Columns & opinie
Van campagnes en convenanten tegen drank word ik recalcitrant
Columnist Olaf Leeuwis ziet een alcoholloos Leiden somber in: 'Genoeg studenten in hun eerste jaar zijn gewoon gebrekkig in de kunst van het converseren.'
Olaf Leeuwis
donderdag 15 februari 2024

Het is altijd grappig om aan de universiteit affiches te zien hangen die zowel in het Nederlands als in het Engels zijn. De vertaling voor het symposium of de dies is meestal prima, maar onderaan de poster staat echter vaak ‘social drinks’ als vertaling voor borrel.

Daar moet ik altijd om lachen, want ja, dat impliceert natuurlijk ook drinks die niet ‘social’ zijn. Het is sowieso opvallend dat een borrel in het Nederlands zowel een alcoholconsumptie als een gezamenlijke alcoholspinsel betekent.

Social drinks, ik kan er ook weinig anders van maken behalve dat het nogal typisch en geforceerd klinkt.

Maar laten we wel wezen, het zou me niks verbazen als het spoedig van de affiches zal verdwijnen. Onlangs is er een convenant getekend om dat kwaadaardige goedje alcohol maar eens minder populair in studentenkringen te maken. De meeste verenigingen ondertekenden en iedereen knikte braaf. Want: alcohol is niet zo goed voor de hersenen, het is niet gezond om te veel te drinken, het is verslavend, het helpt niet bij studieprestaties en ga zo maar door. Klopt natuurlijk, al deze punten.

En toch knaagt er bij mij iets.

‘Stel je voor dat je bij een vereniging zit en er zouden geen drinkgelagen bestaan’

Dat knagen neemt helemaal recalcitrante vorm aan omdat de anti-alcoholcampagnes, oekazen en convenanten zo breed gedragen en uitgedragen worden door overheidsinstellingen, het maatschappelijke midden en dus ook de universiteit.

Het is niet echt oké om te zeggen dat ik op een borrel (in de tweede definitie) liever een borrel (in de eerste definitie) drink en dat ik het ook altijd wel lekker vind als de meeste aanwezigen dat ook doen. Heel edgy natuurlijk: ik hoor staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) al zuchten. En toch vind ik het.

Want laten we wel wezen, stel je eens voor dat je in je eerste jaar bij een vereniging zit en er zouden geen drinkgelagen bestaan.

Nu zijn er altijd wel mensen die van zichzelf leuk en interessant zijn, maar heel veel eerstejaars zijn dat zonder een zekere stimulering toch niet echt. Eindstadium-puberhoofden, en daar dan een stuk of vijftig van, die nog elk dagdeel aan masturberen, Grand Theft Auto denken en klagen over de studielast van een essay van vijfhonderd woorden zijn nu eenmaal niet echt enerverend om urenlang mee door te brengen.

Genoeg studenten in hun eerste jaar zijn gewoon gebrekkig in de kunst van het converseren. Ik weet wel zeker dat ik ook zo was.

Samuel Johnson beschreef wat er kan gebeuren als er bij deze titaantjes alcohol aan te pas zou komen: ‘When they have drunk wine, every man feels himself happy, and loses that modesty, and grows impudent and vociferous: but he is not improved; he is only not sensible of his defects.’

Dus ja, iemand moet het zeggen: er is meer in het studentenleven dan de gezondheid!


Olaf Leeuwis is student International Relations