Joost van Kessel (23, Chinees): ‘Onze hond heet Lodewijk maar we noemen hem meestal Lo. Hij is nu 2 jaar. Hij is half labrador, half golden retriever. Zijn favoriete plek is het raam aan de straat, dat meestal open staat. Daar zit-ie dan met zijn poten over de rand naar buiten te kijken. Iedereen die langsloopt krijgt een big smile op het gezicht. Lo waakt over de Herengracht.’
Maarten Knip (20, bedrijfskunde): ‘Lo is net als wij lid bij Minerva: hij is vorig jaar ingeschreven tussen alle eerstejaars en stond toen ook op de poster. Er zijn vijf Minerva-huizen met een hond.’
Bhaskar Dercon (24, crisis and security management): ‘We hadden een leenhond van de buren, Bruce, en kwamen zo op het idee. We wilden een puppy, want die kan nog wennen in een huis met negen roulerende baasjes. Op internet kwamen we de allerschattigste foto tegen en ja – ook wij smelten dan.’
Pieter Wollaert (19, rechten): ‘De eerste die ’s ochtends wakker wordt, is verplicht om de hond uit te laten. Daarna moet hij om de drie uur. Als je op het aftekenlijstje ziet dat het tijd is, moet je dat op eigen initiatief doen. Als het heel hard regent en niemand zin heeft, tellen we het aantal kruisjes en wordt degene met het kleinste aantal naar buiten gestuurd.’
Van Kessel: ‘We ruimen de poep altijd netjes op. Eerst deden we de drollen in boterhamzakjes, maar we zijn nu overgegaan op professionele zakjes. Ik stem mijn routes af op waar prullenbakken staan.’
Dercon: ‘Lo heeft het huis hechter gemaakt. Je krijgt een baby’tje binnen, dat je opvoedt met negen jongens. Je maakt hem zindelijk, leert hem zitten. Het is een leerzaam proces: je moet ineens verantwoordelijkheid dragen voor een dier dat niet voor zichzelf kan zorgen. Hij luistert nu goed, is superspeels en superlief. Dat hebben we samen gedaan.’
Van Kessel: ‘Hij kan een high five, een boks, rol om en gang.’
Knip: ‘Het voer wegen we keurig af met een weegschaal.’
Van Kessel: ‘We hebben hem geleerd dat-ie niet van tafel mag snaaien.’
Knip: ‘We hebben een puppycursus met hem gedaan bij het Kwispelcollege.’
Van Kessel: ‘En er lag heel lang een hondenopvoedboek in de fusie.’
Pim Weiland (20, technische bestuurskunde): ‘In de zomer vaart hij mee op onze boot. Dan meren we aan bij het Ankerpark.’
Van Kessel: ‘Hij houdt ongelofelijk veel van zwemmen. Dan gaat ‘ie andere honden uitdagen, dan springt ‘ie in het water en durven zij niet.’
Oliver Consen (24, pedagogiek): ‘Ik ben aan het bonden met alle huisvrouwen uit de buurt. We kennen elkaars honden. Soms roept iemand die ik nog nooit heb gezien: “Hee Lodewijk!”’
Van Kessel: ‘Mijn vriendin heb ik mede dankzij Lo ontmoet. Ze was nieuwsgierig naar de puppy en is hem met mij mee komen uitlaten. De rest is geschiedenis.’
Allen: ‘Lodewijk heeft ook z’n eigen instagramaccount, @lodewijkthelab, met 1500 volgers en via Mare mogen dat er natuurlijk veel meer worden.’