Waarschijnlijk laat Bussemaker de motie Straus/Duisenberg (beiden VVD) gewoon nog vijf weken verstoffen in haar postvak, maar aangenomen is ‘ie wel. Of ze de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen wil laten uitzoeken of ‘zelfcensuur en beperking van perspectieven in de wetenschap een rol spelen in Nederland’.
Dat klinkt behoorlijk neutraal, maar Pieter Duisenberg maakt er geen geheim van waar ’t eigenlijk om draait: universitair Nederland is links. Té links, misschien wel.
Je hart breekt, natuurlijk. Rechtse hoogopgeleide mensen, de meest bedreigde en achtergestelde groep van Nederland. Ze moeten al dagelijks in de media vertellen dat de media hun geluid niet laten horen, en nou zouden ze ook nog buitengesloten worden in universiteitsland. Teleurgesteld en afgewezen gaan ze dan maar elders aan de slag.
De voor rechts zo aantrekkelijke verlokkingen van het academisch bestaan, zoals baanonzekerheid, gebrek aan status, lage salarissen en nooit een hypotheek: voor hen blijven ze tragisch onbereikbaar.
Gelukkig staat er nu iemand op om deze groep zonder politieke of culturele macht een hand te reiken. Pieter Duisenberg, de redder van rechts.
Het viel alleen een beetje op dat de linkse wetenschappers wel erg fel reageerden op zijn motie. Gedachtenpolitie! Aantasting van het stembusgeheim! Het is helemaal geen belangrijk probleem! Iedereen weet dat de linksheid van Academia het gevolg is van carrièrevoorkeuren!
Oh?
Hadden we niet net met elkaar afgesproken dat we niet meer ‘die wijven willen gewoon graag kinderen baren’ zouden roepen, als het ging over een schijnbaar tekort aan vrouwelijke hoogleraren? Het zou immers best kúnnen dat vrouwen andere carrièrevoorkeuren hebben dan mannen, maar daar kan je niks zinnigs over zeggen zolang ze aantoonbaar stelselmatig op achterstand worden gezet. Zorg eerst maar eens voor gelijke kansen, dan trekken we daarna wel eventuele andere factoren uit de kast.
Worden rechtse mensen en meningen over de gehele linie ook ietsje negatiever behandeld aan de universiteit? Het grote probleem is dat universiteiten draaien om slim zijn, en dat je mensen die jouw mening delen al gauw slimmer vindt. PVV’er Martin Bosma had enorm veel moeite om een promotor te vinden. Was dat puur en alleen omdat hij een matig politicoloog is? Zijn werkelijk ál die andere jongetjes en meisjes die aan een proefschrift beginnen ordes van grootte beter dan Bosma?
Klopt het dat de aantoonbaar invloedrijke rechtse filosofe Ayn Rand in de curricula ontbreekt, zoals een UvA-student klaagde? En is dat dan echt alleen omdat ze te simplistisch is? Of wuiven linkse docenten haar werk en invloed net iets makkelijker als simplistisch opzij, dan de denkers uit eigen hoek? Als studenten inderdaad teveel in een linkse bubbel worden gehouden, krijgen ze niet de vorming waar ze recht op hebben.
Duisenberg en zijn medestanders hebben alleen maar anekdotes. Die kun je makkelijk negeren: een paar anekdotes maken nog geen data. Voor data heb je onderzoek nodig. Hopelijk komt het er.
Door Bart Braun
Dit artikel is bewerkt: een eerdere versie duidde Bosma aan als historicus. Hij heeft politicologie en sociologie gestudeerd.