Jij studeert aan de kunstacademie én de universiteit Leiden.
‘Mijn grootmoeder is hier geboren en getogen, dus voelde ik een connectie met Den Haag. Toen ik de school zag, was het liefde op het eerste gezicht. In Denemarken zijn kunstacademies heel elitair en afgezonderd van andere creatieve disciplines.
‘Ik heb theorie en praktijk altijd willen combineren en tegen het eind van mijn eerste jaar aan de kunstacademie werd de dubbele bachelor opgezet. In het begin struggelde ik een beetje: ik begon heel geforceerd theorieën in mijn eigen werk te gebruiken. Ik kwam erachter dat ik beter telkens als het ware als een ander persoon een nieuwe studieomgeving kon binnenstappen.’
Wat voor kunst maak je?
‘Verf is mijn primaire materiaal, maar ik onderzoek nu hoe canvas meer kan worden dan simpelweg ondersteuning van de afbeelding. Toen ik in plaats van een dure grondlaag een keer muurvuller op mijn canvas smeerde, werd het onrekbaar. Dat was het beste ongeluk ooit: als je het kraakte, kreeg het de textuur van huid.
‘Ik moet nog steeds uitvinden waarom mijn aantrekkingskracht tot gezichten zo groot is. Alleen al als ik denk aan het schilderen van iets anders, raak ik ongeïnspireerd.’
‘Ik heb altijd een drang gehad om te schilderen maar de schilderwereld zelf staat me tegen, door het sterke onderscheid tussen twee- en driedimensionaal, schildering en een beeld. Ik vind dat het daar niet om gaat en wil juist de grenzen van een schilderij vinden. Ik werk nu met dekbedovertrekken, die ik aan beide kanten kan beschilderen en waar ik zand of iets dergelijks in kan doen zodat het een vorm krijgt.
‘Tijdens het vak Japanse kunstgeschiedenis vond ik de geschilderde luiken enorm inspirerend. Ik heb mijn eigen gezicht geschilderd op houten panelen die ik ergens op school gevonden heb. Ik gebruik graag restjes of afval om op te schilderen. Misschien is dat de echte reden dat ik mijn canvas niet hoef te spannen: dat ik te lui ben.’
Wat een mooi interieur.
‘Iemand vroeg voorzichtig: “Ben jij soms heel rijk?” Dat ben ik niet. Denen hebben een hoge standaard van meubilair. Zelfs als je naar een oninteressant huis in een buitenwijk gaat, vind je er designerstukken.
‘Deze stoel is van Anne Jacobsen. Als je rond je veertiende in Denemarken je communie doet, heb je een groot feest. Alle kinderen doen het voor de cadeautjes. Iedereen is supercasual met het christendom en normaal gesproken gaat haast niemand naar de kerk. In plaats van geld, een Playstation of wat dan ook the big thing was, vroeg ik deze stoel. Mijn moeders kat heeft ’m geruïneerd. Op een dag, als ik wel erg rijk ben, laat ik ’m opnieuw stofferen.’
Wil je van je kunst leven?
‘Dat zou geweldig zijn. Maar ik wil niet afhankelijk zijn van de verkoop van mijn werk: als ik daarover nadenk, verdwijnt mijn inspiratie. Ik wil elders een basisinkomen hebben. De bachelor in Leiden is in dat opzicht een goede investering, zodat ik bij bijvoorbeeld musea kan solliciteren.’
Het werk van Rosa Zangenberg is hier te zien