Ja hoor, daar gaan we weer: opnieuw schakelen er een paar bachelor-opleidingen over op het Engels (Mare 30, 1 juni). Dit keer gaat het om informatica en natuur- en sterrenkunde. Het zijn niet de eerste, en als ik de geluiden her en der goed interpreteer zullen het ook niet de laatste zijn.
Waarom al die opleidingen in het Engels moeten? Om de buitenlandse student te accommoderen. En dat terwijl het hoger onderwijs in Nederland primair bedoeld is voor Nederlandse studenten. Is die Engelstaligheid in de bachelor dan in hun belang? Dat is niet het geval. En er zijn andere consequenties waar we ons van bewust moeten zijn als we deze trein helpen doordenderen.
1. Het is niet in het belang van de Nederlandstalige student
Wat mij elke keer weer het meest verbaast is de lichtvaardigheid waarmee we omspringen met de belangen van al die kwetsbare jonge mensen die vers van de middelbare school aan een universitaire opleiding beginnen. Opeens krijgen ze geen onderwijs meer in de taal waarin dat het meest effectief zou zijn, hun eigen taal. Opeens vindt de kennisoverdracht plaats in een taal die ze niet volledig beheersen, waardoor er van alles langs hen heen gaat. Opeens moeten ze zich in woord en geschrift uitdrukken in een taal die niet de hunne is, waardoor ze allerlei nuances in hun denken niet kunnen uitdrukken, zoals zo mooi verwoord door Marit de Roij in haar column in Mare van 1 juni. En dan heb ik het nog niet over de Nederlands-moedertalige docenten die het Engels niet allemaal even goed beheersen, en dat het zonde is dat zij beperkt worden in wat ze de studenten kunnen bieden.
Alles-in-het-Engels is dus niet in het belang van de Nederlandstalige student. Waarom gaan we hier niet zorgvuldiger mee om? Ze moeten toch Engels leren? Natuurlijk moeten ze Engels leren! Maar dat kan ook zonder de kern van het onderwijs – maximaal grondige verdieping in een vakgebied, actief zowel als passief – op het tweede plan te zetten. Het is niet zo dat het hoger onderwijs maar één doel heeft, namelijk het Engels van de Nederlandse student opkrikken (Jantje krijgt z’n bachelor natuurkunde; hij heeft geen idee wat Lifshitz-symmetrieën zijn, maar zijn Engels is top!). Bij natuurkunde moeten de studenten in de eerste plaats natuurkunde leren, bij taalwetenschap taalwetenschap, enz.
De studenten willen het zelf, wordt er wel gezegd. Sommigen wel, maar anderen niet, en volgens mij zijn dat er meer. En niet alles hoeft in het Nederlands. Studenten Chinastudies (mijn eigen opleiding), geven steevast aan dat de huidige mix hun goed bevalt: sommige vakken in het Engels, andere in het Nederlands. Ze zeggen er vaak ongevraagd bij dat ze blij zijn dat er vakken in het Nederlands worden gedoceerd. Soms kiezen ze een vak omdát het in het Nederlands gegeven wordt. Let wel: dit zijn studenten Chinastudies, die hun blik gericht hebben op het buitenland.
2. Het is niet in het belang van de samenleving
Door het hele hoger onderwijs te verengelsen leiden we een elite op die zich in het Nederlands niet adequaat kan uitdrukken. Nu al verloopt de communicatie tussen de verschillende lagen van de samenleving moeizaam, als het zo doorgaat spreken ze straks letterlijk niet meer dezelfde taal. Maar mogelijk kan de Nederlandse samenleving ons ook al niks schelen. Wij en onze kinderen, wij redden ons toch wel.
3. Het is niet in het belang van het Nederlands
Denk niet dat de verengelsing zal stoppen bij de bachelor alleen. Om ze voor te bereiden op een Engelstalige bachelor zullen ouders hun kinderen naar Engelstalige vwo’s sturen. Om met Herman Brusselmans te spreken: Hoe zou je zelf zijn?
En daar blijft het natuurlijk ook niet bij. Er zullen meer en meer basisscholen komen die kinderen voorbereiden op Engelstalige middelbare scholen. Langzaam maar zeker zal het Nederlands verdwijnen uit steeds meer sectoren van de samenleving.
De literatuur zal een van de eerste slachtoffers zijn. Schrijvers zullen niet meer in het Nederlands schrijven – ze kunnen het niet meer, al zouden ze het willen. Nog een decennium of vijf, zes en het Nederlands heeft in Nederland de positie die het Fries nu in Friesland heeft. Op school een paar halfslachtige uurtjes, en qua literatuur niet veel meer dan poëzie die vrijwel niemand nog kan lezen. Bij sommige winkels (winkels?) kun je nog in het Nederlands terecht, maar verder nergens meer.
Internationalisering kan ook zonder het belang van de student en de samenleving te schaden, en met oog voor het behoud van het Nederlands. Wanneer gaan we daar aan deze universiteit eens serieus over praten?
Rint Sybesma is hoogleraar Chinese taalkunde