Achtergrond
Passen ze ook allemaal?
Leiden is in trek bij studenten: veel opleidingen groeien. Alleen zijn cijfers van de vooraanmeldingen volkomen onbetrouwbaar. Hoe richt je het onderwijs in als pas bij het eerste college blijkt hoeveel eerstejaars er daadwerkelijk komen opdagen? ‘Dit is niet goed voor je gezondheid.’ ‘Ik heb bij het eerste college de koppen geteld. Nu weten we eigenlijk pas echt hoeveel studenten in Leiden psychologie studeren’, zegt Arjaan Wit, de opleidingsdirecteur van psychologie. ‘Er zijn 330 studenten die de internationale variant van de bachelor volgen en er is plek voor 285 in de collegezaal. Die eerstejaars waren er echter niet allemaal present, een paar mensen zaten nu op de trap.'
donderdag 7 september 2017
'De onzekerheid over studentenaantallen is stressvol. De lontjes op de werkvloer zijn wat korter.’ © Sebastiaan de Groot

Door Vincent Bongers 'Na een paar weken komen er altijd wat minder studenten, dus dat komt wel goed,’ aldus Wit. De afgelopen maanden is de opleiding bezig geweest om in te schatten of studenten die zich hebben aangemeld ook echt naar Leiden komen. ‘Het is door eigen recherchewerk dat we ongeveer weten hoeveel mensen we mogen verwachten. Die onzekerheid is stressvol. De lontjes op de werkvloer zijn wat korter.’ 

‘Het is niet goed voor je gezondheid’, stelt instituutsmanager Anna Zandvliet. ‘Medewerkers slapen er slecht van.’

Volgens de cijfers van Studielink heeft de Universiteit Leiden 1000 vooraanmeldingen meer in de bachelor dan vorig jaar. Een enorme groei, althans: op papier dan. De Universiteit van Amsterdam mag een mega-invasie van 3500 eerstejaars verwachten.

‘Het is een lijst waarop je niet kunt bouwen’, legt Wit uit. ‘We hadden op een bepaald moment 1700 vooraanmeldingen. Die getallen worden opgepikt door de media en gaan een eigen leven leiden. Maar studenten melden zich bij verschillende opleidingen en universiteiten. Dan kun je zo’n aanmelding wel voor de helft of eenderde meetellen, maar als die student toch naar Leiden komt, moet je wel een hele stoel in de collegezaal hebben.’

Zandvliet durft nog geen definitief cijfer te geven ‘maar in totaal verschijnen er tussen de 710 en 720 eerstejaars bij psychologie. Dan gaat het om de Engelse en Nederlandstalige bachelor samen.’ Dat is ook getal dat het instituut had ingeschat. ‘Dat is echt heel knap gedaan. Daar zitten heel veel uren in’, aldus Wit. ‘We konden ook niet uitgaan van vorig jaar. Toen was er nog een fixus, die is nu geschrapt.’

In 2016 waren er rond de 500 eerstejaars. ‘Dat betekent nu acht werkgroepen en zestien tutoren extra’, zegt Wit.

Zandvliet: ‘Stel dat er honderd studenten meer komen dan verwacht, dan is dat echt een drama.’

Wit: ‘De 1700 die Leiden op hun lijstje hebben staan, vragen we om mee te doen aan de verplichte matching. Dat is de eerste schifting: dan ben je er al zo’n 700 kwijt. Ook van de groep die wel meedoet, valt een gedeelte af.’

Zandvliet: ‘In juli sturen we dan een mail aan de studenten die de matching hebben gedaan: “Kom je ook echt?” Studenten die antwoorden niet naar te Leiden komen, streep je weg. Weer wat later sturen we een nieuwe mail: “Als je niet reageert, dan is er geen plek voor je.” Dan zijn er altijd weer studenten die alsnog komen. Je haalt allerlei trucs uit om te achterhalen wie er allemaal in september in de collegezaal zitten.’

Werkdruk is een issue

Ook filosofie groeit flink. ‘Een van onze masteropleidingen verdubbelde in twee jaar tijd, van 25 naar 50 studenten, terwijl de bachelor in vijf jaar groeide van 50 naar 80 eerstejaars studenten’, zegt onderwijsdirecteur Jan Sleutels. ‘Het lijkt erop dat onze nieuwe Engelstalige bachelor 54 studenten trekt. We moeten nog afwachten of dat klopt, maar hebben natuurlijk al maanden geleden moeten plannen hoeveel colleges, werkgroepen en docenten we komend jaar nodig hebben.

'Wel werd het steeds duidelijker dat onze prognoses conservatief waren. We gingen uit van 20-30 extra studenten, maar daar gaan we dus duidelijk overheen. We hadden al nieuwe stafleden aangesteld, onder wie een hoogleraar, maar dat bleek niet genoeg. Dus hebben we in allerijl nog meer docenten geworven. De timing van dat last minute-werk in de zomermaanden is niet echt gelukkig, vanwege tentamens, hertentamens, scripties, deadlines voor onderzoek en vakanties. Werkdruk is een issue.

'Het afgelopen jaar is sowieso enerverend geweest: niet alleen rollen we een nieuwe opleiding uit, maar ook verhuisden we van de Reuvensplaats naar het P.J. Veth-gebouw en hadden we een visitatie voor onze drie opleidingen.’

Een ander probleem: geld. ‘We worden gefinancierd op basis van behaalde studiepunten, maar die inkomsten zien we pas na twee jaar na dato. We moeten de groei dus voorfinancieren. Gelukkig kunnen we daarvoor putten uit reserves, en heeft de faculteit ons extra middelen gegeven om de Engelse opleiding op te zetten.’

Soms wordt het echt te druk bij een opleiding. De master International Relations krijgt volgend jaar een capaciteitsbeperking. Ondanks een negatief advies van de studentengeleding in de universiteitsraad mogen maximaal vierhonderd studenten de opleiding volgen. 

‘We waren ook huiverig voor zo’n cap en hebben ons daar eerst ook tegen verzet’, zegt Dennie Oude Nijhuis, opleidingsvoorzitter van de master. ‘Zes jaar geleden begonnen we met twintig studenten. Nu zijn dat er vierhonderd. Het is iets te snel gegaan allemaal. Het gevaar bestaat dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan. We zijn echt bang dat we niet voldoende docenten en scriptiebegeleiders kunnen binnenhalen en dat we teveel studenten per werkgroep gaan krijgen.’

Het is wel een duivels dilemma, geeft hij toe. ‘Je straft studenten die de master willen doen, maar niet worden toegelaten. Maar zonder een maximum straf je studenten die een opleiding volgen waar het onderwijs mogelijk niet meer op het vereiste niveau is.’

Het op het laatste moment aantrekken van extra docenten met tijdelijke contracten werd ‘steeds lastiger’. ‘Die kortlopende verbintenissen vind ik problematisch. Een specialist binnenhalen met een jaarcontract, dat kun je eigenlijk niet maken.’

Er dreigt een tekort aan ruimte

‘Sterke groei is lastig’, zegt Joost Augusteijn, de opleidingsdirecteur van International Studies. Deze Haagse studie van de faculteit Geesteswetenschappen bleek een enorme hit. ‘De opleiding krimpt dit jaar: we verwachten 530 eerstejaars, vorig jaar waren dat er nog 630. Dat vind ik niet zo erg. We streven naar een jaarlijkse instroom van 550. Het Wijnhavengebouw heeft een collegezaal voor maximaal 560 studenten. Nu hoeven we colleges niet te streamen of dubbel te geven.

Snelle groei geeft organisatorische problemen voor studiecoördinatoren en de administratie. 'Bij ons willen veel meer studenten naar het buitenland. Dat was moeilijk om op te vangen.’

Verder ontbrak het ook aan voorzieningen in Den Haag. ‘Er komt nu in 2018 een Student Centre aan de Turfmarkt.’

Dan is er nog het dreigende tekort aan ruimte in de Wijnhaven zelf. ‘Voor de acht extra universitair docenten is nog plek. Maar volgend jaar komen er nog vijf, die kan ik niet accommoderen. Er is gewoon niet genoeg ruimte in dit gebouw.’

Het universiteitsgebouw aan de Wijnhaven biedt ook onderdak aan de nieuwe bachelorvariant International Relations and Organisations (IRO) van politicologie. ‘We hebben veel meer studenten dan vorig jaar’, aldus Maria Spirova, de opleidingsdirecteur van het instituut Politieke Wetenschap. ‘Aanvankelijk planden we voor ongeveer 200 studenten. Maar we hebben onze doelen bijgesteld. We waren voorbereid op de komst van 500 eerstejaars, het worden er 475.’

Volgens Spirova is er nu nog genoeg ruimte in het Wijnhavencomplex. ‘We hebben elf universitair docenten en drie studieadviseurs aangenomen. Voor hen is nog plek, maar het is wel al duidelijk dat de universiteit voor de toekomst op zoek moet naar meer panden in Den Haag.’

‘Als er een manier zou zijn om eerder duidelijkheid te krijgen over studentenaantallen, zou ik het toejuichen’, zegt Jan Sleutels van wijsbegeerte. ‘Ik benijd wat dat betreft wel opleidingen die selectie aan de poort hebben. Zij weten precies hoeveel studenten er komen.’

‘Er moet echt iets gebeuren’, vindt Wit. ‘De tien psychologieopleidingen in het land zijn het er over eens dat een landelijke fixus rust in de tent brengt. Toch lukt het maar niet om dat voor elkaar te krijgen.’

Het is goed dat studenten zich bij verschillende universiteiten oriënteren, zegt hij. ‘Dat moet ook zo blijven. Maar het zou cruciaal zijn als de knoop al eerder wordt doorgehakt en dat ze op 1 juli een definitieve keuze maken voor een opleiding.’