Nieuws
Defensie snakt naar geld
Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser is het zat dat soldaten moeten slapen in lekkende gebouwen. Dat bleek tijdens haar lezing in het Haagse Wijnhaven­gebouw van de Universiteit Leiden.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 24 januari 2019

De ‘Spaanse Trappen’ van het Wijnhavengebouw, de zaal pal na de ingang, zit maandagavond vol met militairen, mariniers, universitair personeel en studenten. Terwijl staatssecretaris van Defensie Barbara Visser (VVD) haar verhaal doet, klikt Hans van Baalen (VVD en lid Europees Parlement) de PowerPoint-slides door.

Het is geen geheim dat defensie hard geld nodig heeft. Dat is er alleen niet, en dat lijkt Visser te irriteren. ‘Als je het al dertig jaar moet doen met beperkte middelen, moet je er niet van opkijken dat de militairen slapen op locaties waar het lekt. En ook niet dat zo’n verhaal vervolgens in de krant komt.’

Volgens Visser is er structureel zeven miljard euro extra nodig, bovenop de tien miljard die ze nu heeft. ‘Investeren doen we altijd eerst in zorg en onderwijs. En als we investeren in veiligheid, relateren we dat altijd aan dat wat zichtbaar is, zoals politie. We voelen ons relatief veilig in Nederland, en dus voelen we minder de noodzaak om geld naar defensie te sturen. In Noorwegen is dat bijvoorbeeld heel anders, maar die grenzen bovenin dan ook aan Rusland.’

Maar, zegt Visser, het gaat beter dan vlak na de crisis. ‘In 2013 stond Hennis (Plasschaert, voormalig minister van Defensie, red.) nog met emmertjes in ons datacenter omdat het daar lekte. De komende twintig jaar gaan we dat helemaal vervangen. Wil je de vijand voor zijn, dan moet je daarin investeren.’

Een student wil weten wat volgens Visser de kernkwaliteit van de krijgsmacht is. ‘Dat is dat we het al dertig jaar met beperkte middelen moeten doen en dat we daardoor enorm efficiënt zijn geworden. We hebben toch heel goede militairen die in staat zijn heel veel taken tegelijk te doen. In Duitsland bijvoorbeeld heeft iedere militair zijn eigen taak en dat werkt een stuk minder efficiënt.’

‘Wordt er nog geld vrijgemaakt om de vloot aan te vullen?’ wil een marinier weten. ‘Voorlopig niet’, reageert Visser resoluut. ‘Onze prioriteiten liggen nu bij de F-35, Special Forces en vuurkracht op zee. Maar in de toekomst hebben we veel meer nodig, zowel voor de marine als de land- en luchtmacht. En niet te vergeten meer munitievoorraden. Investeren in defensie is langjarig vooruitzien. Je hebt niet zomaar een fregat, en dat geldt ook voor munitie. Vanaf het moment dat ik op de bestelknop druk duurt het twee tot vijf jaar tot we munitie ontvangen.’

Een man op leeftijd wil weten wat een eventuele herverkiezing van Trump betekent voor de kansen van Nederland in de NAVO. ‘Het is terecht dat Trump ons erop wijst dat we ons aan de afspraken moeten houden. We zijn al heel lang lid, maar hebben ons lidmaatschap al een tijd niet meer betaald. We moeten ervoor zorgen dat we in onze samenwerking blijven investeren.’ Maar de VS kunnen toch zonder de NAVO? ‘Nee, ook de VS hebben de NAVO nodig. Er zit een heel stuk tussen de VS en Rusland, en dat is Europa. De VS willen ook veiligheid en stabiliteit.’

Niet alleen heeft defensie te dealen met financiële uitdagingen, ook het aantrekken van werknemers is een toenemend probleem. De bases in Den Helder en Leeuwarden bijvoorbeeld kunnen moeilijk aan nieuwe techneuten komen. Visser wil daarom meer samenwerking gaan zoeken met technische opleidingen en het bedrijfsleven. ‘Al is de instroom over het geheel genomen nog goed. Waar ik me nu meer zorgen om maak, is het aantal ervaren werknemers dat vertrekt. Dat heeft twee hoofdredenen: ten eerste is er een gebrek aan loopbaanperspectief. Ten tweede werken er veel onder hun niveau, doordat militairen om de drie jaar van functie rouleren. De uitdaging is om dat te verbeteren.’