Net als geld, rijkdom of schoonheid is ook het leed oneerlijk verdeeld in de wereld. Vraag aan mensen wat het ergste is wat zij ooit meemaakten en de antwoorden lopen uiteen.
Sommigen hebben maar één ouder. Of ze hebben er twee, maar die vechten elkaar de tent uit. Hun beste vriend pleegde zelfmoord. Ze konden niet mee op schoolreisje omdat er thuis geen geld voor was. Ze werden op het schoolplein in elkaar geslagen omdat ze alleen zwart droegen, of juist geen zwart, of te veel rood. Ook een dood konijn veroorzaakt krassen op de ziel, vindt de universiteitspsycholoog. Niet iets waarvan de meeste achttienplussers meer dan twee nachten wakker liggen, maar goed. Je kunt andermans ellende nu eenmaal niet met elkaar vergelijken.
Veel mensen lijden onder het beeld dat anderen van ze hebben. Ligt dat aan anderen of ligt dat aan hen? Mensen oordelen snel, al helemaal als het gaat om psychische problemen. Je ziet geen mitella’s of rolstoelen, dus het lijkt of iemand oké is. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn.
Sommige mensen hebben zo veel last van hun stoornis dat ze de hand aan zichzelf slaan. Maar lijden mensen die dat niet doen misschien niet net zo hard? Niemand heeft een raampje in zijn hoofd waardoor je even naar binnen kunt kijken, dus ook de psychiater kan dat niet.
Dat soort vragen vallen in het niet bij de praktische misstanden rond depressie. De wachtlijsten bij de meeste klinieken zijn ellenlang. Het duurt drie tot vijf weken voor je aan de beurt bent voor een intakegesprek. Vervolgens moet je meer dan een maand wachten voor je daadwerkelijk wordt behandeld.
En dan de medicijnen: de ‘beginnerspil’ Citalopram veroorzaakt bij meer dan tien procent van de gebruikers nervositeit of slapeloosheid, terwijl dat ook bijverschijnselen zijn van de depressie waarvoor ze in behandeling zijn.
Eén op de tien krijgt last van meer eetlust, minder eetlust, gebrek aan motivatie, gebrek aan emotie, te veel emotie maar in de vorm van angst, verhoogde bloeddruk, verlaagde bloeddruk, moeite met plassen of juist teveel plassen.
Daarnaast lopen jongvolwassenen die antidepressiva slikken een verhoogd risico om suïcidaal gedrag te vertonen.
Tel daar een mogelijk placebo-effect bij op, en het lijkt of niemand meer weet wat de medicijnen nou nog voor goeds doen met de patiënt. Ondertussen schrijven artsen dit soort medicatie wel steeds meer voor aan jongeren, omdat hun klachten klaarblijkelijk overeenkomen met wat er in DSM-5, de bijbel voor psychische stoornissen, staat.
Voorkomen zou duizend keer beter zijn dan genezen. Aan de Katholieke Universiteit Leuven vinden ze dat ook, en dus richtten ze een buddysysteem op waarbij sjaarzen worden gekoppeld aan ouderejaars. Zo bouwen ze een betere buffer op tegen angst-, eet- of stemmingsstoornissen, is het achterliggende idee.
Is er in Leiden niet ook zo’n buddysysteem? Ja, maar alleen voor studenten met autisme. Voor de rest is geen geld. En, zo wordt verondersteld, depressieve studenten hebben al sociaal contact – in de vorm van therapie.
Het is om depressief van te worden.
Monica Preller