Al eerder was bekend dat de verschillende veiligheidsproblemen waar de camera’s last van hadden waren verholpen, maar nu blijkt volgens het college ook uit de zogenoemde data protection impact assessment (DPIA) dat de privacybezwaren voor het gebruik kunnen worden weggenomen. Het college heeft vanmiddag de uitkomsten van het assessment opgestuurd aan de universiteitsraad en Mare.
Volgens de DPIA zijn met zorgvuldig gebruik de meeste privacyrisico’s in te perken. Martijn Ridderbos, vicevoorzitter van het college van bestuur, zei tegen Mare dat de camera’s op het strengste privacyniveau blijven staan en er duidelijke afspraken komen met de leverancier. Ridderbos: ‘Met deze maatregelen vind ik dat de privacy echt goed geborgd is. Net zo goed als alternatieve systemen, misschien nog wel beter, en we kunnen er nauwkeuriger mee meten.’
Twee paar ogen
Volgens de nieuwe afspraken beheert de leverancier het wachtwoord waarmee instellingen gewijzigd kunnen worden, maar mag deze niet zonder toestemming van de universiteit toegang krijgen tot de camera’s om de instellingen daadwerkelijk te wijzigen. Zo zijn er altijd twee paar ogen nodig om aanpassingen te doen. Ook komen er jaarlijkse audits om de privacyrisico’s in de gaten te houden.
Als onderdeel van het onderzoek heeft ook hoogleraar recht en digitale technologie Bart Schermer het systeem onderzocht en goedgekeurd voor gebruik.
Restrisico
De DPIA benoemt nog wel een zogeheten restrisico aan het gebruik van de camera’s, maar het college is bereid dit risico te nemen. Om technische redenen is het lastig om het systeem uit te zetten, wat betekent dat tellingen in de zalen ook ’s avonds en ’s nachts doorgaan. Daardoor kunnen medewerkers die gedurende de nacht alleen aanwezig zijn in gebouwen, bijvoorbeeld schoonmakers of portiers, individueel gevolgd worden.
‘Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat wij personen individueel gaan tracken’, aldus Ridderbos. ‘Het instrument is niet bedoeld en zal ook niet gebruikt worden voor die doeleinden. Ik zou heel graag die personentellers uit willen zetten ’s nachts, maar technisch is dat ingewikkeld omdat je ze dan ’s ochtends moet opstarten en kalibreren. Dat is de afweging die we maken. Volgens de DPIA is dit niet een onoverkomelijk risico.’
Idealiter eens worden
Voordat de camera’s definitief weer aangaan zal de universiteitsraad eerst nog advies uitbrengen over het plan. Volgens Ridderbos neemt het college dat advies zeer serieus.
‘We vragen niet voor niets advies aan de UR. We willen dat de universitaire gemeenschap ook achter het gebruik van dit instrument kan staan. Ik kan er niet van zeggen wat de uitkomst van een negatief advies zou zijn, want je moet de grondslagen van dat advies wegen. Idealiter zou ik willen dat we het met elkaar eens worden.’
Als de raad positief advies geeft over de plannen zullen de camera’s volgens Ridderbos later dit jaar, maar niet voor april, weer aangaan.
UPDATE 13 januari: Peter Kwint (SP) heeft Kamervragen gesteld over de kwestie: