Door Vincent Bongers ‘De priester zei dat ik voor het beeld van de heilige in de tempel moest knielen. Hij had net een kip geslacht en gaf me een warme drank waarin ook bloed van het beest zat. De priester begon met zijn bezweringen. Ik moest herhalen wat hij zei: ik zal de 45.000 euro aan mijn madame terugbetalen. Ik zal altijd haar instructies opvolgen en niets zeggen tegen de politie.’
Dit is de getuigenis van een vrouw die als prostituee werkte in Italië. Ze was daar onder valse voorwendselen heen gelokt door een van de zeer geraffineerd opererende vrouwenhandelnetwerken die actief zijn in Nigeria. ‘De netwerken maken gebruik van de religieuze tradities van mijn land om hun slachtoffers onder de duim te houden’, vertelt de Nigeriaanse antropologe Cynthia Olufade. Ze won onlangs met haar masterscriptie over deze mensen- smokkelaars de Africa Thesis Award van het African Studies Centre.
‘De vrouwen en meisjes zweren trouw aan hun “madame” tijdens een juju-ritueel’, legt ze uit. Juju is een geloofssysteem in West-Afrika waarin tijdens rituelen magische krachten worden overgebracht naar objecten. ‘Het is in Benin City, waar ik onderzoek deed, heel normaal om naar een juju-priester te gaan voor raad over bijvoorbeeld huwelijksproblemen of gezondheidszaken.’
Maar juju kan ook gebruikt worden om mensen te manipuleren en te controleren. Jonge vrouwen komen onder de invloed van een ‘madame’ die hen een mooie toekomst in Europa voorspiegelt. Het netwerk smokkelt hen naar het zogenaamde beloofde land, dat is vaak Italië. De vrouwen komen echter in de seksindustrie terecht, leven onder erbarmelijke omstandigheden, en moeten een enorme schuld terugbetalen aan de madame.
Omdat de vrouwen zich gedwongen voelen zich te houden aan de eed die zij tijdens het juju-ritueel hebben uitgesproken, is het moeilijk om aan hun lot te ontsnappen. De priesters vergroten hun macht door haren, afgeknipte nagels en zelfs gedragen onderbroeken van de slachtoffers te bewaren, waarmee ze ook weer rituelen kunnen uitvoeren. Zo worden de vrouwen als het ware hun bezit. Met degenen die praten met de autoriteiten of weigeren te betalen, zal het slecht aflopen, dreigen de geestelijken.
Olufade: ‘Er wordt zelfs familie ingezet om de meisjes onder druk te zetten. Een van de slachtoffers wilde niet langer betalen. Het netwerk zocht toen contact met de moeder van het meisje in Benin. Die werd bij een tempel ontboden en belde vervolgens haar dochter op om te zeggen dat ze zich toch maar aan de afspraken moest houden.’
De madames wakkeren de angst flink aan door horrorverhalen te vertellen over vrouwen die de eed verbreken. Een van de vrouwen vertelde Olufade dat ze had gehoord dat het heel slecht was afgelopen met een afvallig meisje. ‘Haar maag zwol steeds meer op, totdat deze explodeerde en ze doodging.’
Olufane blijft zich als onderzoeker aan de Universiteit van Ibadan in Nigeria met het onderwerp bezighouden. ‘Ik heb nog maar het topje van de ijsberg blootgelegd. Ik wil doorgaan en promoveren. De netwerken evolueren ook steeds. De nieuwste ontwikkeling is dat er heel erg jonge meisjes naar Europa worden gehaald: van 11 tot 14 jaar. Alleen de eed is niet altijd genoeg om ze in toom te houden. Het netwerk zet dan Nigeriaanse jongens in om de controle te versterken. Die zorgen er dan voor dat die meiden blijven vastgeklonken aan de criminelen.’