Cultuur
Schijtkunst, het kan gewoon
Waarom is dit in hemelsnaam onderdeel van onze collectie, vraagt Eliza Jordaan zich regelmatig af. De vierdejaars student culturele antropologie loopt stage bij Museum De Lakenhal en stort zich de komende tijd in Mare op de verborgen schatten.
donderdag 7 juni 2018
Zonder Titel, Jan Wolkers, 1986. Doek, hout, latexverf, goudverf, koeienstront, steengruis. © Museum De Lakenhal

Een tijdje terug was het Nationale Poepdag. Niet bepaald een dag waar ik normaal ieder jaar bewust bij stil sta (of zit?). Integendeel, ik hoorde pas veel later van het bestaan. De dag is geïnitieerd door de Maag Lever Darm Stichting om aandacht te vragen voor darmproblematiek.

Een onderwerp dat geen enkel raakvlak biedt met kunst, zou je denken. Tot mijn verbazing opperde een collega tijdens een gesprek hierover olijk dat ‘wij gewoon poep in de collectie hebben, hoor’.

Mijn rechterhand wist de computermuis snel te vinden en ik dook in de collectiedatabase. Binnen luttele seconden stond ik oog in oog met een schilderij vol stront. Koeienstront welteverstaan.

Het is een werk van Jan Wolkers uit 1986, getiteld Zonder Titel. Op zich kan ik me voorstellen dat wanneer je als kunstenaar een schilderij maakt met poep, vrijwel iedere titel ontoereikend is. Probeer dit concept namelijk maar eens in een mooie volzin te vatten.

Voor dit werk heeft Wolkers koeienpoep vermengd met latex en zo aangebracht op het schildersdoek. Vrijwel direct kwam bij mij de associatie met het kunstwerk Merda d’artista (Piero Manzoni, 1961). Manzoni heeft voor dit kunstwerk zijn eigen poep ingeblikt en verkocht voor een prijs gelijk aan het gewicht (30 gr) in goud.

Wie koopt dit? Er zijn geïnteresseerden over de hele wereld. Fascinerend is dat de ingeblikte inhoud niet kan worden gecontroleerd: de blikjes zijn gemaakt van staal en geseald. De waarde en de waardering voor het kunstwerk zijn dus mede beïnvloed door de vraag of er wel echt poep in zit, het openen van een blik zou namelijk de waarde van het werk teniet doen.

Manzoni’s werk wordt gezien als conceptuele kunst, waarbij het niet per se gaat om de vaardigheid van de kunstenaar (dus: kan je mooi of goed schilderen), maar om het idee van het kunstwerk en de gedachte die het bij mensen oproept. Het stelt vragen over wat kunst is en wie de regels hiervoor bepaalt.

Op Wolkers zou dit ook van toepassing kunnen zijn. Wie bepaalt de technieken en het gereedschap van de kunstenaar? Toch zeker wel de kunstenaar zelf! Wolkers heeft in zijn werk de bruine vlakken stront haaks gezet op drie vlakken geschilderd in goudverf met steengruis. Laag in contrast met hoog; poep en goud, afstotelijk en begeerlijk, in harmonie naast elkaar.

Poep in kunst. Het kan dus. Een opvallende aangelegenheid en een ongewone, als je het mij vraagt. Maar daarom niet minder inspirerend.

Door Eliza Jordaan