In zijn eerste studiejaar aan de faculteit Geesteswetenschappen verliep alles volgens plan. Hij haalde bijna al zijn vakken en stroomde met gemak door naar het tweede jaar. Maar toen kreeg Rob (29) het moeilijker. ‘Er kwam veel meer zelfstandigheid bij kijken. Het lukte me niet, ik wist niet waar ik moest beginnen. Dat jaar haalde ik maar tien punten.’
Het derde jaar begon hij met frisse moed, en dat leek goed te gaan. ‘Maar na een aantal tentamens en papers kwam de klad erin. De studie was leuk en interessant, maar ik had de discipline niet. Toen ben ik mensen gaan vertellen dat ik mijn vakken haalde en naar college ging.’
In plaats daarvan keek Rob in het Lipsius urenlang YouTube-filmpjes, of pakte hij de trein om in een andere stad de tijd te doden. ‘Ik zocht continu afleiding om maar niet te hoeven studeren.’
Als zijn ouders naar zijn studievoortgang vroegen, zei hij dat het goed ging. ‘Het begon met één leugentje over een niet gehaald vak. De angst voor teleurstelling bij anderen was zo groot, dat het me beter leek de leugens vol te houden.’ Maar die angst zat vooral in zijn eigen hoofd. ‘Als mensen iets van me verwachten, geeft me dat druk. Maar die legde ik mezelf op. Ik ben als kind nooit gepusht dingen te doen die te hoog gegrepen voor me waren.’
Het verhaal van Rob staat voor een groter fenomeen, weet filmregisseur Vincent Tilanus. Zijn film Bladgoud (hier terug te kijken) gaat over spookstudent Owen, die door zijn leugens steeds meer met zichzelf in de knoop komt te zitten. ‘Het zit in hun hoofd dat stoppen wordt gezien als een zwakte’, zegt Tilanus, die gesprekken voerde met tientallen studenten, voornamelijk mannen die een universitaire opleiding volgden. ‘Ik stuitte op heel veel schaamte, onmacht en verdriet. Niemand zit te wachten op publieke afgang. Ze dragen een leugen bij zich dat werkt als een tijdbom: ooit komt het een keer uit.’
Hoeveel spookstudenten er op de Universiteit Leiden rondlopen, is moeilijk te zeggen. Maar, zegt universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke, opleidingen houden in een studentenvolgsysteem wel per cohort de studentresultaten bij. ‘Bij een grote opleiding als rechten, worden studenten opgeroepen voor een gesprek met de studieadviseur als ze lang staan ingeschreven zonder tentamens te doen, een duidelijke terugval hebben, of niet afstuderen binnen de termijn. Soms speelt er psychische of financiële problematiek, heeft iemand een fulltime baan of stagneert de student bij het schrijven van de scriptie.’
Rob vertelde aan niemand dat hij geen punten meer haalde. Studiegenoten vroegen niet waar hij was, ook zijn acht huisgenoten hadden niets door. ‘Als ze vroegen hoe het met studie ging, zei ik dat ik een vak of tentamen had gehaald. Ik verzon op een gegeven moment ook een scriptieonderwerp. Daarvoor putte ik uit een opdracht uit het eerste jaar, want ik moest wel een goed verhaal hebben.’ Bij zijn eerste leugens voelde hij zich in ‘overlevingsmodus’ staan. ‘Maar later werd het steeds normaler om ze op te dissen.’
Hij zette geen wekker meer. ’s Avonds, als hij thuiskwam na ‘een dagje hangen’, voelde hij zich het ellendigst. ‘Ik dacht: hoe moet ik nu verder? Dat voelde verschrikkelijk. Maar na een half jaar voelde het als een gepasseerd station om uit mijn schijnwereld te komen. Ik durfde niet meer bij mijn opleiding aan te kloppen en stopte met het lezen van universitaire mail.’
Inmiddels was Rob drieënhalf jaar ingeschreven als student, terwijl hij praktisch alleen zijn propedeuse binnen had. ‘Ik kon zo niet doorgaan, maar wist ook niet hoe het verder moest. Ik zat helemaal klem in mijn gedachten. Toen kwam het in me op dat ik er het best een eind aan kon maken. Het leek de makkelijkste uitweg, de ultieme vermijding van de confrontatie met mijn omgeving.’
Voordat Rob zijn wanhoopsdaad zou ondernemen, nodigde hij zijn ouders uit voor de bacheloruitreiking. ‘Ik verzon een datum, 30 september. Voor die tijd moest het dus gebeuren.’ Toen zijn ouders hem mailden hoe laat en waar ze precies moesten zijn, was de maat vol. ‘Een mail terugsturen met een locatie en tijd leek me niets. Dan zouden ze voor een gesloten deur staan. Die avond heb ik een zelfmoordpoging gedaan. Ik voelde geen angst, maar juist berusting. Hierna is het allemaal klaar, dacht ik. Ik zat op mijn kamer, deed de deur op slot, en probeerde mijn polsen door te snijden.’
‘Ik ben heel blij dat het niet gelukt is’, zegt hij, terwijl hij het litteken laat zien.
Bij zijn ouders biechtte Rob alles op. ‘Ze voelden zich bedrogen. Het heeft een tijdje geduurd voor het tussen ons weer goed was.’ En hij zocht hulp bij een ggz-psycholoog, ‘een moeilijk en spannend traject van een jaar’. Ook iedereen van zijn studentenvereniging kreeg het te weten. ‘Ik kreeg bijna geen reacties, maar vond het vervelender dat ik hen had voorgelogen dan dat ze mij niet steunden. Een vriend verweet zichzelf dat hij het al die tijd niet doorhad.’
Bij een tweede psycholoog kwam naar voren dat Rob lijdt aan ADD, waardoor hij zich moeilijk kan concentreren. ‘Dat is de onderliggende reden geweest dat studeren niet lukte.’ Inmiddels heeft hij een andere bachelor aan de faculteit Geesteswetenschappen afgerond en krijgt hij volgende maand zijn masterbul.
Ook Jelle (33) leefde jarenlang in een schijnwereld. Hij studeerde geschiedenis, maar verloor al snel zijn interesse. ‘Het begon ermee dat ik papers niet afmaakte, terwijl ik de schijn ophield dat het lekker liep.’ Hij loog dat hij naar college ging en zat dagenlang doelloos internettend in de UB, zogenaamd aan zijn scriptie werkend. ‘Het voelde als een verspilling van tijd, maar mijn studie voelde ook zinloos.’
Op school was het altijd goed gegaan. ‘Het werd in mijn hoofd steeds belangrijker om te voldoen aan andermans verwachtingen.’ Daardoor wist Jelle zijn leugen ruim zes jaar lang vol te houden bij zijn vrienden, ouders en toenmalige vriendin. ‘Toen ze me vroegen of ik bijna klaar was, en of ik wat van mijn scriptie kon laten lezen, wist dat ik het moest gaan vertellen. Dat was het dieptepunt waarin ik begon te twijfelen of het leven nog wel zin had.’
Nadat hij alles had opgebiecht, zocht Jelle hulp bij een psycholoog en zat hij weken bij zijn ouders. Ook voor zijn omgeving kwam het bedrog totaal onverwacht. ‘Het heeft me gelukkig geen vrienden gekost en zelfs mijn ouders zijn niet heel boos geweest. Alleen mijn ex heeft het nooit helemaal los kunnen laten.’
Het jaar na zijn bekentenis, volgde Jelle een opleiding tot boekhouder. Inmiddels heeft hij zijn leven weer op de rit. Hij woont samen, is verloofd en werkt in de financiële sector. ‘Daar kan ik m’n ei kwijt.’
Mare heeft meerdere studenten benaderd om over hun periode als spookstudent te vertellen, maar de meesten reageerden afhoudend. Volgens regisseur Tilanus rust er een enorm taboe op het onderwerp. ‘Ik zou spookstudenten adviseren zo snel mogelijk contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Je moet het gaan toegeven. Eerst aan jezelf, anders blijf je ervoor wegrennen.’
De naam Rob is gefingeerd.
‘Als de studie het enige is waar je over liegt, ben je geen pathologisch leugenaar’, zegt onderzoeker en universitair docent klinische psychologie Niki Antypa.
‘Pathologisch leugenaars liegen over alles; zij hebben een persoonlijkheidsstoornis.’ Volgens haar zijn er verschillende verklaringen voor het gedrag van spookstudenten: zij voelen druk vanuit hun omgeving, druk vanuit de maatschappij of van beide. ‘Zij hebben het gevoel van druk aangeleerd gekregen door hun omgeving; je wordt er immers niet mee geboren.’
Volgens Antypa denken deze studenten dat ze alleen iets waard zijn als ze succes hebben, of alleen succes hebben als ze beschikken over een diploma zonder een gat op het cv. Dat maakt de opleiding stoppen zo moeilijk.
‘Al dat liegen is vermijdingsdrang, ze gaan de confrontatie met hun ouders of de maatschappij niet aan.’ Toch zou dit niet snel gebeuren in een omgeving waarin alle problemen bespreekbaar zijn, stelt Antypa. ‘Maar het kan ook zijn dat hun omgeving wel degelijk een safe place is, maar dat ze het niet zo voelen.’