‘Mijn Duits-hart brak’, zegt derdejaars student Duits Daimy Ligterink. Vorige week stond ze als studentambassadeur op de open dag van de universiteit toen ze van de opleidingsvoorzitter hoorde dat haar studie mogelijk opgaat in een bachelor Europese talen en culturen. ‘Ik mag mijn studie in de huidige vorm afmaken, maar de lichtingen vanaf 2026, die ik die dag ook probeerde te werven, misschien niet. Eenmaal thuis heb ik er wel wat tranen om gelaten.’
De faculteit Geesteswetenschappen gaat flink op de schop, bleek vorige week uit plannen van het faculteitsbestuur die Mare openbaarde. De meest opvallende maatregel is het opheffen van de bachelors African Studies en Latin American Studies. Verder wil het bestuur de opleidingen Chinees, Japans, Koreaans en Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies laten opgaan in een nieuwe bachelor Aziëstudies. Frans, Duits en Italiaans fuseren tot de bachelor Europese talen en culturen. Ook sommige masters worden geschrapt of samengevoegd. In totaal moet dit leiden tot een reductie van driehonderd vakken en tientallen fte aan personeel.
Het nieuws leidde tot landelijke ophef, van columnisten (‘een vorm van boekverbranding’ aldus schrijver en alumnus Abelkader Benali in Trouw; ‘funest voor de toekomst’ schreef auteur en Rusland-expert Pieter Waterdrinker in Elsevier) tot Kamerleden. CDA’er Derk Boswijk twitterde: ‘In een tijd waarin China het stokje als wereldmacht dreigt over te nemen en het Afrikaanse continent de aankomende decennia qua bevolkingsgroei Azië voorbij zal streven worden door bezuinigingen belangrijke studies samengevoegd of verdwijnen gewoon…’ Oud-rector Carel Stolker antwoordde: ‘Weg is weg!’
Reputatieschade
Ook studenten, alumni en docenten zijn verbijsterd door de voorstellen, blijkt uit een rondgang van Mare.
Ligterink vreest dat met de plannen ‘de reputatie van Leiden als talenstad tenietgaat’. Onder haar medestudenten heeft ze gepeild of zij weer voor Duits zouden kiezen als de studie opgaat in Europese talen en culturen. ‘Iedereen wordt afgeschrikt door de naam’, zegt Ligterink. ‘Studenten vinden het te breed of associëren het met de Europese Unie. We zijn hierheen gekomen om Duits te studeren, maar met deze naam sneeuwt onze zichtbaarheid onder.’
In tegenstelling tot Duits, wordt de bachelor African Studies helemaal opgeheven. Derdejaars student Jasper Krijns schrok toen hij dat hoorde. ‘Dit zou een groot verlies zijn. Afrika is niet alleen historisch gezien belangrijk, maar ook als het gaat over de moderne politiek en economie. Er is een grote vraag naar mensen die kennis hebben van het continent.’
Volgens hem is er nu al veel te weinig aandacht voor Afrika, en verergert dat als de opleiding verdwijnt. ‘Ook in een studie als geschiedenis is het continent een onderbelicht gebied. Er bestaan veel misvattingen over, bijvoorbeeld dat Afrika weinig historie heeft.’
Alumnus Japanstudies Jeroen Strijbosch, die van 2008 tot 2014 in Leiden studeerde, ziet het plan voor een brede bachelor Aziëstudies met lede ogen aan. ‘Dit brengt absoluut kennisverlies met zich mee’, stelt hij. ‘Binnen een land als China bestaat al zo veel verscheidenheid, dat het samenvoegen van vier grote regio’s tot één opleiding bijna kolderiek is. Japan staat weer erg ver af van Zuidoost-Azië. Ik vrees dat de diepgang verloren gaat.’
Dat ervoer hij zelf tijdens zijn master Japanstudies, destijds al onderdeel van Asian Studies. ‘Ik weet nog dat ik een vak kreeg over het opkomend nationalisme in Thailand. En zo hadden we wel meer gezamenlijke vakken, die niets te maken hadden met Japan. Daardoor bleef het erg oppervlakkig, terwijl ik juist de diepte in wilde. Zeker als je bedenkt dat Japans in Leiden een enorme historie en heel veel kennis en expertise in huis heeft.’
Met een brede bachelor Aziëstudies – met mogelijk grotere en meer gedeelde vakken – vreest hij dat het ‘een algemene brij’ wordt. ‘Er zijn natuurlijk vaardigheden die voor alle studenten belangrijk zijn, zoals het observeren van culturen en het leren herkennen van vooroordelen. Maar wanneer er minder ruimte is om de taal en cultuurhistorische achtergrond van een specifiek land te bestuderen, leidt dat absoluut tot minder kennis. Ik zie daar geen enkel voordeel van.’
Alumna Martine Feteris ziet ook niets in het samenvoegen van haar opleiding Frans met Duits en Italiaans. ‘Studenten kiezen voor een taal omdat ze in dat land en die cultuur zijn geïnteresseerd. Vanaf dag één was alles in het Frans, alle vakken waren gericht op de Franse literatuur, geschiedenis en taalkunde. Door vakken te schrappen of samen te voegen gaat specialistische kennis verloren. En op basis waarvan zoek je dan docenten uit? Ik zou zelf nooit voor zo’n brede talenbachelor kiezen.’
Universitair hoofddocent Duits Jenny Audring is ‘zeer ongelukkig over de plannen’. Een brede bachelor Europese talen en culturen kan volgens de opleidingsvoorzitter het hoge niveau van de huidige talenstudies niet evenaren. ‘Bij Duitse taal en cultuur zijn bijna alle vakken in het Duits. Algemene vakken in het Nederlands of Engels bedreigen deze kwaliteit, terwijl er een enorme behoefte is aan academisch geschoolde leraren en experts in deze taal. Duits is de grootste taal van de Europese Unie.’
Structureel probleem
Het plan voor een brede talenstudie is niet nieuw. In 2019 deed het faculteitsbestuur al onderzoek naar een bachelor Europese talen en culturen. In 2020 opperde het bestuur om een bachelor mondiale talen en culturen op te zetten en in 2021 werd de optie van moderne Europese talen onderzocht.
Maar het huidige plan lijkt het meest op dat uit 2012, toen Frans, Duits en Italiaans moesten opgaan in de bachelor Taal, cultuur en media. Feteris was toen eerstejaars en herinnert zich nog dat er door studenten en docenten tegen werd gedemonstreerd. Het plan ging van tafel. ‘Het lijkt een structureel probleem’, zegt Feteris. ‘Maar de vraag is wat je als universiteit wil zijn: een commercieel bedrijf dat kijkt naar vraag en aanbod, of een cultureel kenniscentrum dat zich onderscheidt op het gebied van kennis en expertise?’
Hoogleraar semantiek en taalvariatie en opleidingsvoorzitter van Frans Jenny Doetjes hoopt dat het faculteitsbestuur luistert naar het college van bestuur, dat heeft geadviseerd samen te werken met andere universiteiten om zo de talenstudies te kunnen behouden. ‘Alleen zo blijft de opleiding zichtbaar voor de buitenwereld.’ Dat is onder meer van belang wegens het grote tekort aan leraren Frans. ‘We moeten in staat blijven leraren op te leiden met een hoog niveau aan vakinhoudelijke kennis.’ Volgens haar wordt dat bedreigd als de studie opgaat in een brede bachelor.
Daarnaast signaleert ze dat Nederland in Brussel steeds meer de reputatie krijgt van een land waar naast Nederlands alleen Engels wordt gesproken. ‘Mensen die een tweede vreemde taal echt goed beheersen worden in Nederland steeds schaarser, en dat baart mij zorgen.’
Hoewel Audring haar studie het liefst zelfstandig ziet voortbestaan, ziet ze wel mogelijkheden voor samenwerking. ‘Wij hebben raakvlakken met onder meer filosofie, geschiedenis, taalwetenschap en film- en literatuurwetenschap. We hadden graag de kans gekregen om samenwerkingen met deze opleidingen te verkennen.’
Ook Krijns hoopt dat zijn opleiding African Studies mag samenwerken, in plaats van te worden wegbezuinigd. ‘Het plan is topdown gemaakt. Maar er kan prima worden samengewerkt met Latin American Studies en Middle Eastern Studies, want die bevatten veel overkoepelende thema’s. Door gedeelde vakken aan te bieden kun je het onderwijs efficiënter maken.’
‘Het belangrijkste is dat de kwaliteit van ons onderwijs niet achteruitgaat’, zegt Ligterink. ‘De plannen zijn nog vaag, dus er is nog hoop.’
De universiteit Groningen heeft sinds 2012 al een bachelor Europese talen en culturen, waarin onder meer Duits, Frans, Italiaans en Spaans zijn opgegaan. ‘Destijds verkeerde de faculteit in financieel zwaar weer’, licht decaan van de Groningse faculteit Geesteswetenschappen Thony Visser toe. ‘We hadden te veel niet rendabele opleidingen met een te geringe instroom. Dit was een van de maatregelen.’ De opleiding verwelkomt jaarlijks ruim honderd studenten.
Het eerste jaar is – op de taalvakken na – voor alle studenten hetzelfde. Daarna specialiseren ze zich in een bepaalde track. Ze erkent dat deze studenten minder onderwijs krijgen in een specifieke taal dan studenten die een zelfstandige talenopleiding volgen. ‘Het kan best zijn dat het taalniveau na de bachelor iets minder is, maar het is goed genoeg om toegelaten te worden tot een master en de lerarenopleiding. Uiteindelijk gaat het bij het leren van een taal ook om de individuele motivatie van studenten.’
Dat de zelfstandige talenstudies zijn verdwenen, is volgens Visser niet ten koste gegaan van kennis en expertise. ‘Docenten zijn breder ingezet, bijvoorbeeld bij vakken als international relations. Dat deed destijds wel pijn bij de zittende staf, maar wanneer je kleine studies niet meer in de lucht kunt houden is dit een manier om de expertise te behouden.’
Lees hier het opiniestuk van studenten Oude Nabije Oosten-studies over de bezuinigingen