‘Ik hoop dat jullie, na het horen van dit verhaal, anders over ingeblikt voedsel zullen denken.’ In Zuid-Korea is het al diep in de nacht, maar de gelauwerde schrijver Pyun Hye-young is wakker gebleven zodat ze via Zoom een stuk uit haar boek The Canning Factory kan voorlezen aan het publiek in de Universiteitsbibliotheek, waar dinsdag de Koreaanse en Nederlandse auteurs uit eigen werk voordroegen tijdens een literaire uitwisselingsavond. Vanwege gezondheidsredenen kan Pyun niet reizen. Schrijvers Lee Hong en Yun Ko-eun zijn er wel, en schrijvers Jaap Robben en Manon Uphoff vormen de Nederlandse delegatie.
Pyun leest voor:
Het was waar dat alle werknemers minstens een keer iets voor eigen gebruik had ingeblikt. Zo was er een man die een ring voor zijn vriendin in een blik makreelgeep verborg. Toen ze het blik opentrok, en de ring op de zilverkleurige bodem zag liggen, nam ze hem eruit en deed hem met een gelukzalige glimlach om. Een ander had ooit rond kerstmis een paar goedkope speeltjes in perzikblikken verstopt. Zodra het deksel erafging, kwamen de legosteentjes, en een robot die in een vliegtuig kon veranderen, tevoorschijn. Ook het koopcontract van een eerste huis en een verzameling brieven van een oude geliefde waren eens met succes ingeblikt.
Een vrouw slaagde er zelfs in een portie kattenvlees in te blikken. Dit ten behoeve van een van haar ouders, die leed aan zenuwpijn. Ze scheen de kat op de markt te hebben gekocht of op straat te hebben gevonden, en had hem net zo lang laten koken tot het vlees mals werd en van het bot afviel. Ze vulde het blik en dichtte het af.
Toen de waarheid aan het licht kwam, verontschuldigde ze zich, maar het incident deed de arbeiders beseffen dat alles kon worden ingeblikt. Er waren geen grenzen.
Vertaler Mattho Mandersloot, die het evenement mede-organiseerde, vertaalt de Koreaanse verhalen voor het publiek dat geen Koreaans spreekt. Lee leest voor uit een kortverhaal De achteruitkijkspiegel over een vrouw die haar kind kwijtraakt, en Yun uit een kortverhaal Pyongyang Monopoly, over een Zuid-Koreaan die vastgoed verhandelt in Noord-Korea, als alternatief voor de onmogelijk dure huizenprijzen in Seoul.
Dat kan natuurlijk niet, vertelt Yun de dag voor het evenement, in de lobby van een Amsterdams hotel samen met Lee en vertaler Mattho Mandersloot. Maar toen Pyongyang Monopoly in Zuid-Korea gepubliceerd werd, schreef een economiehoogleraar er desondanks een serieuze column over, waarin hij uittekende hoe het eruit zou zien als het wel kon. ‘Heel interessant om het echt te zien worden, want het komt allemaal uit mijn fantasie.'
zwarte humor
Haar verhalen gaan vaak over niet-bestaande banen of bedrijven, die best echt kunnen zijn of worden: zoals een huiswerkschool waar kinderen leren om in hun eentje te eten, of een hondenverhuurservice waar mensen geld betalen om een hond te mogen uitlaten. Haar satirische thriller The Disaster Tourist gaat over een reisbureau dat groepsreizen naar rampgebieden organiseert. ‘Ik hou van zwarte humor’, zegt ze, ‘en dat mensen tijdens het lezen toch denken: zou ik zo een bestaan kunnen opbouwen. Als ik geen schrijver zou zijn, was ik waarschijnlijk ondernemer geworden. Maar dan wel een die al zijn bedrijfjes te gronde richt.’
De Koreaans-Nederlandse literaire uitwisseling is het eerste evenement van een langer project om Nederlandse interesse in Koreaanse auteurs te wekken, en vice versa. Want hoewel Koreaanse films (denk aan Parasite), series (Squid Game) en muziek (K-pop) steeds populairder worden in de westerse wereld, blijft de literatuur nog achter.
Vooral in Nederland, zo blijkt. ‘We waren verbaasd over hoe weinig Koreaanse boeken hier beschikbaar zijn’, zegt Yun. ‘In Engelstalige landen is vrij veel vertaald.’
Andersom is ook wat bekendheid te winnen voor Nederlandse auteurs. Al is Nederland verder wel bekend bij Zuid-Koreanen, vertelt Lee. Met dank aan – jawel - Guus Hiddink. ‘Hij heeft ons team naar de halve finale van het WK in 2002 gekregen. Toen ontstond er interesse voor de Nederlandse cultuur. Zelf voel ik me om een of andere reden altijd op mijn gemak bij Nederlanders. In Singapore had ik goede Nederlandse vrienden.’
De Koreaanse auteurs hopen op meer Nederlandse lezers, maar een deel van de Koreaanse literatuur zal waarschijnlijk hier onbekend blijven. In Korea beginnen veel schrijvers met korte verhalen in literaire tijdschriften, en dat is een genre die bij Nederlandse uitgevers allesbehalve populair is, zegt Mandersloot. ‘Als ik kom met een serie korte verhalen, dan zeggen uitgevers meteen nee. Ze willen alleen lange romans. Korte verhalen verkopen niet.’
Verhalen als Pyongyang Monopoly hebben dus weinig kans op een vertaling. Jammer, vinden de schrijvers. ‘Je hebt zoveel goede kortverhaalschrijvers in Korea die nooit vertaald zullen worden’, zegt Yun. Zijzelf is succesvol in beide genres, maar dat komt niet veel voor.
De Koreaanse auteurs hebben verschillende stijlen, maar schrijven alledrie vooral spannende boeken: Pyun won met de Engelse vertaling van haar boek The Hole de Shirley Jackson Award in 2017, een prijs voor literaire thrillers, horror en dark fantasy. Yun won met The Disaster Tourist in 2021 de Dagger Award voor misdaadromans.
Lee is het engst
‘Maar van ons drieën schrijft Lee het engst’, zegt Yun. ‘Ik heb een radioprogramma in Korea, en las haar verhaal daar voor. Mijn luisteraars waren in shock and terror. Ze schrijft over onze diepste verlangens, die je eigenlijk niet wil hebben of erkennen.’
‘De hoofdpersoon is een nieuwslezeres, getrouwd met een rijke man, die alles kan krijgen wat ze wil. Maar toch wil ze alleen maar meer, meer, meer’, zegt Lee. ‘Ik zal het einde niet verklappen, maar ik schrijf het ook niet expliciet op: ik leg aanwijzingen neer, en mijn lezer kiest het einde. Dat is het spel.’
‘Maar een van de interpretaties is zeer, zeer, grimmig’, voegt vertaler Mandersloot toe.
Lee schrijft ‘autofictie’, zegt ze, gebaseerd op haar eigen leven. ‘Mijn eerste boeken werden ‘Gangnam Style Novels’ genoemd – vóór het nummer’, zegt ze, verwijzend naar ‘Gangnam Style’ van PSY, een van de eerste grote internethits. Gangnam is een rijke buurt in de Zuid-Koreaanse hoofdstad, en die boeken gingen over het leven en de mensen daar. ‘Ik ben daarna naar Singapore verhuisd, om te ontsnappen aan die patronen. Ik baseer mijn verhalen op gevoelens die ik meemaak, en vooral de ongemakkelijke gevoelens.’
Op de vraag wie ze inspireert, zeggen ze beiden de naam van de ontbrekende schrijver, Pyun. ‘Dat zal elke romanschrijver in Korea zeggen. We bewonderen haar allemaal.’
Yun: ‘Ze beschrijft perfect de dynamiek van de moderne maatschappij, maar haar stijl is heel rechtdoorzee, zonder bloemrijk taalgebruik.’
‘Ik zou zo graag zien dat haar werk in meer landen bekend wordt’, zegt Lee. ‘Er zijn in Korea geen prijzen meer voor haar – ze heeft alles al gewonnen.’