Tijdens het inventariseren van correspondentie uit het Kamerlingh Onnes Laboratorium stuitte een bibliotheekmedewerkster van het Rijksmuseum Boerhaave op drie brieven met een bekend handschrift. De brieven zijn geschreven door Albert Einstein en werden kort na Einsteins eerste bezoek aan Leiden in 1911 naar Heike Kamerlingh Onnes gestuurd.
Volgens Ad Maas, conservator van Rijksmuseum Boerhaave, ‘is de relatie tussen Kamerlingh Onnes en Einstein altijd onduidelijk geweest. Op latere leeftijd sprak Einstein over een gebrek aan chemie tussen hem en Kamerlingh Onnes en zei hij dat ze op professioneel vlak te weinig gemeen hadden om een wetenschappelijke samenwerking aan te gaan. Toch wijzen de brieven op het tegenovergestelde – althans voor een korte periode in 1911.’
In zijn brieven vertelt Einstein over experimenten die de kwantumtheorie zouden kunnen ondersteunen, welke destijds nog controversieel was. ‘Maar zijn voorstellen voor experimenten vonden geen gehoor’, aldus Maas.
In plaats van Einsteins ideeën op te volgen, werkte Kamerlingh Onnes verder aan zijn onderzoek naar de elektrische geleidbaarheid van gezuiverde metalen bij extreem lage temperaturen, wat bekend staat als supergeleiding. Supergeleiding vormt de basis voor de technologie die vandaag de dag wordt toegepast in MRI-scans en deeltjesversnellers zoals de Large Hadron Collider bij CERN.
‘Einsteinia’
Over Kamerlingh Onnes’ antwoord aan Einstein is niets bekend. ‘In zijn laatste brief biedt Einstein zijn excuses aan voor zijn “late reactie”’, zegt Maas. ‘Het is duidelijk dat Kamerlingh Onnes ten minste één keer een brief moet hebben beantwoord, maar er zijn geen brieven van Kamerlingh Onnes aan Einstein uit deze periode bewaard gebleven.’
Hoewel de brieven meer inzicht geven in de relatie tussen de twee invloedrijke natuurkundigen, zullen ze waarschijnlijk niet worden tentoongesteld in Rijksmuseum Boerhaave. ‘We hebben veel interessantere “Einsteinia” in het museum – bijvoorbeeld het potlood dat hij gebruikte in de periode dat hij de algemene relativiteitstheorie bedacht.’