Schaamte kan van alles zijn, stelt Aukje Nauta. ‘Misschien weet je iets niet op je werk, je hebt een lelijke fout gemaakt of vind je dat je op je vijftigste allang hoogleraar had moeten zijn. Het zijn allemaal kwesties die je moeilijk ter sprake brengt en die voor schaamte op de werkvloer kunnen zorgen.’
Zelf heeft de bijzonder hoogleraar Enhancing individuals in a dynamic work context een klein onderzoek op LinkedIn gedaan om te kijken welke scenario’s schaamte opwekken. Zo vroeg ze aan ruim honderd bekenden of zij zich veilig genoeg voelen om aan hun collega’s te vertellen dat ze mantelzorg verlenen, psychische problemen hebben of in de schulden zitten. ‘Driekwart durft toe te geven mantelzorg te verlenen, maar bij de onderwerpen die daarna kwamen, doken de percentages onder de vijftig procent.’
Dat heeft volgens haar ook te maken met hiërarchie en afhankelijkheid op werk. ‘Bij financiële schulden of alcohol- en drugsverslavingen gaf minder dan tien procent aan dit te kunnen delen met collega’s. Dat is ook niet zo gek, want als je zegt: “Goh, ik ben verslaafd aan paddo’s”, krijg je misschien minder snel een promotie dan wanneer je je leven tiptop op orde hebt.’
Dat zo weinig mensen intieme onderwerpen durven te bespreken op werk, baart de organisatiepsycholoog zorgen. ‘Als collega’s niet met elkaar praten, kan er een soort schaamte- of zwijgcultuur ontstaan. Of juist het tegenovergestelde: een vechtcultuur waarin iedereen van zich afbijt en steeds anderen de schuld geeft van alles wat er misgaat. Onze huidige omgang met schaamte kan gemakkelijk tot depressieve of agressieve gevoelens leiden.’
Baas-bias
Schaamte hoeft juist niet iets slechts te zijn. ‘Die gevoelens ontstaan heel makkelijk, maar we onderdrukken ze net zo snel; het is een pijnlijke emotie. Terwijl het ook een signaal aan jezelf kan zijn dat je iets moet verbeteren. Als je schaamte in de ogen kijkt, je hoofd in de bek van de draak steekt en onderzoekt waar het gevoel vandaan komt, word je ervan bevrijd. De schaamte mag er zijn.’
Om dat voor elkaar te krijgen, is zelfreflectie erg belangrijk, vindt Nauta. Collega’s zouden volgens haar regelmatig in sessies hun schaamtegevoelens moeten bespreken. ‘Veel leidinggevenden denken: als er iets mis is, hoor ik het wel. Dat noem ik de “baas-bias”.’
Nauta haalt het fragment van John de Mol in het programma BOOS aan over grensoverschrijdend gedrag achter de schermen bij zijn programma The Voice of Holland. ‘Daarin zei hij steeds: “Als er iets is, kun je dat toch melden?” Dat is een heel foute attitude van een leidinggevende, want die heeft niet door hoe belangrijk macht is en hoezeer macht ervoor kan zorgen dat mensen die van je afhankelijk zijn hun mond niet open durven te doen.’
Volgens de organisatiepsycholoog werkt een cultuur waarin mensen zich uit durven te spreken sowieso preventief voor grensoverschrijdend gedrag. ‘Slachtoffers en omstanders van grensoverschrijdend gedrag kunnen schaamtegevoelens ervaren. Slachtoffers durven zich niet meteen uit te spreken naar de bullebak of anderen. Maar ook omstanders kunnen denken: als ik er wat van zeg, ben ik een watje en lig ik uit de groep. Dat kan allemaal schaamtegevoelens oproepen.’
Ook degene die zich grensoverschrijdend gedraagt kan gevoelens van schaamte ervaren. ‘Heel soms komt dat gedrag zelfs voort uit schaamte, maar ik denk dat bullebakken op de werkvloer vooral te weinig schaamte ervaren. Bij schaamteloosheid gaan mensen namelijk pesten, schelden en over grenzen heen.’
Grensoverschrijdend gedrag
Nauta vindt het een gemiste kans dat schaamte en grensoverschrijdend gedrag in wetenschappelijk onderzoek nog zo weinig aan elkaar gekoppeld worden. ‘In diverse rapporten komt het woord “schaamte” slechts een enkele keer voor, terwijl het een voor de hand liggende emotie is die een rol kan spelen bij grensoverschrijdend gedrag en hoe we daar vervolgens op reageren. Als we beter met schaamte leren omgaan, kan het er ook voor zorgen dat we beter met elkaar omgaan.’
Als leidinggevende moet je van de organisatiepsycholoog aannemen dat pestgedrag op de werkvloer er altijd is. ‘Waar mensen samenwerken, ergeren we ons aan elkaar. Iemand haalt een deadline niet, of iemand schrijft een slecht stuk. Inhoudelijk zijn er voortdurend conflicten en is er gedoe. Waar het om gaat is dat mensen op de taak hard mogen zijn, maar op de persoon het liefst zacht. Ga daarom regelmatig met elkaar in gesprek over dit soort onderwerpen om pestgedrag te voorkomen of te stoppen.’
Uiteindelijk moeten werknemers en leidinggevenden samen de werkcultuur verbeteren. ‘Maar ik zie vooral een kans voor leidinggevenden. Als die een teamsessie organiseren en durven te zeggen: “Ik heb een paar keer conflicten laten lopen waar dat niet had gemoeten. Dat spijt me. Zullen we het daar samen over hebben?” Dat is goed leiderschap. Daarmee gaat de zwaarte ervan af en dat is volgens mij de weg naar een veilige werkcultuur.’
Publiek Leiderschap Café: Het effect van schaamte op de werkvloer. Universiteit Leiden Schouwburgstraat, donderdag 7 maart, gratis, 15:30-17:00