‘Diep ongelukkig’, voelde Hui-Hui Pan zich toen ze na haar studie in 2006 bij Heineken ging werken. Haar collega’s waren bijna allemaal man en lid geweest van het corps.
‘Ik kwam er heel snel achter dat ik niet in het plaatje paste. Ik was er met de beste bedoelingen neergezet: Heineken wilde meer vrouwen en meer mensen van kleur. Maar als je er daar maar één persoon van neerzet, vraag je diegene eigenlijk te assimileren met de rest.’
Het bleek geen goede match, maar het zorgde er wel voor dat Pan zich vanaf dat moment veel ging bezighouden met diversiteit en inclusie. Het resultaat is onder meer de oprichting van Pan Asian Collective, een platform waar ze Aziatische rolmodellen in Nederland bij elkaar brengt en een podium biedt.
Donderdag komt ze naar de Universiteit Leiden om te praten over het gebrek aan representatie van Aziatische Nederlanders in discriminatieonderzoek.
‘Ik denk dat veel Aziatische Nederlanders zich niet als Aziaat zien’, zegt Pan. ‘De meesten zijn niet in clusters, maar juist heel verspreid opgegroeid. Ze groeien daardoor op in een heel witte omgeving met weinig anderen die op hen lijken. Daardoor identificeren zij zich allereerst als wit.’
Pan ervoer dat zelf ook zo. ‘Als tiener wilde ik zijn als mijn klasgenootjes: ik wilde blond haar en ouders die er “normaal” uitzagen, want dat was het beeld dat je van de normale wereld had.’
Hoe kan het dat we zo’n slecht beeld hebben van anti-Aziatisch racisme?
‘Het aantal onderzoeken hiernaar is in Nederland op één hand te tellen. Dat is toch opvallend, voor een land waarin al sinds 1900 migranten uit Azië wonen. Pas begin jaren tachtig, toen bleek dat de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders niet teruggingen naar hun land van herkomst, was er behoefte aan een minderhedenbeleid.’
‘In die tijd bleek ook dat Chinezen het relatief goed deden op school. In de ogen van Nederland hadden zij dus geen hulp nodig. Maar ook vanuit de Chinese gemeenschap kwam niet de roep er graag bij te willen horen. Men stelde zich heel bescheiden op. Om die twee redenen kon het gebeuren dat Aziatische Nederlanders nooit zijn meegenomen in de officiële onderzoeken. We weten ook niet goed over wie we het precies hebben. Ik denk dat bijna niemand een goed antwoord zou geven.’
Wat is het goede antwoord?
‘Mensen denken bij Aziaten vaak aan Oost-Azië. Terwijl het continent geografisch gezien reikt tot aan Turkije. De gesprekken in Nederland worden heel anders gevoerd dan die in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten: daar wordt Zuid-Azië direct meegenomen. In Nederland weten we het niet zo goed.
‘Het Centraal Bureau voor de Statistiek kijkt bijvoorbeeld naar land van herkomst. Maar daartoe worden alleen eerste- en tweedegeneratiemigranten gerekend, de generaties daarna niet meer.
‘Ook geadopteerden gelden als honderd procent Nederlander, terwijl een groot deel uit Azië komt. Er wordt dus maar een deel van de Aziatische bevolking geteld, waardoor er geen goed zicht is op de gemeenschap.’
En ondertussen is het racisme tijdens de pandemie toegenomen.
‘Ja, in 2020 waren er meer dan 5500 meldingen van incidenten. Dat was meer dan een derde van het totaal: een significante stijging vergeleken met de periode daarvoor. Het gaat van micro-agressies, zoals nageroepen worden op straat, tot arbeidsdiscriminatie, seksisme en institutioneel racisme. Net als de andere groepen, hebben ook Aziaten met elke denkbare vorm van racisme te maken. Het is alleen nooit echt besproken.
‘Ik denk dat het te maken heeft met het koloniale verleden. De kolonies zijn groot geworden door een verdeel-en-heersstrategie. Verschillende groepen werden in een klassensysteem geplaatst waarbij de ene groep dit mocht en de andere dat. Zo werd vanaf het begin al ongelijkheid in het systeem ingebouwd.’
‘De Aziaten zijn daarbij als een soort spiegel gebruikt: “Kijk, zij doen het goed. Zij maken geen stampij, zij klagen nooit, ze ruimen altijd hun eigen rommel op, ze werken hard en zijn niet crimineel.” Terwijl dat natuurlijk maar deels waar is: in elke bevolkingsgroep zitten criminelen, overal heb je hoog- en laagvliegers. Maar de Aziaten gingen zich naar dit beeld gedragen, waardoor een grote sociale druk op hen werd gelegd.’
Hoe belangrijk is het voor de Aziatische gemeenschap in Nederland dat zij in de toekomst ook worden betrokken bij onderzoek naar racisme en discriminatie?
‘Heel belangrijk, omdat we achterlopen op het gebied van emancipatie. Als je Nederland vergelijkt met bijvoorbeeld de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, dan zie je dat de gemeenschap daar veel beter is verenigd.
‘Hoe vaak zie je hier op tv nou een Aziatische Nederlander? Dat zijn er heel weinig, terwijl ongeveer tien procent in Nederland Aziatisch is. In de Tweede Kamer hadden we tot 2017 Mei-Li Vos, zij is half Chinees. Nu hebben we helemaal niemand.’
Verandert dat als onderzoek naar racisme wordt verbreed?
‘Het is een beginpunt. Het gaat erom wat je met dat onderzoek doet. Wil je een inclusievere wereld bouwen, dan zul je ook continu moeten nadenken of de samenleving in de media en politiek goed wordt gerepresenteerd. Dat is een proces van lange adem.
‘Veel mensen die zich bezighouden met diversiteit en inclusie hebben een soort afvinklijstje van mensen die ze willen hebben. Zodra dat is gelukt, is het plaatje compleet. Maar als je nooit top of mind bent, zoals vaak gebeurt bij Aziatische Nederlanders, word je altijd vergeten.’
Zijn er ook nog andere manieren om het proces te versnellen?
‘Het zou erg helpen als mensen zich meer uitspreken en actief deelnemen aan de discussie: niet alleen de Aziatische Nederlanders, maar alle Nederlanders.’
Waar hoop je dat we over tien jaar staan in deze discussie?
‘Om te beginnen bij donderdag: mijn doel is niet zozeer dat we dé oplossing weten te bedenken, maar dat we de discussie weten te openen en dat mensen zich ervan bewust worden dat er veel meer onderzoek moet worden gedaan naar deze gemeenschap en het racisme waarmee zij te maken hebben.
‘Dat we het over tien jaar hebben opgelost, is een utopie. Wel hoop ik dat we dan in Nederland meer verenigd zijn en dat de zichtbaarheid van de verschillende Aziatische groepen veel duidelijker naar voren komt. Dat zij trotser zijn op waar ze vandaan komen. Een multi layered identiteit moet je als kracht zien, niet als een last die je meedraagt.’
Asian(s) in The Netherlands. Donderdag 21 april, 19-21 uur. Pieter de la Courtgebouw, zaal 1A20. Aanmelden kan hier.