Toen de Japanse politiek journalist Naoko Abe in 2001 naar Londen verhuisde, viel het haar op dat er een grote variëteit aan Japanse sierkersen in de stad stond. Ze besloot uit te zoeken hoe het kwam dat de sierkers, die zo nauw verbonden is met haar geboorteland en de inwoners, in Londen zo wijdverbreid was. Haar zoektocht leidde al snel naar één man: Collingwood Ingram (1880-1981), een rijke Engelsman die in een klein plaatsje in Kent woonde.
Japan en de kersenboom zijn zo sterk met elkaar verbonden dat de kersenbloesem ‘in onze ziel is gegrift’, zegt Abe. Juist daarom is het opvallend dat de grootste Japanse kersentuin ter wereld in het bezit was van de rijke Engelsman.
Daarover schreef ze in 2016 het boek Sakura: Hoe een Engelsman de Japanse kersenbloesem redde, waarmee ze de Nihon Essayist Club Award won. Het werd een paar jaar later vertaald naar het Engels en in 2020 naar het Nederlands. Zondag 24 maart geeft ze er een lezing over op het Kersenbloesemfestival in Wereldmuseum Leiden.
Abe: ‘Ingram verzamelde stekjes van kersenbloesembomen in Japan en plantte ze in zijn tuin in het dorpje Benenden. Hij introduceerde heel veel variëteiten van de Japanse kers, niet alleen in het Verenigd Koninkrijk, maar in heel Europa en de rest van de westerse wereld.’
Ze moet lachen als ze vertelt dat Ingrams tuin de grootste collectie aan kersen bevatte, want het is gek om te bedenken dat dat in Engeland was en niet in Japan, een land waar de bloesem zo ingebed is in de cultuur.
En toch. Zonder de tuin van Ingram waren veel Japanse sierkerssoorten nu uitgestorven geweest. Abe: ‘Een belangrijke soort die hij heeft gered, is de Taihaku, de grote witte kers.’ In haar boek omschrijft ze hoe Ingram in 1926 in Japan in gesprek was met kersenexpert Seisaku Funatsu, die Ingram een foto liet zien van een nu uitgestorven kersensoort. “Deze kers groeit in mijn achtertuin in Kent!” had Ingram eruit geflapt.
Maar de Japanse expert geloofde Ingram niet. Bij thuiskomst deed Ingram verschillende pogingen om stekjes van de kers naar Japan te sturen, maar die overleefden de reis telkens niet. ‘Het kostte vijf jaar, maar uiteindelijk lukte het om een stekje, gestoken in een aardappel, levend te laten aankomen in Japan.’
ingram kwam voor het eerst in Japan in 1902, waar hij ondersteboven was van de cultuur van het land en ook van de kersenbomen. Terug in Engeland leerde hij meer over de bomen, hij vroeg kennissen uit Japan om hem stekjes op te sturen die hij liet opbloeien in zijn tuin in Benenden, en ontpopte zich langzaam tot ware kersenbloesemexpert. Zo kwam hij uiteindelijk ook aan de bijnaam “Cherry”.
Lente
Abe: ‘De sierkers wordt in Japan gewaardeerd omdat hij het eind van de winter symboliseert. Die is in Japan niet zo lang als in Europa, maar toch: als de kersenbloesems beginnen te bloeien, is dat een voorbode van de lente. De tijd dat mensen vrolijker zijn en het leven begint terug te komen. Het geeft een gevoel van geluk.’
In haar lezing vertelt ze over de historische symboliek van de Japanse kersenbloesems, de Sakura. ‘In de geschiedenis van meer dan duizend jaar stonden de kersenbloesems symbool voor verschillende dingen. Ze stonden voor reproductie, het beschermen van de rijstvelden, het beschermen van mensen, maar ook voor de vergankelijkheid van schoonheid, een kort leven en reïncarnatie. De symboliek van de kersenbloesem kan snel veranderen, en dat gebeurde ook in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.
‘Japan was tweehonderd jaar afgesloten geweest voor de westerse wereld, maar toen het land halverwege de negentiende eeuw opende, werden modernisering en industrialisatie belangrijk. Militarisering kreeg de prioriteit en een jonge kers, de Yoshinokers, werd het symbool voor Japans groeiende status. Het land wilde gezien worden als een grootmacht. Het voerde eerst oorlog met China, in 1894-95, en daarna met Rusland, in 1904-05. Na iedere overwinning werden er en masse Yoshinokersen geplant.’
Nog steeds bestaat tachtig tot negentig procent van de kersenbloesembomen in Japan uit deze soort, vertelt Abe. ‘Het was een jonge boom, zo’n 160 jaar oud. Hij was mooi en goedkoop te verspreiden. Maar daardoor verdwenen veel van de andere achthonderd variëteiten, sommige al meer dan duizend jaar oud.’
Symbool voor Japanse macht
Een ontgoocheling voor Ingram toen hij terugkwam in een totaal veranderd Japan in 1926. ‘Een andere belangrijke bijdrage van Ingram was zijn nadruk op diversiteit. We zien nu met het veranderend klimaat hoe belangrijk dat is, maar Ingram had het er in 1926 al over.’
Maar rond die tijd lag de prioriteit van de Japanse overheid niet bij het diversifiëren van de kers. ‘De Yoshino werd het symbool voor de moderne Japanse macht, en uiteindelijk het symbool voor imperialisme tot in de Tweede Wereldoorlog. Ik wil mensen bewust maken van het gevaar dat erin schuilt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde de symboliek van de kersenboom, maar niemand had dat door. De kersenbloesem zit zo diep in onze ziel gegrift, dat het onopvallend kon gebeuren. We moeten ons ervan bewust zijn hoe makkelijk die symboliek kan omslaan en gebruikt kan worden om een ideologie uit te dragen.’
Over de vraag hoe de symboliek na de Tweede Wereldoorlog weer terug veranderde naar wat het daarvoor was, moet ze even nadenken. ‘Het is een complexe geschiedenis. Na de oorlog besloot Japan om een vreedzaam land te worden en dat voor altijd te blijven. Maar het Japan na de oorlog was bezig met wederopbouw, en dus werd dezelfde goedkope variant van de kers weer geplant.’
Zelfmoordmissies
Gelukkig is in de jaren erna de nadruk op diversificatie weer wat gegroeid in het land. ‘In 2017 werden in Engeland nog vijf nieuwe variëteiten van de kersenbloesem ontdekt die in Japan waren uitgestorven. Dankzij Ingram zijn die in 2022 weer teruggekeerd naar Japan. En ook in Japan zelf worden met name in kleinere dorpjes steeds meer verschillende soorten geplant en ontdekt.’
Juist omdat de kers zo nauw aan Japan is verbonden, kon de symboliek rondom de boom onopgemerkt veranderen. ‘Op een onderbewust niveau weet iedereen in Japan denk ik wel dat mensen in de oorlog militaristische kersenbloesemliedjes zongen, terwijl ze soldaten uitzwaaiden die op zelfmoordmissies vertrokken. Ik wil aan de wereld vertellen dat dit gebeurde en laten zien hoe een bloem zoveel macht kan hebben. En ook wij Japanners moeten ons bewust zijn van wat er in het verleden met de kersenbomen is gebeurd, om te zorgen dat het niet weer gebeurt. Het moet een symbool zijn van vriendschap en vrede, niet van ideologie.’
Kersenbloesemfestival, Wereldmuseum Leiden, zondag 24 maart. De lezing van Abe is om 14.30 uur in de grote zaal. Entree €16 (studenten €10)