Columns & opinie
Voor democratisch uitgedaagde politici zijn universiteiten logische slachtoffers
Ik had weinig illusies wat de verkiezingswinst van de PVV betekende voor de universiteiten. Verschillende ontmoetingen met PVV’ers eindigden met het bars toegebeten zinnetje: ‘Wacht maar, professor, tot wij aan de macht zijn, dan piept u wel anders.’
Remco Breuker
donderdag 26 september 2024

Zet een glas voor de helft gevuld met water voor me neer en ik zal zeggen dat het halfleeg is. Sterker nog, goede kans dat ik de kleine schilfer aan de rand van het glas ook opmerk. Men noemt mij een doemdenker, zelf noem ik mij graag een realist.

Dus toen de PVV de verkiezingen won had ik weinig illusies over wat dat betekende voor de universiteiten. Verschillende ontmoetingen de afgelopen jaren met politici, waar ook de PVV’er van dienst bij was, eindigden in een bars toegebeten zinnetje: ‘Wacht maar, professor, tot wij aan de macht zijn, dan piept u wel anders’ – of iets van die strekking. En zo geschiedde ook min of meer.

Maar, moet ik eerlijk bekennen, ook ik had niet gedacht dat de bezuinigingen zó erg zouden zijn, zó snel zouden moeten worden geïmplementeerd en dat de als wetgeving vermomde nativistische en naar geurende oprisping die de Wet op internationalisering in balans (WIB) heet zo’n destructief effect op vooral de geesteswetenschappen zou hebben.

De Nederlandse pappen-en-nathoudenmentaliteit, naar verluidt het leidende criterium bij de selectie van bestuurders, deed zich meteen gelden. Het doet me verdriet, maar óók ondergetekende bleek de pappen-en-nathouden-aanpak te hebben geïnternaliseerd (een soort Stockholmsyndroom denk ik dan) en óók ik ging krampachtig kijken naar mogelijkheden, naar positievere interpretaties, naar de lange termijn, naar positief ingestoken bewustwordingscampagnes, naar de lijntjes openhouden met het ministerie van Onderwijs, want hoe kon men de universiteit nu wegbezuinigen of zelfs kapotmaken?

Nou, vraag dat maar eens aan Michael Ignatieff, voormalige rector van Central European University die gedwongen verhuisde van Boedapest naar Wenen. Viktor Orbán, gabber van de niet zo stille macht achter de troon hier, had Central European University wegge(Boeda)pest uit zijn hoofdstad, want academische vrijheid zit sommige regeringsleiders alleen maar in de weg.

Klinkt bekend? Hoe akelig dit ook voor Ignatieff en de zijnen geweest moet zijn, het heeft zijn voordelen om een privaat gefinancierd instituut te zijn dat zijn boeltje kan pakken en verkassen. Dat zie ik Leiden toch minder snel doen. Als we hier moeten verhuizen, is dat naar de eeuwigheid.

‘Ik deel geen grond met types die de rechtstaat maar een onhandig obstakel vinden’

Zou het dan nodig zijn?

Prinsjesdag zou ons de ogen geopend moeten hebben. De aangekondigde bezuinigingen gaan niet alleen door, ze zijn zelfs wat steviger en deels naar voren gehaald. Wat me nog het meest zorgen baart is dat de dialoog die er altijd was met Den Haag, er niet meer is. Dat was anders: toen we in 2019 op de Alternatieve Opening van het Academisch Jaar op het Gerecht in Leiden om het aftreden van minister Van Engelshoven vroegen, verhinderde dat niet dat ik later die dag nota bene met deze (overigens niet afgetreden) minister een biertje dronk in de Pieterskerk waar zij acte de présence had gegeven. We waren het niet eens, we praatten wel.

Nu is niemand geïnteresseerd in wat we te zeggen hebben. Niet bij de coalitie, schijnbaar ook niet bij het ministerie, en zeker niet bij de gewone Nederlander - of misschien moet ik zeggen de Nederlander die op Twitter zit. Een verhaal over waarom deze bezuinigingen schadelijk voor de samenleving zijn, wordt steevast beantwoord met zorgvuldig gecomponeerde taalparels als ‘sterf, linkse hond’ of ‘leer ook maar eens wat werken is, elitaire zak’.

Pappen en nathouden, praten, op de thee vragen, met redelijke argumenten komen; het gaat allemaal niet helpen, want zo’n aanpak veronderstelt gedeelde grond. Ik deel geen grond met types die de rechtstaat maar een onhandig obstakel vinden op weg naar een land waarin zij kunnen doen (en kapotmaken) wat ze willen. En academische vrijheid - en dus de universiteit - deelt daar ook geen grond mee, want dit is een kwestie die politieke voorkeur ontstijgt. De universiteit is dan ook een logisch, en tot nu toe althans, ook makkelijk slachtoffer van democratisch uitgedaagde politici.

Wat kunnen we wel doen? Hoe overleven we wel?

Anders piepen. En heel, heel hard.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies