Cultuur
Hoe de Leidse student Paul Verhoeven doorbrak in Hollywood: ‘Seks en geweld? Dat is de natuur!’
Regisseur Paul Verhoeven (86) blikte in Filmhuis Den Haag terug op zijn eerste films die hij maakte als student wis- en natuurkunde. ‘Ik dacht: nu is het klaar met die filmpjes.’
Vincent Bongers
donderdag 24 oktober 2024
Foto Taco van der Eb

Het is even stil aan de andere kant van de lijn als Paul Verhoeven (86) de telefoon opneemt in zijn huis in Den Haag. ‘Ja, hallo?’

De regisseur van Nederlandse klassiekers als Turks Fruit, Soldaat van Oranje, Zwartboek en Hollywoodkrakers als RoboCop en Basic Instinct begon als Leidse student films te maken. Het Filmhuis Den Haag toont zondag een aantal van deze vroege werken: Kopjes Koffie, De Zoen, Niets Bijzonders, Feest! en De Worstelaar. Verhoeven is er zelf ook bij en zal vragen vanuit de zaal beantwoorden.

Aan de telefoon heeft hij ook vraag. ‘Waar wou je het nou eigenlijk over hebben?’

Over uw studentenleven in Leiden bijvoorbeeld. U ging in 1956 wis- en natuurkunde studeren en werd lid van het corps.
‘Tja, wat moet ik daar nou over zeggen? Ik heb het uitgebeeld in Soldaat van Oranje toch? Je had al dat gedoe met de groentijd. Verder ditjes en datjes met vriendinnetjes, zoals iedereen dat doet. Er was niets bijzonders aan.

‘Voor mij was de groentijd oké. Ze hebben mij niet te pakken genomen. Maar andere feuten op een schandalige manier wel. Dan moesten ze bijvoorbeeld naakt over de tafel lopen. Ik heb het allemaal gebruikt voor de film, bijvoorbeeld in de scène met de soepterrine die de preses op het hoofd van de feut zet.

‘Ik vond de groentijd dichtbij het fascisme staan. Er kwamen in die tijd mensen om tijdens de ontgroening, nietwaar? In mijn lichting is er gelukkig niemand doodgedaan.’

Wanneer begon u met het maken van films?
Nu is hij vol enthousiasme. ‘Ik maakte in mijn studentenjaren filmpjes voor de lol. Mijn oom had in Indonesië een 16 mm-camera gekocht en gaf die aan mij. Langzaam ben ik toen met wat vrienden van het corps wat korte films gaan maken. We hadden de Leidse filmmaatschappij opgezet. Het stelde niets voor, maar toch we noemden het zo. Voor een tientje ofzo kon je aandelen kopen. Op die manier is het filmpje Niets Bijzonders bijvoorbeeld gemaakt.’

Voor het lustrum van het corps maakte u in 1960 Eén hagedis teveel, een best wel surrealistische film over een student die te maken krijgt met een vrouw die van gedaante verandert.
‘Klopt. Rechtenstudent Jan van Mastrigt, met wie ik zeer goed bevriend raakte, had een scenario geschreven. Het is een nogal merkwaardige prent. Als je ernaar kijkt, denk je: waar heeft hij het over? Ik zat naast prinses Beatrix (die toen ook studeerde en lid was van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden, red.), een intelligent en prettig persoon. Ze vond het wel leuk, en ze had snel de twist in de film door en zei dat tijdens de voorstelling ook tegen ons. Lang niet iedereen had het door.

‘Filmen was niet meer dan een hobby naast de studie. Maar ik voelde dat ik niet briljant genoeg was in de wiskunde om écht iets in dat veld te betekenen. Dingen die andere natuurkundigen hadden verzonnen, be it Einstein of Lorentz of whatever, kon ik begrijpen. Ik kan na-apen, maar niet zelf met iets nieuws komen. Ik zou waarschijnlijk, net als mijn vader, onderwijzer zijn geworden. Maar ik wilde zélf dingen verzinnen.’

U raakte uw scenarist en vriend kwijt.
‘Jan pleegde in 1964 zelfmoord. Dat was een klap van heb ik jou daar, echt een dreun. Ik kon het niet begrijpen. Er moet al een hele tijd van alles gespeeld hebben. Met een andere vriend, Dirk Wiersma, hadden we de dag daarvoor nog met zijn drieën geluncht. Toen Jan wegliep om naar huis te gaan - hij ging niet mee borrelen omdat hij de volgende dag een tentamen moest herkansen - had ik een bepaald voorgevoel. Ik zei tegen Dirk: “Wat een vreemde jongen is het toch”. Ik weet niet waar die opmerking vandaan kwam. Ik moet gevoeld hebben, maar niet begrepen, dat hij die dag al rondliep met het idee: morgen ben ik er niet meer.

‘Het wegvallen van Jan was ongeveer het moment dat ik in dienst moest. Na mijn doctoraal werd ik meteen “opgepakt” om in het leger te gaan. Ik had de studie niet meer als reden tot uitstel. Nu is het afgelopen met de filmpjes, dacht ik.’

Dat was niet zo.
‘Toevallig bestond in 1965 het Korps Mariniers driehonderd jaar en ik kreeg, mede vanwege mijn Leidse filmpjes, de opdracht daar een documentaire over te maken. Ik zat al in dienst en ze moesten me toch betalen, nietwaar. Generaal Van Nass vond dat ik dan ook wel kon regisseren.’

Het werd een spectaculaire actiefilm met mariniers, kikvorsmannen, helikopters, amfibievoertuigen en zelfs een vliegdekschip.

‘De documentaire was heel erg beïnvloed door de Bondfilms met Sean Connery: From Russia with Love en Goldfinger. Die prent over het Korps werd best aardig en bracht me op de radar van film- en televisieproducenten. Ze dachten: die jongen kan wel iets spannends maken.’ 

Na zijn diensttijd maakt Verhoeven samen met scenarist Gerard Soeteman in 1969 de serie Floris over een door Rutger Hauer gespeelde jonge edelman die in de Middeleeuwen probeert zijn landgoed terug te veroveren. De serie is een groot succes. In de jaren zeventig volgen kaskrakers Turks Fruit en Soldaat van Oranje – ook met Hauer in de hoofdrol.

Verhoevens stijl, met veel expliciete seks en geweld, slaat aan. In 1980 filmt hij Spetters over de lotgevallen van jongeren in het arbeidersmilieu in Maassluis met daarin onder andere een homoseksuele verkrachtingsscène. Filmcritici haten de film. Volgens de Volkskrant is Spetters een ‘diepzwarte poel voor personen wier geestelijke groei na drie jaar is opgehouden’. Het AD houdt het op ‘ranzig en grof’.

Wat vond u van die reacties?
‘Recensenten waren compleet pissed off, maar dat kon me geen zak schelen. Ze zagen het verkeerd en de mensen kwamen toch wel naar de bios, dus waar zou ik me zorgen over maken?’

Jullie kregen ook van activisten het verwijt homofoob te zijn.
‘Dat was onterecht. Het is een gedurfde en brutale film natuurlijk, maar gebaseerd op de werkelijkheid. Het is juist een heel erg open minded film die toont wat er in het echte leven gebeurt. En de werkelijkheid was dat er homofobie was, en nog steeds is. Gerard had ook een homoseksuele vriend die was mishandeld, dat verhaal zit er ook in.’

De kritiek van de recensenten had ook betrekking op de expliciete seks in deze en andere films van u.
‘Wat is het bezwaar tegen seks? Bijna iedereen doet het, toch? Het is de basis van ons bestaan. Volgens Darwin heeft de natuur besloten dat het beter was om het mannelijk en het vrouwelijke te scheiden. Dan moet je op elkaar gaan liggen, en dan komen er baby’s. De natuur wíl door; gebruikt jou om baby’s te maken.’

Het gaat er meer om over hoe u seks in beeld brengt.
‘Het zal wel, ik doe het gewoon zoals ik het doe. Je moet niet fantaseren, dan wordt het pornografie, maar laten zien hoe het is. Seks is een noodzaak, altijd aanwezig in het menselijk bestaan, net als geweld. Dat heeft de natuur verzonnen.’

Over seks gesproken. Uw film Showgirls over de erotische dansrevues in Las Vegas flopte en kreeg zelfs een flink aantal zogeheten Razzies voor de slechtste film van het jaar die u wel zelf in ontvangst kwam nemen. Inmiddels geldt de film als cultklassieker.
‘Het is omgeslagen ja. Ook hier geldt: het was allemaal de werkelijkheid. We zaten maanden in Vegas voor research en spraken met erotische dansers. Alles wat de personages deden in Showgirls was gebaseerd op interviews met mensen die daar werkten. De film is een koekje van eigen deeg voor de Amerikanen, nietwaar. Alleen hadden ze dat toen niet door. Nu hebben bepaalde groepen dat wel.’

 

Paul Verhoeven (links) in 1967 als paranimf bij een Leidse promotie

De waarschuwing tegen het fascisme in Starship Troopers kwam bij de Amerikanen ook niet door.
‘Het werd verkeerd begrepen. We kregen het verwijt juist neonazi’s te zijn. Je volgt een groep leuke en frisse jongeren van de aarde die vechten tegen insectachtige aliens. Als kijker denk je eerst dat de mensen de helden zijn, de good guys, maar je wordt steeds meer aan het twijfelen gebracht. De “helden” zijn misschien wel fascisten.

‘Er zit een uitgebreide verwijzing in naar de film Triumph des Willens van nazi-regisseur Leni Riefenstahl. Het publiek pakte die clou niet op. Sommige Amerikanen voelden toch wel aan dat ik verwees naar hun maatschappij en reageerden daarom zo boos. Ik denk dat Starship Troopers een heel vooruitziende film is, als je kijkt wat er nu allemaal aan de hand is in Amerika. Het is heel triest om te zien.

‘Ik ben uit 1938, dus was een klein kind gedurende de oorlog. De Duitsers heersten, het gebeurde allemaal bij mij om de hoek in Den Haag, maar ik wist niet precies wat er aan de hand was. Later was ik erg geïnteresseerd in de oorlog. Ik heb er ook veel over gelezen en ooit een documentaire over Mussert gemaakt. De situatie is nu weer uiterst gevaarlijk.’

Waar bent u nu mee bezig?
‘Ik ben samen met Ed Neumeier (scenarist van RoboCop en Starship Troopers) bezig aan een scenario voor een Amerikaanse film. De titel is Young Sinner en gaat over een jong evangelisch meisje dat in Washington werkt voor een senator die uiteindelijk president wordt. We zijn bijna klaar. Nu is het kijken of mensen het durven te maken. Het is een typisch Amerikaanse setting, die laat zich niet vertalen naar het Frans of Hollands, you know.

‘Het is een provocerend verhaal. Niet zwaar, maar vaak komisch. Het is mijn visie op religie. Ach, wat betreft het kiezen van thema’s verander je toch niet zo erg als je ouder wordt, haha.’

Zit er ook religie in RoboCop?
‘Ja, het is een satire met een onderlaag van katholieke denkbeelden. De agent die helemaal aan gruzelementen is geschoten, komt deels als machine weer tot leven. Het is als de terugkeer van Jezus na de bloedige kruisiging. Er is een scène waarin Robocop over water lijkt te lopen. Dat is de enige directe verwijzing. Robocop is wel een Amerikaanse Jezus, want op het eind schiet hij de bad guy dood in plaats van hem te arresteren.

‘Maar er zit ook veel humor in. Aan het begin schiet een zwaarbewapende robot een medewerker van het bedrijf dat het ding heeft gemaakt helemaal kapot met tachtig kogels. Er is niets van die kerel over en dan roept iemand nog: “Someone call a goddamn paramedic!” Dat vind ik nou een heel leuke scène.’

Gerard Soeteman vertelde eerder in Mare dat jullie elkaar niet meer spraken. Is het contact ooit weer hersteld?
‘Het is gelukkig weer goedgekomen. Gerard en ik hadden een groot probleem over de film Benedetta (over twee lesbische nonnen, red.). Hij vond dat ik wat hij had geschreven niet op waarde schatte en trok zich terug uit het project. De vriendschap was afgelopen, leek het. Vorig jaar hebben we het in een cafétje bijgelegd.

‘Gerard heeft een plan dat ik leuk vind. Hij heeft een verhaal in gedachten over twee vrouwen, waarschijnlijk zusjes, die in de periode 1938-1942 in de revue terechtkomen. Dan moet je denken aan de revues van Fien de la Mar en Louis Davids, die sfeer. Het is nu kijken of deze projecten gaan lukken. Vraag het me maar over drie of vier maanden…

‘Zo, ik geloof dat je nu wel genoeg hebt hè? Bye.’

Den Haag - Leiden - Hollywood

Paul Verhoeven wordt op 18 juli 1938 in Amsterdam geboren en verhuist in 1943 naar Den Haag. Hij maakt daar het geallieerde vergissingsbombardement op het Bezuidenhout mee, iets wat grote indruk op hem maakt.

Na het gymnasium gaat hij in 1956 wis- en natuurkunde studeren in Leiden en wordt hij lid van het corps. Tijdens zijn studie, die hij afrondt, maakt hij een aantal korte films, waaronder Eén hagedis teveel voor Minerva.

In militaire dienst maakt hij een documentaire over het Korps Mariniers. De film zorgde ervoor dat hij in 1969 de serie Floris mag maken. Het is zijn doorbraak.

Wat zien ik?
volgt in 1971. In 1973 scoort hij een enorme hit met de verfilming van Turks Fruit, de roman van Jan Wolkers.

In 1975 volgt Keetje Tippel en twee jaar later de kaskraker Soldaat van Oranje. In Nederland maakt hij nog Spetters (1980) en De vierde man (1983).

Vervolgens vertrekt hij naar Hollywood. Zijn eerste film daar is Flesh+Blood (1985). De film doet weinig, maar RoboCop (1987), Total Recall (1990) met Arnold Schwarzenegger, en Basic Instinct met Sharon Stone en Michael Douglas zijn wereldwijde successen. Na de flop Showgirls (1995) maakt hij in Hollywood nog de invloedrijke sciencefictionfilm Starship Troopers (1997) en het weinig succesvolle Hollow Man (2000).

Het wordt vervolgens een tijd stil rond Verhoeven, maar in 2011 slaat hij terug met de Nederlandse oorlogsfilm Zwartboek. Zijn Franse film Elle (2016) wordt zeer goed ontvangen, dat geldt niet voor zijn meest recente film Benedetta (2021).

Verhoeven op de set van RoboCop

Paul Verhoeven, filmer uit het Bezuidenhout. Vertoning van Kopjes Koffie, De Zoen, Niets Bijzonders, Feest! en De Worstelaar, vervolgens Q&A-sessie met de regisseur. Zondag 27 oktober, Filmhuis Den Haag

 

> Lees ook het interview met scenarist Gerard Soeteman:Je kunt beter prins in Nederland zijn dan bedelaar in Hollywood’ en het interview met Paul Verhoeven over zijn Jezus-biografieJezus liet ook gewoon scheten