Door Marleen van Wesel ‘Oei, een steekmug uit nummer acht ontsnapt!’ zegt Maarten Schrama, postdoc-onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML). Hij opent net een van zijn mesocosms. ‘Experimentele vijvers’, verduidelijkt hij. Het zijn enkele tientallen kuipen, bijna tot de rand ingegraven en overdekt met groen gaas, in de vroegere Clusiustuin, verscholen achter de Hortus. ‘Tegenwoordig doet deze plek verder dienst als nursery, waar de planten worden opgekweekt voor ze in de Hortus te zien zijn.’
Schrama neemt haast elke ochtend, tussen zeven en acht, samples uit de mesocosms. ‘Ik onderzoek momenteel de effecten van vervuiling door mensen, op ziekteverspreiders.’ In zijn emmers worden muggen blootgesteld aan verschillende landbouwmeststoffen. ‘Het is realistischer dan onderzoek in een laboratorium.’
Maar het kan nog realistischer. Schrama en zijn collega’s willen een Levend Lab. Daarvoor moeten 36 slootjes gegraven worden op het BioScience Park, achter het museum Corpus. ‘In Europa bestaat zoiets nog niet’, vertelt Martina Vijver, universitair hoofddocent bij het CML. ‘Proefsloten die er zijn, zijn vaak van beton. Die missen een natuurlijke connectie.’ ‘Net als deze emmers’, zegt promovendus Henrik Barmentlo. ‘Je stopt er dingen in, en je telt vervolgens wat eruit komt. In onze proefsloten wordt straks ook van alles aangebracht door de natuur.’
Dat allerlei factoren in zo’n sloot sterker variëren dan in een laboratoriumomgeving, vinden ze niet erg. Schrama: ‘Dat gebeurt in de natuur juist ook. En we zullen heus wel een touwtje over het water spannen, om de invloed van watervogels te minimaliseren.’ Vijver: ‘En dan heb je nog mensen die hun labrador bij de slootjes zullen uitlaten. Het mag namelijk best een beetje open zijn voor scholieren en andere geïnteresseerden.’
Die openheid is ook de reden dat de onderzoekers gekozen hebben voor crowdfunding. ‘We kunnen wel reguliere wetenschapsfinanciering aanvragen’, zegt Schrama. ‘Maar op deze manier kunnen we goed laten zien wat we doen. En we hoeven niet afhankelijk te zijn van het grote geld.’
Het terrein is al van de universiteit. De benodigde 15.000 euro gaat bijna volledig naar het graafwerk. Schrama: ‘Van het uitgegraven zand wordt een wal rond de sloten gelegd.’ Barmentlo: ‘Uiteindelijk willen we er een veldstation bij, met microscopen, maar dat zit niet in die 15.000 euro.’
‘Dat wordt waarschijnlijk een container’, denkt Vijver. ‘Daarin kan de apparatuur goed afgesloten worden, en bovendien wordt het dan een verplaatsbaar lab.’
‘Maar als iemand nog een camper overheeft…’ suggereert Schrama. ‘Bloemen zoeken we ook nog’, zegt Vijver. ‘Als we de wal een beetje ludiek inzaaien, zal niet iedereen er zomaar meer doorheen baggeren.’
‘Mensen vragen zich misschien af of het wel oké is, bestrijdingsmiddelen in een slootje gooien’, zegt Schrama. ‘Maar eigenlijk doen we alleen maar na, in het klein en gecontroleerd, wat op grote schaal al gebeurt. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland is echt bruut.’
Als de crowdfundingsperiode na 31 oktober voorbij is, willen de onderzoekers direct gaan graven. ‘Deze lente willen we namelijk beginnen met het onderzoek. Voor die tijd moeten de sloten nog gekoloniseerd worden door de natuur’, zegt Barmentlo.
‘Een van de mooie dingen die we in de sloten kunnen volgen, is de biodiversiteit. Of de soorten compositie onder invloed van bestrijdingsmiddelen gaat verschuiven, en wat er met de rest gebeurt als bijvoorbeeld een watervlo of een alg uitsterft. In het lab richt je je veel meer op één onderdeel.’
Vijver ziet ook mogelijkheden voor samenwerking rond de sloten met het Institute of Biology Leiden (IBL) en Naturalis.
De mesocosms en het indoor lab zullen overigens niet wijken voor het Levend Lab. ‘Deze vijvers zijn de ideale tekstplek voor wat we in de sloten in het groot willen doen’, zegt Schrama.
Barmentlo: ‘En de huidige faciliteiten zijn weer geschikter voor het onderzoeken van simpele mechanismen.’
Doneren kan op Steunleiden.nl, vanaf twintig euro. Voor 350 euro wordt een van de sloten naar jou vernoemd.