kan storen. Bijvoorbeeld dat alle vrouwen kinderen willen, of alleen maar op de verkeerde mannen vallen. Ik vind het heel vervelend dat vrouwen in de kunst worden weggezet als hysterisch, zodra ze emotie tonen.’
Tóth wil die clichés zowel omarmen als omdraaien. ‘Ik speel een femme fatale uit een Spaanse telenovella die heel zwoel praat en altijd de perfecte vrouw moet zijn, maar dan laat ik haar uiteindelijk haar hele gezin uitmoorden. Of een personage dat veel mensen irritant zullen vinden: een vrouw die heel druk en extravagant is. Dan laat ik haar een heel grof lied zingen. Slecht gezongen, zoals vaker bij vrouwen die theater willen doen op latere leeftijd.’
Toch herkent de theatermaker zichzelf wel in sommige stereotypen. ‘Ik parodieer K3 waarin ik een personage speel dat bijna meisjesachtig praat. Ik kan zelf ook wel in dat personage vervallen en heel hoog en lief praten als ik iets gedaan wil krijgen. Soms voldoe ik ook aan die clichés.’
Ze verwerkt ook heel persoonlijke scènes in haar verhaal. ‘Ik heb een stuk over body positivity. Ik ben - net als zoveel vrouwen - zo onzeker over mijn lichaam, terwijl het best een normaal lichaam is. Soms zie ik mezelf op beeld en denk ik: misschien moet ik twee weken even niets eten. Ik wil ook beantwoorden aan het schoonheidsideaal voor vrouwen, ook al ben ik het er rationeel niet mee eens.’
Privéleven
De grens tussen wel en niet te veel blootgeven is soms lastig. ‘Ik wil niet meteen mijn hele privéleven op tafel leggen, maar ik wil wel dat mensen voelen dat er een persoon achter het verhaal zit. Sommige zinnen schrijf ik recht uit mijn hart en sommige zinnen schrijf ik erbij omdat het rijmt. Maar ik kan die balans pas echt vinden door dingen uit te proberen voor verschillende publieken.’
Daarbij merkt ze dat het cliché van stad versus platteland wel degelijk klopt. ‘Mensen in de steden reageren veel meer dan de mensen in dorpse theaters. Soms denk ik: horen jullie me wel? Na afloop krijg ik soms een staande ovatie, maar dan heb ik echt niet gemerkt dat ze het leuk vonden. Het publiek is over het algemeen wel een eerlijke graadmeter om te zien of iets werkt of niet.’
Daarom spreekt Tóth na afloop ook graag met mensen uit het publiek. ‘Maar ik heb al zulke rare dingen meegemaakt dat ik er niet altijd energie voor heb. Vooral oude mensen vergeten soms dat je mens bent. Een oude man zei na afloop heel vies: “Leuke voorstelling en je hebt ook zó’n lekkere kont”. Een andere man van 81 jaar zei dat ik een schande was voor het cabaret, omdat ik een lied zong over menstruatie. Dat vond hij walgelijk.’
Valentina Tóth, Wildbloei, Theater Ins Blau, donderdag 1 februari, €18,50