Hoe ben je vrijwilliger geworden bij Stadstuinderij Het Zoete Land?
‘Ik woonde in een studentenhuis en kwam hier langs tijdens een van mijn coronawandelrondjes. Het is heel rustgevend om drie uur lang buiten te zijn met je handen in de aarde. Het enige wat ertoe doet is dat je het bed schoonmaakt of de snijbonen oogst. Als je heel erg druk bent met studie of wat dan ook, kun je hier je gedachten laten dwalen en gewoon die prei planten.
‘Het is hier totaal anders dan in de studentenwereld. Er komt hier een diverse groep vrijwilligers. In het begin was ik wel de jongste, maar inmiddels zijn er meer studenten of net afgestudeerden. Maar je komt ook ouders tegen van jonge kinderen of opa’s en oma’s. Dat maakt het echt heel erg leuk.’
Had je al groene vingers?
‘Ik vond planten verbouwen altijd wel heel leuk, maar hield het eerst bij YouTube-filmpjes kijken. Mijn hele feed stond vol met boerenfilmpjes. Dat is leuk, maar op een gegeven moment wil je toch zelf iets gaan doen. Je leert alles hier.
‘De winterstop is nu net voorbij dus de komende weken staan in het teken van de groeibedden klaarmaken om te kunnen planten. Als het straks weer lente is, gaan we uitzaaien en planten. De ene plant is eerder klaar dan de andere, dus dan gaan de taken wat meer door elkaar lopen. De palmkool die er nu al staat, is een van de weinige planten die overwintert.
‘In mijn oude studentenhuis hebben we de tegels voor het huis weggehaald en zijn we allemaal dingen gaan planten, tomaten en aardappels. Het was alleen niet zo overvloedig als hier. De buurtgenoten vonden dat heel erg leuk. Voorheen stonden er krakkemikkige stoeltjes en lagen er peuken op de grond.’
Wat gebeurt er met de oogst?
‘We hebben ongeveer honderdvijftig oogstdeelnemers, onder wie ikzelf. Je hoeft geen vrijwilliger te zijn om dat te worden, maar er is wel een lange wachtlijst. De groentes worden onder hen verdeeld. We hebben altijd meer dan genoeg.
‘Sommige dingen, bijvoorbeeld aubergines, liggen al klaar in het kraampje. Die mag je dan gewoon meenemen. De rest moet je zelf nog oogsten. Dan staan er vlaggetjes bij alle bedden waar bijvoorbeeld opstaat: “Iedereen mag 500 gram aardappelen meenemen.”
‘We hebben veel oud-Nederlandse groentes: knolselderij, aardpeer, koolrabi. Normaal zou ik daar nooit mee koken, maar nu word je gedwongen om er creatief mee te zijn.’
Wat vind je het leukst om te verbouwen?
‘Snijbonen. Die zie je iedere week meer dan twintig centimeter verder omhoog klimmen, totdat ze echt twee meter hoog zijn. Tijdens het oogsten ben je dan omringd door een grote groene muur. Het kost soms wel twintig minuten om vierhonderd gram snijbonen bij elkaar te rapen, wat je normaal met een hand in de supermarkt haalt.
‘Je bent hier veel meer bezig met je eten, omdat je ziet waar het vandaan komt. Je ziet hoe complex het is en hoeveel moeite het kost om iets te laten groeien.
‘Als ik mensen meeneem zien zij soms voor het eerst hoe groente daadwerkelijk groeit. Je hebt daar eigenlijk helemaal geen beeld bij. Als je dan hier zo’n spruitenstronk ziet, ben je daar stomverbaasd over. Ik heb er nu meer waardering voor.’