Melanie Kuitems (22, geschiedenis): ‘We wilden heel graag met alle huisgenoten van de Toussaintkade als groep verhuizen. Hier kon dat. We hebben een vergunning, maar de buurt probeert daar nog iets aan te doen. Je leest van alles in de krant, er is veel onzeker. Soms denk ik ’s nachts: hoe zou het volgende week zijn?’
Ceres Scholten (23, bestuurskunde): ‘We zijn bang dat we niet mogen blijven, maar eerst meer dan nu.’
Kuitems: ‘We hebben veel gesprekken gehad met de gemeente en de buurt. Er is ook een groepsapp, voor als ze ergens last van hebben.’
Scholten: ‘Als er een fiets op de stoep staat bijvoorbeeld, halen we die meteen weg. Echte klachten hebben we nog niet gehad. We hebben met zijn allen ook een convenant getekend. Daarin staan allemaal regels, zoals dat we doordeweeks tot tien uur in de tuin mogen zitten en in het weekend tot elf. In de winter is dat nog eerder.’
Kuitems: ‘Zij zeggen: “Als jullie met z’n drieën in de tuin zitten, horen we dat al.” Dat is zo, maar andersom geldt dat ook. In de zomer moesten wij dan ‘s avonds al naar binnen, terwijl de buren aan de andere kant van het water nog lekker buiten zaten.’
Scholten: ‘Ze beseffen niet dat wij niet elke dag feesten.’
Kuitems: ‘We lopen ook gewoon stage en zijn bezig met studeren. Het is flauw dat studenten als één groep worden gezien.’
Scholten: ‘Af en toe maken buren foto’s, als we de container te lang laten staan bijvoorbeeld.’
Kuitems: ‘Ik durf daarom zelfs niet meer in mijn eentje via de tuin te lopen om half negen ‘s avonds. We zijn bang dat iemand dan een foto maakt, en dat gebruikt als bewijs dat we ons niet aan de regels houden.’
Scholten: ‘Als we ons goed gedragen, mogen we hopelijk blijven. Nu hebben we nog geen keuken en geen echte douches, maar van die noodhokjes.’
Kuitems: ‘Pas als het zeker is dat we mogen blijven, wordt dat verbouwd. Daarom zijn we extra ongelukkig met de bezwaren, dan moeten we nog wat langer koken op een gourmetplaat. Maar verder zijn we hier helemaal blij.’
Scholten: ‘We wonen hartstikke mooi, zo aan het water.’
Tussen de 400 en 600 studenten komen op straat te staan als de gemeente haar anti-verkameringsbeleid uitvoert. (Schatting gemeente Leiden. Vertegenwoordigers van studenten denken dat het aantal kan oplopen tot 1000).
Dit artikel is onderdeel van een serie portretten in Mare's themanummer over de Leidse woningmarkt, mede mogelijk gemaakt door het Leids mediafonds.
Vorige: De starter die naar Alphen moest: 'Hier ken ik alleen mijn buren'
Volgende: De sociale huurder die moet wijken: 'De gemeente laat de oren hangen naar de universiteit'