De beveiligers in het pand probeerden in eerste instantie het protest, dat niet vooraf was aangemeld bij de universiteit, te verhinderen. Na afloop achtervolgden ze demonstranten die op weg naar huis gingen op straat en zelfs tot in een kledingwinkel.
Studentenpartijen LVS en DSP zijn zeer kritisch over de reactie van het college van bestuur op het protest en veroordelen het ingrijpen van de beveiliging, zo blijkt uit maar liefst 19 raadsvragen die de partijen maandag hebben gesteld.
Tijdens de betoging, door de vragenstellers en actievoerders omschreven als ‘teach-in’, zijn demonstranten ‘fysiek aangepakt door beveiligers van of ingehuurd door de universiteit’, schrijven LVS en DSP. ‘Van sommige van deze beveiligers was de identiteit of functie niet duidelijk. Ook is er melding gemaakt van een personeelslid van de audiovisuele dienst die werd ingezet als “beveiliger”.’
Geïntimideerd
Ook verklaren actievoerders ‘bedreigd te zijn met consequenties en na de bijeenkomst tot in kledingrekken van een winkel achternagelopen en geïntimideerd te zijn door beveiligers’.
Hoofd veiligheidszaken Leo Harskamp was ter plekke om een inschatting van de situatie te maken, aldus de partijen. ‘Na minder dan een uur werd door de organisatoren de oproep gedaan om de ruimte weer vrij te maken en vertrokken de aanwezigen. We betreuren dat er desondanks studenten en stafleden achtervolgd en fysiek bedreigd zijn door universitair personeel.’ Ook zou er volgens de partijen mogelijk sprake zijn geweest van etnisch profileren. ‘Hierin lijkt het beveiligingspersoneel zich ook buitenproportioneel op studenten en staf van kleur te richten.’
Zijn er ‘externe beveiligers’ en ‘niet-beveiligingspersoneelsleden ingezet als beveiligers’? Zijn ‘deze groepen gerechtigd om te vragen naar geldige legitimatie’?
Verder vragen LVS en DSP zich af of het college ‘inziet dat het te veel vaart op de eenzijdige inzichten van veiligheidszaken’. Volgens hen neemt die afdeling beslissingen ‘op basis van het besproken onderwerp in plaats van de werkelijke veiligheidsbenodigdheden’. Zo werd in 2022 paneldiscussie over Palestina door de universiteit verboden.
De partijen willen weten of het college ‘per direct een onderzoek’ gaat starten ‘naar het gedrag van de beveiligers’. En of hierbij gebruik gaat worden gemaakt van ‘het omvangrijke videomateriaal van de beveiliging, deelnemers en andere aanwezigen’.
'Geschokt'
LVS en DSP richten zich ook op de afwikkeling van het protest. Het college publiceerde op 9 november een statement op de site van de universiteit. Het college schreef daarin ‘geschokt’ te zijn ‘door de onaangekondigde demonstratie’. Het ‘oproepen tot haat, geweld en onverdraagzaamheid worden door de universiteit in geen enkel geval getolereerd’.
Volgens de partijen was daar echter ook geen sprake van. De controversiële leus ‘From the river to the sea…’ werd echter gescandeerd tijdens het protest. Mogelijk heeft Students for Palestine eerder flyers verspreid waarop de Hamas-aanslagen van 7 oktober zijn toegejuicht. Ook vertelden Joodse studenten die aanwezig waren bij het protest tegen Mare dat ze zich onveilig voelden.
De partijen vragen hoe ‘het college tot de inschatting en zeer snelle beoordeling van de bijeenkomst is gekomen?’ En waarom is de conclusie getrokken ‘dat er oproepen tot haat, geweld en onverdraagzaamheid zijn gemaakt tijdens de bijeenkomst. Is het college bereid de genoemde beschuldigingen over de bijeenkomst in te trekken als blijkt dat deze niet gegrond zijn in de realiteit?’
Kristallnacht
Ze willen ook weten of het college er ‘oog voor heeft dat studenten en stafleden, door de herhaaldelijke opstelling van veiligheidszaken (en de reacties van het college), voelen dat er geen ruimte is in onze academische gemeenschap om over Palestina of Israël te spreken’.
Verder vragen ze opheldering over de rol van Mark Rutgers, de decaan van de faculteit Geesteswetenschappen. Hij riep stafleden op het matje om met hem, in bijzijn van het hoofd van HR, ‘te praten over hun betrokkenheid op 9 november’. Het zou daarbij ook gaan om ‘stafleden die enkel aanwezig waren of niet werkzaam zijn bij Geesteswetenschappen. ‘Is het college ervan op de hoogte dat de decaan tijdens deze gesprekken de bijeenkomst en gedane uitspraken op de bijeenkomst heeft vergeleken met de Kristallnacht en het tonen van swastikas?’
Decaan Mark Rutgers laat aan Mare weten dat hij inderdaad ‘goede, open en inhoudelijke gesprekken’ heeft gevoerd, maar ‘uitsluitend met docenten van Geesteswetenschappen’.
Pure bedreiging
‘In een of twee gesprekken is ter sprake gekomen dat 9 november (de dag van het protest, red.) de herdenkingsdag van de Kristallnacht is en dat dat een extra gevoeligheid met zich meebrengt. Ook is de leus “From the river to the sea …” aan de orde gekomen. Dat is van oorsprong weliswaar helemaal geen dreigende kreet, natuurlijk is het de vraag in hoeverre kreten een plek hebben in een academische context (afgezien van het analyseren van de oorsprong en huidige betekenissen). Belangrijker is dat voor velen deze kreet allang niet meer een open oproep voor “samenleven” inhoudt, maar gezien wordt als een pure bedreiging en oproep tot het tegendeel. Daarom is het geen aanvaardbare uitroep zoals ook onze minister van OCW heeft aangegeven.
‘In die context heb ik erop gewezen – zoals ook anderen al hebben gedaan – dat bijvoorbeeld de swastika 3000 jaar lang een veel gebruikt symbool uit India en (breder) de oudheid betrof, maar het tegenwoordig simpelweg niet meer in die neutrale zin bruikbaar is. Ik ging er vanuit dat het voor mijn gesprekspartners in de context van het gesprek duidelijk was dat het verder geen enkele duiding betrof van partijen.’
Tot slot willen LVS en DSP willen weten ‘welke maatregelen het college exact in gedachten heeft voor degenen die de regels in hun optiek hebben overtreden’ en wat ‘het college doet om de veiligheid te garanderen van leden van onze academische gemeenschap die zich uitspreken tegen systematische onrechtvaardigheden’.
Het college beantwoordt de vragen tijdens de overlegvergadering van maandag 11 december.
> Zie ook: Optreden beveiligers bij Palestina-protest was ‘juridisch twijfelachtig’
Personeelspartij LAG vraagt aan het college om de relatie van de Universiteit Leiden met Israëlische universiteiten op te schorten zolang Israël zich niet aan het internationaal recht houdt. ‘Waarbij de gelijke behandeling van Palestijnen en de erkenning van hun recht op zelfbeschikking als voorwaardes gesteld kunnen worden.’
Hamas is ‘terecht wereldwijd veroordeeld voor haar vreselijke aanval’, schrijft de partij. ‘Maar ook Israël heeft zich inmiddels schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden en het breken van het internationaal- en oorlogsrecht. Amnesty International en Human Rights Watch hebben eerder al geconcludeerd dat Israël een apartheidspolitiek voert tegen de Palestijnen.’
Israël ziet zich als onderdeel van de Westerse democratische rechtsorde, aldus LAG. Dan zal het land ‘zich ook aan de internationale rechtsorde moeten houden. Doet ze dat niet, zoals nu overduidelijk het geval is, dan moeten er ook consequenties aan verbonden worden door de internationale gemeenschap.
Het tijdelijk verbreken van de Leidse banden met Israëlische universiteiten is ‘een signaal waar ook internationaal om gevraagd wordt. Is het college bereid om dat signaal te geven?’ wil de partij weten.