Wetenschap
‘Ik wil weerstand bieden aan Afropessimisme’, zegt eredoctor Kelly Chibale
Wetenschap moet maatschappelijke problemen oplossen, vindt hoogleraar organische chemie Kelly Chibale, die het eerste centrum voor medicijnontwikkeling in Afrika stichtte. Vrijdag krijgt hij een eredoctoraat. ‘Je moet veel kikkers kussen om de prins te ontmoeten.’
Dallyce Vetter
donderdag 6 februari 2025
Illustratie Peter Strain

‘Genetisch gezien is Afrika het meest diverse continent ter wereld’, vertelt Kelly Chibale. ‘Dat is belangrijk, want als je in verschillende regio’s succesvol een klinische trial uitvoert, dan is de kans groot dat het medicijn ook elders goed werkt.’

Chibale komt oorspronkelijk uit Zambia maar woont nu al bijna dertig jaar in Kaapstad, waar hij aan de universiteit werkt als hoogleraar organische chemie en zich inzet om medicijnontwikkeling in Afrika te vergroten. ‘Ieder mens is trouwens een Afrikaan’, zegt hij lachend. ‘Alleen sommigen kozen ervoor om zich op een koude, ellendige plek te vestigen.’

Wanneer raakte u geïnteresseerd in organische chemie?
‘Het begon op de middelbare school in Zambia waar één leraar altijd leuke experimenten deed. Maar als student aan de Universiteit van Zambia werd ik pas echt verliefd op organische chemie. Het idee dat je een chemische structuur kunt analyseren, de functionaliteiten kunt herkennen en de eigenschappen van het molecuul kunt beïnvloeden, vind ik fascinerend. Maar als je ergens verliefd op wordt, is dat eerlijk gezegd niet uit te leggen. Het is gewoon zo.’

Toch stapte u over naar medicijnontdekking en –ontwikkeling. Waarom?
‘Het kwam voort uit het besef dat wetenschap er niet alleen voor de nieuwsgierigheid is, maar ook moet worden gebruikt om maatschappelijke problemen aan te pakken. Toen ik naar Kaapstad verhuisde, vroeg ik me af: hoe kan ik mijn achtergrond gebruiken om een oplossing te bieden voor de problemen waar Afrika mee kampt? Ons continent telt momenteel ongeveer 15 procent van de wereldbevolking maar draagt ongeveer 20 procent bij aan de wereldwijde ziektelast. Toch vindt slechts 3 procent van alle klinische trials hier plaats.

‘Zuid-Afrika beschikt over een zeer goede infrastructuur voor klinisch onderzoek, althans in veel delen van Kaapstad. Ook zijn er vooraanstaande academische instellingen gevestigd. Maar het viel me op dat er een aanzienlijke kloof is tussen het lab en de klinische wetenschap. Tijdens mijn sabbatical in 2008 bezocht ik het farmaceutische bedrijf Pfizer en de Universiteit van Pennsylvania in de Verenigde Staten om te leren wat er op het gebied van infrastructuur, technologie en talent allemaal nodig is om een organisatie voor medicijnontdekking op te zetten.

‘Dat leidde tot het Drug Discovery and Development Centre (H3D). Toen we in 2011 startten, hadden we vijf chemici in dienst. Nu werken er 75 scheikundigen, biologen en farmacologen.

‘Ik wil weerstand bieden aan wat ik Afropessimisme noem. Enerzijds zien buitenstaanders Afrika door de lens van de media, en dat is altijd de negatieve kant: armoede, ziekte, corruptie, slechte politiek, noem maar op. Een deel daarvan is waar, maar niet alles. Daarnaast bestaat de perceptie dat Afrika geen bron van innovatie kan zijn op het gebied van gezondheid. En dat is niet alleen hoe mensen buiten Afrika erover denken, Afrikanen zelf geloven dat ook.’

‘Ik wilde als scheikundige helpen om de problemen van Afrika op te lossen’

Hoe komt dat?
‘Omdat ze het niet met eigen ogen gezien hebben. Ik neem het ze niet kwalijk: mensen willen nu eenmaal bewijs. Je kunt de perceptie alleen veranderen door actie te ondernemen. Daarom wil ik laten zien dat het wel degelijk mogelijk is om zowel wetenschapper als succesvol ondernemer te zijn.

‘Nadat ze onafhankelijk werden, investeerden veel Afrikaanse landen flink in onderwijs. Ze stuurden burgers naar Europa, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Amerika om daar een opleiding te volgen. Maar die mensen konden niet terugkeren. De infrastructuur om ze weer aan te trekken, te ondersteunen en te behouden ontbrak.

'H3D helpt deze braindrain tegen te gaan. Hoewel er bij de ontdekking van nieuwe geneesmiddelen geen garantie is voor succes, levert het proces banen en infrastructuur op. Ja, wetenschap draait om het oplossen van fundamentele vraagstukken, maar we moeten er meer op inzetten om het belang voor het bedrijfsleven te benadrukken.

‘Medicijnontdekking bestond nog helemaal niet toen ik hierheen verhuisde vanuit Californië. We moesten alles van de grond af opbouwen en begonnen bij de grootste onvervulde medische behoefte: malaria is een van de ernstigste ziektes in Afrika. Verder hebben we gewerkt aan tuberculose, en sinds kort ook aan antimicrobiële resistentie.’

Een van de successen was MMV048, een nieuw kandidaat-geneesmiddel tegen malaria dat fase II van klinische trials bereikte. Wat betekende deze mijlpaal?
‘Bij het ontdekken van nieuwe medicijnen moet je veel kikkers kussen om de prins te ontmoeten, zeg ik altijd. Tijdens het lange en dure proces ga je door honderden moleculen op zoek naar een geneesmiddel, en de meeste vallen af vanwege veiligheidsproblemen.

‘MMV048 was de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid dat een team onder Afrikaanse leiding – en ik benadruk ‘onder Afrikaanse leiding’ want het was een internationaal team – een molecuul van screening tot ontdekking wist te brengen en het vervolgens naar de kliniek bracht voor klinische trials.

‘Met MMV048 hebben we een molecuul kunnen leveren dat effectief is, en veilig om bij mensen te testen. Dit geneesmiddel heeft ook een nieuw werkingsmechanisme waar de malariaparasiet nog nooit eerder mee te maken heeft gehad. Dus wetenschappelijk gezien was het een grote doorbraak.’

Hoe ziet u de toekomst van medicijnontwikkeling in Afrika?
‘Alleen H3D in Zuid-Afrika is niet genoeg. We hebben regionale expertisecentra nodig voor het ontdekken van nieuwe geneesmiddelen. Corona benadrukte hoe belangrijk het is om niet alleen de publieke gezondheidsinfrastructuur te versterken, maar ook lokale innovatie in Afrika te bevorderen. Alles kan instorten door één probleem in de toeleveringsketen, bijvoorbeeld als de fabrikant van het vaccin besluit een bepaald land voorrang te geven.

‘Tijdens de pandemie zagen we dat mensen grote voorraden vaccins insloegen en dat ze elders niet beschikbaar waren.

‘Als meer mensen in Afrika actief aan medicijnontdekking werken, kan dat de productiestroom versnellen. Mensen vergeten vaak het productie-aspect van medicijnontdekking. Bij productie denk je al gauw aan geneesmiddelen die zijn goedgekeurd door toezichthouders, maar voor klinische trials is ook productie nodig. Toen we aan MMV048 werkten, hadden we vijf kilo ervan nodig voor de fase I-studies. We konden het nergens in Afrika laten maken. Daar moesten we voor naar India.

‘Medicijnontdekking heeft in Afrika tot voor kort nauwelijks plaatsgevonden. We profiteren van gezondheidsinnovaties die van buiten Afrika komen, maar we moeten zelf ook bijdragen. We proberen de status quo te veranderen zodat we kunnen helpen wereldwijde gezondheidsproblemen op te lossen. Dat zijn geen Afrikaanse problemen, maar problemen die ons allemaal aangaan.’