‘Abandon ship’, klinkt het 7 december 1941 aan boord van de Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. O20. Japanse vliegtuigen hebben twee dieptebommen op de onderzeeër laten vallen, waarna het schip ook nog wordt aangevallen door torpedobootjagers.
Zeven bemanningsleden van de O20 overleefden de aanval niet, mogelijk omdat ze vastzaten in de machinekamer. De 26-jarige Daniël Los, die daar ook werkt, lukt het wel om te ontsnappen en belandt samen met 32 andere bemanningsleden in de Zuid-Chinese Zee, vlakbij de kust van Maleisië.
‘Ze hebben daar een hele dag rondgedobberd voor ze uit het water werden gevist’, vertelt Floris Mein, Los’ kleinzoon, die uit nieuwsgierigheid naar het verleden van zijn opa het Nationaal Archief in is gedoken. ‘Het heeft maar een haar gescheeld of mijn opa’s hele nageslacht van veertig kinderen en kleinkinderen had nooit bestaan. Dan was ik er dus niet geweest.’
Jappenkamp
Veel wist Mein niet over de gebeurtenissen, zijn opa sprak er niet graag over. ‘Mijn neefje wilde ooit nog een schoolwerkstuk over mijn opa’s verleden schrijven, maar mijn opa zei dan: “Het is niet belangrijk om daarover te praten”.’
Wel weet de familie dat Los vier jaar lang als krijgsgevangene in een jappenkamp in Niigata heeft gezeten. ‘We hebben ondertekende documenten van hem gevonden waarin hij verklaart te zullen meewerken en niet zal proberen te ontsnappen. Of dat te pijnlijk voor hem was om over te praten, zullen we nooit weten. Maar je hoeft maar te googelen om te zien dat de mensen die uit zo’n kamp kwamen er fysiek en mentaal niet heel goed aan toe waren.’
Tijdens het googelen vond hij foto’s van het desbetreffende jappenkamp. ‘Ze zijn van heel slechte kwaliteit, maar van een van de mannen op een foto uit 1943 hebben we het vermoeden dat het mijn opa is.’
Mein, die zelf net als veel familieleden bij Defensie werkt, vindt het ‘super indrukwekkend’ om nu jaren later steeds meer over zijn voorgeslacht te leren. ‘In september 1945 is hij door de Amerikaanse marine gered en naar San Francisco gevaren. Een jaar later keerde hij terug naar Nederland en trouwde hij met mijn oma. Ze hadden elkaar al vijf jaar niet gesproken en desondanks heeft mijn oma al die tijd op hem gewacht. Omdat ze niet wisten waar hij was, is hij zelfs ooit administratief dood verklaard.’ Daniël Los overlijdt in 1992 op 77-jarige leeftijd, Mein was toen twaalf jaar oud.
Illegale berging
Afgelopen zomer is de O20 gevonden, door een team van Martijn Manders, maritiem archeoloog bij de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Dat is niet vanzelfsprekend, want tijdens dezelfde expeditie bleek een andere onderzeeboot illegaal te zijn geborgen. Ook bij een eerder onderzoek in 2019 naar twee onderzeeërs, bleken die helaas te zijn verdwenen.
‘De verhalen dat schepen verdwijnen deden al langer de ronde’, vertelt Manders. ‘Daarom zijn we deze zomer gaan zoeken, want het zijn oorlogsgraven en daar voelen wij ons verantwoordelijk voor.’
Het ijzer van de onderzeeboten is veel waard en daardoor erg gewild. ‘Het ijzer is geproduceerd voor de eerste atoomtesten van 1945, waardoor het niet is blootgesteld aan radioactiviteit en dus een lage achtergrondstraling heeft. Al het ijzer, waar ook ter wereld, is na de eerste atoomtesten besmet geraakt.’
Wie de schepen illegaal bergt, is niet met zekerheid te zeggen. ‘Maar we hebben een vermoeden dat het om aan China gerelateerde schepen gaat. De dag dat wij vertrokken uit Maleisië, is er zo’n schip dat illegaal aan het bergen was aangehouden. China ziet dit als het mijnen van grondstoffen, maar internationaal zijn er veel landen die dit verfoeien. Het zijn oorlogsgraven, maar er is geen internationaal wetboek dat ze beschermt. Er zijn wel afspraken en reglementen over, maar die kunnen landen helaas negeren.’
Oorlogsgraven
Daarbij zijn er al langer spanningen rondom de Zuid-Chinese Zee. ‘China claimt grote delen van de zee, maar Vietnam, de Filipijnen, Indonesië en Maleisië zijn het daar niet mee eens. Er is veel discussie over van wie wat is. Continu verschijnen er nieuwe militaire bases om zo aanspraak te kunnen maken op bepaalde gebieden.’
Het duurde vijf jaar voor Manders’ tweede expeditie van start ging. ‘Je kunt niet zomaar gaan duiken. Het kost heel veel organisatie en overleg om zoiets te mogen ondernemen. Samen met het Nederlandse ministerie van Defensie en de Maleisische overheid hebben we het nu toch voor elkaar gekregen.’
Hoe zijn de oorlogsgraven te beschermen? ‘Dat zijn we nu aan het uitzoeken samen met Maleisië. We kunnen bijvoorbeeld monitoren met satellieten, of het ijzer forensisch markeren, zodat we het toch kunnen opsporen als het van de zeebodem verdwijnt. Maar dan ben je eigenlijk al te laat. We willen het liefst dat het wrak van de O20 als graf onberoerd blijft.’
Mein is blij dat de onderzeeër van zijn opa onaangetast is gebleven. ‘Dat is de plek waar alles is gebeurd. Toen ik hoorde dat het nog steeds op dezelfde locatie ligt, maakte dat wel indruk.’