Voicemail. ‘Hi Frank! Koos van Dijk hier, manager Herman Brood. Goed idee, dat interview! Je moet David Hollestelle hebben: hij is de motor van de band. Na een hartoperatie heeft hij weken in coma gelegen, de dood in de ogen gekeken én overwonnen! Prachtig verhaal! Bel of sms even. Ik ben voicemail-fan trouwens, dus spreek vooral in.’
Meteen daarna: sms. ‘The Koos sprak in. Hoor graag van je!’
Een dag later, telefoon. ‘Ja, Koos hier! Jongen, ze gaan vrijdag het dak eraf spelen in Leiden! Het interview moet helaas wel telefonisch, want David is verkouden geworden en die jongen heeft de dood al een keer overleefd, die kunnen we niet de kou insturen. Maar spreek hem gewoon zo uitgebreid mogelijk. Hij is echt de motor van de band, dat hoor je ook op de nieuwe singel No Time To Lose. Schitterend verhaal! Je had die film gezien, toch?’
En of we die gezien hebben. Buying the Band – de cultfilm uit 2014 die na een sluimerend, ondergronds bestaan van stiekem gedeelde WeTransfer-linkjes vorige maand plotseling op muzieksite 3voor12 verscheen – vertelt het ongelooflijke verhaal van de 55-jarige vastgoedmagnaat Jan ’t Hoen die de oude begeleidingsband Wild Romance van Nederlands ruigste rocker Herman Brood min of meer opkoopt om er zelf in te gaan drummen.
Filmmaker Teus van Sintmaartensdijk legt genadeloos vast hoe ‘t Hoen de zelfbenoemde ‘heart and soul rock-‘n’-roll junkies’ in het gareel probeert te krijgen. Want, zo beweert hij bloedserieus en strak in het pak achter zijn bureau in de directiekamer van zijn bedrijf: ‘Hier op kantoor zeggen we tussen de middag ook niet: “Kom, ik drink even een biertje.”'
‘Als je succes wil, moet je twintig jaar met elkaar door het vuur gaan’, foetert zanger Dirk Vermeij in een scène, net nadat hij uit de band is gezet (waarna hij mag terugkeren om uiteindelijk toch weer op te stappen). ‘Je kunt wel een limo kopen en een zonnebril opzetten, maar dan ben je nog geen rock-‘n’-rollartiest.’
Die clash tussen kille bedrijfsleider en rasmuzikanten knalt het hardst wanneer ’t Hoen probeert om David Hollestelle in een afkickkliniek te krijgen en manager Koos van Dijk op pad stuurt om hem dat slechte nieuws te vertellen. De gitarist reageert furieus. Tollend op zijn benen zwaait hij met opgestoken middelvinger naar de camera. ‘What the flying fuck! Als ik alcohol wil drinken, dan drink ik alcohol! Ik functioneer fucking goed, stelletje kantoorklerken!’ En over zijn rijke bandleider: ‘Ik vraag toch ook niet aan hem waarom hij 44 auto’s heeft?’
Aan de telefoon kan Hollestelle (61) er inmiddels om lachen. ‘Ik word nu overal herkend als “de jongen met die middelvinger”. Ik heb er al een T-shirt van gemaakt. Gewoon als joke.’
Begrijp je wat er allemaal gebeurt?
‘Het is totaal geflipt. Ben je jaren bezig om een hit te schrijven, gebeurt opeens dit! Je kunt je niet voorstellen welke impact het heeft. Ineens staan we volop in the picture: de Volkskrant, NRC, De Wereld Draait Door, radio en binnenkort Music Maker en een cover story in Guitar Plus. Het is piraterij geweest, geweldig! Toen niemand de opnames wilde hebben, zijn ze in het zwarte circuit terechtgekomen. Door de jaren heen had ik wel al wat fragmentjes langs zien komen. Maar toen de hele film online kwam, ontplofte het echt.’
Schrok je van wat je zag?
‘Ik was er natuurlijk zelf bij en wist precies wat er gebeurd was. Maar in feite was het natuurlijk heel negatief. Het is alleen 180 graden gedraaid: door die documentaire staat iedereen aan onze kant. Aan die van mij, maar ook aan die van Jan ’t Hoen. Hoe dat kan? Beats me!
‘Het is natuurlijk een aangrijpend document. Als die meningsverschillen er niet in zouden zitten, was het een minder interessante film geworden - daar ben ik me er terdege van bewust. Daarom ben ik druk bezig een nieuw schandaal te bedenken, haha.’
Je kunt toch onmogelijk de ruigste band van Nederland opeens gaan runnen als vastgoedbedrijf en alle drank en drugs taboe verklaren?
‘En ondertussen wel allemaal nummers van Brood en The Stones spelen, weet je wel! Dat viel bij mij ook helemaal verkeerd. Kom op man, dacht ik, rock-‘n’-roll is uit dat spul geboren! What the fuck moet ik nu met zo’n boekhouder beginnen?
‘Tegelijkertijd bedoelde Jan het goed en wilde hij me helpen. Een bijzonder idealistische en naïeve gedachte, maar misschien ook wel de genialiteit van de zakenman. Ik heb een antenne om goede songs te schrijven, hij heeft een antenne om slimme beslissingen te nemen.
‘Hij wilde de film eerst ook tegenhouden, maar zei uiteindelijk: nee, we gaan hem drie dagen in de Melkweg laten draaien. Al die aandacht is natuurlijk heel voordelig. Want omdat er tegenwoordig bijna geen platenmaatschappijen meer zijn, moet je het hebben van de media. Daar kunnen we laten zien dat we nu wél goed bezig zijn. Dat is de troost.’
Had je verwacht dat je nog teruggevraagd zou worden?
‘Eigenlijk niet. Ten tijde van ons conflict vond ik de band ook niet zoveel voorstellen. Dat veranderde pas toen gitarist Danny Lademacher erbij kwam. We bleken zelfs in hetzelfde dorp te wonen, Koog aan de Zaan.
‘Sterker nog: hij is bijna mijn buurman. We waren al dikke vrienden en kwamen elkaar opeens tegen bij dezelfde Albert Heijn. We horen dezelfde kerkklokken.
‘En we schrijven samen. Vorige week hebben we de single opgenomen: No Time To Lose, een heel compact en powerful liedje van twee minuut twintig dat je overal tussen kan proppen. Voor het album, dat over een paar weken verschijnt, kunnen we uit zo’n dertig songs kiezen. Je voelt de power. We zijn gevaarlijk. En het is oud vertrouwd, met Koos van Dijk erbij, toetsenist Otto Cooymans en bassist Gee Carlsberg. Soms denk je even: “Hé, waar is Herman?” Als je dit zoals ik al twintig jaar hebt meegemaakt, en je mag het nu wéér doen: dat is een wonder hoor.’
Volgens Koos ben je ook een medisch wonder.
‘Ja, ik ben de higher spirits eeuwig dankbaar dat ik hier nog mag zijn. Maar dat ziekenhuisverhaal wil ik niet in de krant hebben. Dat is al zo uitgemolken, daar wil ik niet op blijven teren. Maar ik kan je wél vertellen: een maand in coma liggen is de beste manier om af te kicken.’
Dat was ook wel nodig toch?
‘Jazeker, hahahaha! Vroeger had ik altijd wel last van een podiumdrempel. Die kun je natuurlijk verlagen door van alles en nog wat in te nemen. Dat kan ook goed zijn, hoor...’
Niet als je letterlijk van het podium valt.
‘Dat is wel eens gebeurd, ja. Nu ren ik erop, en wil er niet meer vanaf. Ik voel me herboren en ben in topvorm. Ik ben helemaal van de alcohol en drugs af en heb de laatste drie jaar gespeeld without any major failures. Ik heb zelfs nog nooit een snaar gebroken of andere equipment-problemen gehad – ff snel afkloppen. Clean spelen geeft een veel grotere kick. Zodra ik het eerste akkoord aansla, is alle spanning weg en sta ik gewoon te genieten. Ik drink nu water. Te gek. Ik kan het iedereen aanraden.’
Sms. ‘En…??? Ging het goed? Wil je het stuk voor plaatsing even mailen voor de feitelijke onwaarhedencheck? Mvg Koos.’’
E-mail, tien minuten nadat het interview is gestuurd. ‘Hi Frank. Yesszzz. Top stuk, geen speld tussen te krijgen!! Herman en ik hadden onderling complimententekstjes voor/over muzikanten, roadies, enz. En deze is geheel van toepassing op jou! Herman zou zeggen: “Koos, Frank mag blijven hoor….!” Mvg Koos. P.S. Frank je mag dit Koos/Coach tekstje/compliment gebruiken hoor, mocht je ruimte hebben…;)’
Wild Romance, Muziekhuis, vrijdag 23 maart, 20.30 u. €15 (Zie hier)
.
Correcties: in een eerdere versie stond dat Dick Vermeij na zijn terugkeer bij de band wéér werd ontslagen. Dat klopt niet: hij is zelf vertrokken. Verder blijkt uit navraag dat de driedaagse vertoning van Buying the Band in de Melkweg niet het initiatief was van Jan 't Hoen, maar van De Melkweg.