Dat blijkt uit het rapport van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) die zich over de kwestie heeft gebogen.
De Universiteit Leiden gaat twee artikelen van de inmiddels naar Duitsland vertrokken psycholoog intrekken. Beide publicaties spreken van veel kleinere aantallen proefpersonen dan er bij de onderliggende experimenten betrokken waren.
In een boek van de onderzoeker waren co-auteurs van hoofdstukken toegevoegd of juist weggehaald. Daarover oordeelt de commissie: ‘Beklaagde heeft zich ten opzichte van collega’s in een van haar afhankelijke positie noch eerlijk, noch respectvol, noch verantwoordelijk gedragen.’
In het rapport worden meerdere schendingen van wetenschappelijke integriteit bewezen geacht, en nog een aantal andere gedragingen aangestipt die ook niet netjes waren. Bij een experiment met hallucinogene truffels op een festival waren de uitvoerende onderzoekers niet goed geïnstrueerd voor mogelijke noodsituaties, bijvoorbeeld. Het uitvoeren van een statistische analyse en het schrijven van een deel van de rapportage in één dag is ‘niet goed te rijmen met een degelijke wetenschappelijke benadering’, aldus het rapport.
Gevangenisstraf
Ernstiger oordeelt de commissie over het af laten nemen van bloed bij 106 proefpersonen zonder dat daarvoor toestemming was van de medisch-ethische toetsingscommissie. De onderzoeker had wel een aanvraag ingediend – en ook al toestemming gekregen van de Commissie Ethiek Psychologie van haar instituut – maar toen ze na drie maanden nog niets had gehoord, was ze alvast begonnen. Toen duidelijk werd dat de toestemming niet ging komen, stopte ze meteen.
Desondanks rekent de CWI de psychologe de bloedafname zwaar aan: ‘Het gewicht dat de samenleving hecht aan het naleven van de wetgeving op dit gebied, blijkt uit het gegeven dat in de wet gevangenisstraf genoemd wordt als sanctie voor onderzoek dat niet aan bepaalde voorwaarden, waaronder toetsing, voldoet.’
De commissie wijst de universiteit nadrukkelijk op de mogelijkheid om aangifte te doen. De universiteit heeft het geval gemeld bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd; die kan na een eigen oordeel overgaan tot aangifte.
Waarom de psycholoog niet wachtte, kan te maken hebben met een beursaanvraag die ze al had gedaan op basis van data uit het bloed. ‘Op het moment dat Beklaagde de subsidie-aanvraag indiende, had ze deze data nog niet verzameld. Een deel van die data is later verzameld, maar niet gepubliceerd; dit was namelijk onderdeel van de studie waarín Beklaagde zonder toestemming bloed had afgenomen. Daar komt bij dat in de verzamelde data niet het effect is gevonden waarnaar Beklaagde verwees in haar aanvraag voor de JPI-beurs.’
Die subsidie heeft ze terugbetaald, maar ook bij andere aanvragen heeft ze volgens het oordeel van de commissie ‘resultaten opgevoerd van experimenten die niet zijn verricht, alsmede gemanipuleerde resultaten om de werkelijkheid gunstiger voor te stellen. Daarnaast blijkt dat gedurende de loop van een experiment voortdurend statistische tests werden verricht, en de onderzoekspopulatie werd aangevuld teneinde de kans op een statistisch significant resultaat te verhogen.’
Aanvullend onderzoek
Beide praktijken zijn in strijd met de wetenschappelijke integriteit, oordeelt de CWI, die de universiteit adviseert om al het Leidse werk van de psychologe tegen het licht te houden. Dat gaat ook gebeuren: er wordt een nieuwe commissie in het leven geroepen voor deze taak.
Universitair woordvoerder Caroline van Overbeeke weet niet precies wanneer die commissie van start zal gaan, ‘maar dat zal niet heel lang duren. We willen dit met de grootst mogelijke spoed oppakken.’
Er ligt werk genoeg: de onderzoeker was al sinds het begin van deze eeuw aan Leiden verbonden (ze promoveerde hier in 2005). Alleen al in de medische databank PubMed staan meer dan honderdveertig Leidse publicaties van haar hand, over uiteenlopende zaken als muziekles, cocaïnegebruik, aminozuren als voedingssupplement, boeddhisme, creativiteit en nog veel meer.
De CWI rondt haar rapport af met de opmerking dat ‘in dit gehele dossier de geëigende kanalen om mogelijke inbreuken op de wetenschappelijke integriteit vroegtijdig te signaleren, niet hebben gefunctioneerd.’
Van Overbeeke: ‘Die opmerking van de commissie nemen we heel serieus; daar gaan we goed naar kijken.’ Zou het feit dat een hoogleraar bij de onderzoeksgroep ook haar echtgenoot was er iets mee te maken kunnen hebben? ‘Daar kan ik niet op ingaan. Wij houden vast aan anonimiteit.’
De betrokken onderzoeker en haar man reageerden niet inhoudelijk op een verzoek om meer informatie. ‘Ik voel me momenteel erg overweldigd’, laat ze per mail weten.
> Zie ook: Misstanden melden? Daarvoor zit de angst te diep.
Dit artikel is aangepast omdat er stond dat de echtgenoot van de psycholoog in kwestie leider is van de onderzoeksgroep. Dat klopt niet. Hij is er wel hoogleraar.