Wat weegt zwaarder: waarheid of reputatie?
De drie moedigste personen aan deze universiteit vonden het eerste. Zij durfden als enigen naar voren te treden om het wetenschappelijk wangedrag van hun meerdere aan de kaak te stellen. In haar ‘onderzoek’ sjoemelde de Leidse psycholoog Lorenza Colzato met data. Ze verzon experimenten, tapte illegaal bloed af en liet proefpersonen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Naast alle stress, angst en andere ontberingen die klokkenluiders sowieso al ondergaan, droegen deze drie nóg een zware last: ze gooiden met hun onthulling óók hun eigen glazen in. Ze waren (weliswaar onder druk van Colzato) medeplichtig aan de fraude. Door samen met haar te publiceren was hun eigen werk ook besmet.
Toch besloten ze zichzelf op te offeren voor het grotere belang. Ze hoopten de nieuwe lichting promovendi de ellende te kunnen besparen die ze zelf hadden moeten doorstaan en wilden de wetenschap zuiveren van leugenachtig neponderzoek. Dan maar even pijn lijden. Eerlijk duurt het langst, nietwaar?
Helaas. Hadden ze toch even buiten hun eigen universiteit gerekend.
Aanvankelijk werden de drie nog geroemd voor hun moed. Er werd een vervolgonderzoek aangekondigd. De onderste steen moest boven! Maximale transparantie!
En toen?
Tumbleweeds.
Twee jaar lang.
Totdat een vlijtige Mare-redacteur tussen wat weggemoffelde hamerstukken een voetnoot ontdekte waaruit bleek dat het langverwachte rapport van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) allang in alle stilte ergens drie hoog achter op de universiteitssite was gepubliceerd. Alsof dat nog niet verdacht genoeg was, moesten de frauduleuze artikelen ook nog eens geheim blijven: ze waren tot ieders ontsteltenis zwartgelakt. De klokkenluiders hadden inmiddels traumatherapie.
‘De universiteit moet niet proberen dingen klein te houden’, reageerde een geschokte decaan, die het document vergeleek met ‘een rapport van de geheime dienst’. Ook CWI-voorzitter Frits Rosendaal noemde het zwartlakken ‘onjuist’. De voormalig Spinozapremie-winnaar en meest geciteerde wetenschapper van Nederland voelde zich genoodzaakt op kleuterniveau uit te leggen waartoe integriteitsonderzoek eigenlijk dient: ‘De bedoeling van commissies als de onze is de wetenschap zo zuiver mogelijk te houden, onder meer door aan te wijzen welke artikelen niet deugen.’
Gevraagd naar het hoe en waarom van de zwarte balkenbrij liet het college van bestuur uiteindelijk weten hoe ze werkelijk dacht over de aanpak van fraude, het opschonen van de wetenschap en de positie van klokkenluiders.
Het boeide ze niets.
Oké, dat verwoordde ze iets wolliger. Maar wie langs alle disclaimers (‘groot dilemma’, ‘zeer zorgvuldige afweging’) en quasi-noodkreten (‘Je kunt het haast niet goed doen’) las, kon niet anders concluderen dan dat alles bij het oude bleef. De fraude bleef geheim, de wetenschap werd niet gezuiverd, de klokkenluiders waren de sjaak.
Dat twee frauduleuze artikelen eerder wél bij naam waren genoemd kwam volgens het bestuur ‘vanwege de ernst van wat vastgesteld was’ en ‘om de klagers te ondersteunen die zo moedig hun nek hadden uitgestoken’. Maar nu er nóg vijftien sjoemelpublicaties waren bijgekomen, was het opeens belangrijker om co-auteurs te beschermen. Pech voor de moedige nek-uitstekers.
Samengevat: hoe groter de fraude, hoe minder we doen.
Waarom kan, durft of wil Leiden niet wat de universiteiten van Amsterdam, Tilburg en Groningen wel gewoon deden toen die andere wetenschapsfantast, Diederik Stapel, tegen de lamp liep en al zijn gegoochel gewoon in een openbaar rapport werd gefileerd, inclusief co-auteurs?
Wat (of wie?) moet er koste wat kost worden beschermd dat zelfs het fundamentele bestaansrecht van de academie – eerlijke wetenschap – ervoor moet wijken?
Het college schuift de fraude nu als een hete aardappel door naar de tijdschriften, waardoor de onthulling (en eventuele terugtrekking) nog zeker jaren op zich zal laten wachten – áls het überhaupt al gebeurt. Drie redacties namen namelijk niet eens de moeite om op het verzoek te reageren.
Ondertussen bungelen de klokkenluiders in hun strop, want zolang Colzato’s wangedrag geheim blijft, is ál hun werk verdacht. Bijkomend afschrikeffect: de komende jaren zal werkelijk niemand het nog in zijn hoofd halen misstanden te melden.
De universiteit die deze maand zo trots met een nieuw strategisch plan zwaaide en haar ‘vier kernwaarden: Verbindend, Vernieuwend, Verantwoordelijk en Vrij’ tot vervelens toe bleef rondpompen, was toch nog één V-tje vergeten: die van Verhullen.