Nieuws
Politicologie en psychologie willen minder internationals
De faculteit Sociale Wetenschappen wil een numerus fixus instellen voor specialisaties binnen de opleidingen psychologie en politicologie. Aanleiding is een landelijk wetsvoorstel om het aantal internationals te beteugelen.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 1 februari 2024
Beeld Silas

De wens van universiteiten om de instroom van internationals te verkleinen, is er al jaren. Redenen daarvoor zijn onder meer de overvolle collegezalen, gebrek aan woonruimte en moeilijk te voorspellen studentenaantallen. Met de landelijke Wet internationalisering in balans, die nog door de Tweede Kamer moet, krijgen de onderwijsinstellingen mogelijkheden om hieraan te werken.

Hoewel nog geenszins zeker is dat die wet er komt, doet demissionair onderwijsminister Dijkgraaf (D66) nu al een beroep op de universiteiten om ‘zelfregie’ te pakken.

De faculteit Sociale Wetenschappen wil aan die wens voldoen door vanaf academisch jaar 2025-2026 een numerus fixus in te stellen voor specialisaties binnen de opleidingen psychologie en politicologie. ‘De Engelstalige bachelor psychologie (IBP) heeft normaal een instroom van driehonderd studenten, die willen we terugbrengen naar tweehonderd’, zei bestuurslid Kristiaan van der Heijden in de faculteitsraad. ‘De numerus fixus van de Nederlandstalige track willen we juist ophogen van drie- naar vierhonderd.’

‘In feite is dit discriminatie, want Nederlandse studenten hebben straks een grotere kans te worden toegelaten’

De Engelstalige specialisatie van politicologie – International Relations and Organisations – krijgt als het aan het bestuur ligt een capaciteitsbeperking van vierhonderd studenten. Momenteel is bij die specialisatie ongeveer 65 procent international. ‘Voor de Nederlandse specialisaties willen we geen numerus fixus, omdat we die tracks de komende jaren willen laten groeien’, zei Van der Heijden. Maar omdat het juridisch niet mogelijk is om de ene specialisatie wel en de andere geen beperking op te leggen, wil het bestuur de numerus fixus voor de Nederlandse specialisaties heel hoog leggen. ‘Zo kunnen we de instroom van internationale studenten mogelijk verminderen met ongeveer dertig procent bij psychologie en vijftien procent bij politicologie’, aldus Van der Heijden. ‘Dat is veel.’

Studentraadslid Eleanor Daw vond dat discutabel. ‘Ik weet dat we willen luisteren naar de oproep vanuit de politiek en meer zelfregie willen, maar in feite is dit discriminatie. Want dit betekent dat Nederlandse studenten straks een grotere kans hebben te worden toegelaten, simpelweg omdat ze Nederlands zijn. Het voelt als een erg drastische maatregel.’

Balans is zoek

Van der Heijden begreep de kritiek. ‘Wij zijn er ook niet heel enthousiast over, maar we willen als universiteit onze verantwoordelijkheid nemen.’ Dat het bestuur onderscheid maakt tussen studenten, bestreed hij. ‘Binnen de Engelse tracks behandelen we de internationale studenten niet anders dan de Nederlandse studenten.’ Immers: beide groepen krijgen binnen die tracks nog steeds even veel kans te worden toegelaten, alleen wordt dat aantal nu verder beperkt.

Personeelsraadslid Kiki Zanolie zag ook reden om in te grijpen. ‘Als we kijken naar de masters, zien we juist dat het voor internationale studenten makkelijker is om toegelaten te worden vanwege hun hogere cijfergemiddelde. Sommige masterspecialisaties bestaan voor tachtig procent uit internationals. De balans is zoek.’

Volgens Van der Heijden gaat de Onderwijsraad in februari een advies over de Wet internationalisering in balans naar de minister sturen. Daarna gaat het nog naar de Tweede Kamer.

Mocht de numerus fixus inderdaad worden ingevoerd, is dat niet per definitie voor altijd. Van der Heijden: ‘We blijven flexibel.’