Een voor maandag in Wijnhaven geplande paneldiscussie over apartheid in Palestina, Namibië en Zuid-Afrika werd afgeblazen toen de drie organiserende studentengroepen en het Bureau Veiligheidszaken het niet eens konden worden over aanvullende eisen die de universiteit daags voor het evenement had gesteld.
Dat laten de Students for Palestine, de African Students Association en het BASIS Africa Committee weten. Mare heeft ook inzage gekregen in mailwisselingen tussen de studenten en de universiteit.
Daaruit blijkt dat de universiteit extra eisen stelde vanwege de ‘gevoelige aard van de discussie’ en de ‘mogelijke spanningen die daarmee geassocieerd zijn’.
Zo wilde veiligheidszaken weten wie de moderator en de sprekers waren. Ook moesten op de ochtend van het evenement de namen van alle aanwezigen worden overlegd.
Verder eiste de universiteit dat er op promotiemateriaal voor de discussie een expliciete vermelding kwam te staan dat iedereen welkom was, en moest het evenement verplaatst worden van het Wijnhavengebouw naar het Living Lab in de Schouwburgstraat.
Huisregels
De organiserende studenten wilden aan alle eisen voldoen, maar vroegen de universiteit wel om een onderbouwing waarom verhuizing naar de Schouwburgstraat noodzakelijk was alvorens in te stemmen. Die onderbouwing kregen ze niet.
In een brief aan veiligheidszaken schreven de studenten maandagmiddag, uren voor de geplande start van het evenement: ‘Als we het panel om onduidelijke veiligheidsredenen en abstracte gevoeligheden niet in de Wijnhaven kunnen houden, zullen we niet instemmen met de verandering van locatie. We gaan er dus van uit dat het evenement niet doorgaat.’
In maart 2022 leidde een evenement van Students for Palestine ook al tot ophef. Toen werd een paneldiscussie over Palestina verboden omdat de gespreksleider volgens de universiteit ‘niet neutraal’ was, wat volgens de huisregels nodig zou zijn. Dat evenement werd toen alsnog gehouden op een andere locatie buiten de universiteit. Sindsdien heeft Students for Palestine wel andere evenementen georganiseerd binnen de universiteit.
De studenten beklagen zich over de schijnbare willekeur en de ondoorzichtige werkwijze van de universiteit bij het afhandelen van evenementen die ze als ‘gevoelig’ bestempelt. ‘We hebben al vaker aan de universiteit gevraagd om met een document te komen waarin duidelijk staat waarvoor je wel en niet een zaal kunt boeken’, zegt Layla Kattermann, een van de leden van Students for Palestine. ‘De bestaande huisregels waar veiligheidszaken zich op beroept zijn heel vaag en algemeen. We snappen niet hoe zij die interpreteren, want wij lezen ze heel anders.’
Daarnaast zijn de studentenorganisaties boos over de expliciete eis dat op uitnodigingen moet staan dat iedereen welkom is. ‘Onze evenementen en discussies staan open voor iedereen en zijn van nature inclusief. De universiteit gaat er met die eis al van uit dat we mensen willen uitsluiten. Het lijkt erop dat de universiteit Students for Palestine anders behandelt dan andere groepen’, zo schrijven ze.
Op vragen van Mare waarom dit debat als gevoelig is aangemerkt zegt universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke: ‘Gevoelig wordt gebruikt voor evenementen waaraan je wat meer aandacht en zorg geeft, zoals bijvoorbeeld de dies of een lezing over een controversieel onderwerp. Iedereen moet zich veilig kunnen voelen om een evenement bij te wonen en mee te praten.’
Over waarom de universiteit vroeg om expliciete vermelding dat iedereen welkom is, antwoordt zij: ‘Dat is niet omdat we ervan uitgaan dat men dit anders niet doet, maar zodat helder is wat we van elkaar verwachten.’
Veiligheid
Volgens Van Overbeeke komt de wrevel tussen de studenten en de universiteit vooral omdat de zaal niet was geboekt door de deelnemende studenten, maar via de Diversity Office. Daarom was Bureau Veiligheidszaken pas de vrijdag voor de paneldiscussie op de hoogte en moesten er op het laatste moment nog afspraken gemaakt worden voor de veiligheid.
‘Het is niet handig als iemand een zaal aanvraagt, maar niet de vragen over het evenement kan beantwoorden en ook geen afspraken kan maken. Al met al heeft het dus meer tijd gekost om duidelijk te krijgen van de organisatie over de opzet.
‘We bieden graag de mogelijkheid aan studenten en staf om evenementen te organiseren. Wat betreft de universiteit zou het gewoon plaats hebben gevonden. Ondanks de onduidelijkheden in de aanvraag, was op zeer korte termijn een zaal beschikbaar gesteld.’