‘Een laagdrempelig, centraal meldpunt is essentieel om grensoverschrijdend gedrag effectief te melden en te verwerken’, staat in het plan dat maandag in de universiteitsraad is besproken. Het meldpunt vangt ‘signalen op, biedt studenten een duidelijke route voor het indienen van klachten en waarborgt een vertrouwelijke behandeling van meldingen’.

In het voorstel staat dat huidige systemen voor klachten en meldingen van medewerkers vaak tekortschieten. ‘Er wordt onafhankelijk onderzoek gedaan naar de werking en toegankelijkheid van deze voorzieningen.’

De universiteit is volgens de CAO verplicht een centraal meldpunt voor medewerkers in te richten. ‘Het is logisch om hier ook ruimte te bieden voor meldingen van studenten en voor hen geen apart loket op te richten.’

Het is nog niet duidelijk of er naast een digitaal ook een fysiek meldpunt komt. Het Safe@EUR-model van de Erasmus Universiteit kan als voorbeeld dienen. In Rotterdam is er een meldpunt voor medewerkers, studenten en bezoekers, dat zowel telefonisch, online en op campus bereikbaar is.

Ook gaat de universiteit de gedragscodes herzien. De gedragscode ‘omgang docenten en studenten’ stamt bijvoorbeeld uit 2008. De code is nodig toe aan een herziening ‘zodat deze weer voldoet aan hedendaagse normen’. Er komt een ‘toegankelijke, niet-juridische versie van deze gedragscode, zodat deze begrijpelijk is voor alle studenten’.

In alle gedragscodes komt expliciet aandacht voor ‘grensoverschrijdend gedrag in de digitale leeromgeving’.

De raad is positief over het plan, maar vindt het belangrijk om ook ongewenst gedrag van studenten richting docenten mee te nemen in de voorstellen, bijvoorbeeld bij het opstellen van nieuwe gedragscodes. Dat is inmiddels toegezegd.

Landelijk is er ook nieuw beleid gekomen. De meldplicht zedenmisdrijven is uitgebreid. Het gaat om de zogeheten meld-, overleg- en aangifteplicht (MOA) voor zedenmisdrijven. De MOA gold alleen voor seksueel misbruik van kinderen. Meerderjarige studenten vallen nu ook onder de plicht.

De meldplicht geldt in alle gevallen van seksueel misbruik waarbij ‘de beklaagde een met taken belast persoon is en waar sprake is van een afhankelijkheidsrelatie met een student’. Een met taken belast persoon is bijvoorbeeld een docent of iemand van het onderwijsondersteunend personeel.

Het is de bedoeling dat deze regeling ook voor seksuele intimidatie gaat gelden. Dat staat in de Wet vrij en veilig onderwijs, die is echter nog niet aan de Tweede Kamer voorgelegd.