Het kabinet wil een miljard bezuinigen op het hoger onderwijs. Het kabinet wilde onder meer 215 miljoen op de zogeheten sectorplannen besparen. Met dat geld zijn echter rond de 1200 wetenschappers aangesteld. Deze gelden schrappen, zou beteken dat die banen waarschijnlijk weer verloren gaan. De universiteiten verzetten zich tegen de bezuinigingen. En dan vooral tegen het einde van de sectorgelden.
Volgens de NOS heeft minister Bruins nu besloten deze specifieke besparing te schrappen, maar heeft hij er wel voor gekozen om te stoppen met de starters- en stimuleringsbeurzen.
De startersbeurzen werden door de vorige onderwijsminister, Robbert Dijkgraaf, ingevoerd om startende universitair docenten meer onderzoeksruimte te bieden. Deze UD’s kregen drie ton.
De stimuleringsbeurzen zijn variabel (tot maximaal drie ton). Deze beurzen zijn bedoeld voor voor UD’s, universitair hoofddocenten (UHD’s) en hoogleraren die al in dienst zijn.
In de beurzenpot van het ministerie zit 300 miljoen euro. Leiden zou jaarlijks 14,3 miljoen aan starters- en 14,4 miljoen aan stimuleringsbeurzen ontvangen. Volgens de NOS worden de al toegekende beurzen betaald maar komen er geen nieuwe toekenningsrondes meer.