Sjoerd Besselaar (21), bachelorstudent film- en literatuurwetenschappen, omschrijft de muziekstijl van zijn alter ego sjoerdson als ‘alternatieve hiphop slash pop. Maar vooral alternatieve hiphop, met een beetje funky sounds en een beetje jazzy chords.’
Het begon op de middelbare school, toen hij en vrienden diss tracks over elkaar maakten, vertelt hij vanuit zijn studentenkamer. ‘We haalden zo’n gare crack-ass-beat van YouTube en dan gingen we daar heel gaar overheen rappen en elkaar dissen: “Oh, jij hebt vwo 4 niet gehaald, jij hebt een 3 voor biologie!”
‘Op een gegeven moment dacht ik: de beat doet niet wat ik wil. Ik wil hier meer controle over hebben. Toen heeft een maat van me, Mays – die vrijdag de preshow doet– me de ropes laten zien. Via hem en allemaal YouTube-tutorials ben ik erin gerold.’
het kenmerkende aspecten lied
Zijn grootste hit op Spotify is het kenmerkende aspecten lied. Hij schreef dit voor zijn eindexamen geschiedenis, waarvoor leerlingen de kenmerkende aspecten moeten leren.
‘Het zijn er 49, elke zin vat een deel van een tijdvak samen. Sommige zijn wel drie regels lang. Hoe ga je dat allemaal leren? Ik dacht: je kan er een goed lied van maken. Het duurde best lang om te craften, de dag voor mijn examen was-ie af. Ik moest iedere dag veertig minuten naar school fietsen dus ik speelde hem op repeat. Tijdens mijn examen vroegen ze: welk kenmerkende aspect uit tijdvak 5 past hierbij? En dan zat ik heel dat lied uit mijn hoofd te doen.’
In Leiden ging hij film- en literatuurwetenschappen studeren en deed daarbij de minor Music Studies. Hij sloot zich aan bij dispuut 9X7 van SSR en bleef muziek maken. Hij produceerde onder andere de nummers Chicken Chicken Pussy Bitch (‘ook een diss track’) en Parraplu.
Citaat: ‘Ik ben trippin’ in de regen, paraplu kapot. Lucht is rood en we poppen nog wat pot. Gras grijs alle pollen zijn op. Win win want de wolken zijn top (yes)’
Besselaar: ‘Ja, die is crazy. Ik had met een maat voor de eerste keer truffels gedaan. Dat wilde ik combineren met het woord paraplu: met truffels kun je parra gaan, een beetje gek. Het regende een beetje. Het gras was echt zo grijs, en dat was ook een lekkere alliteratie, bedacht ik me later.’
Vrijdag, de dag dat hij optreedt in de Nobel, komt ook zijn nieuwe EP, Morgen was te laat, uit.
‘Toen ik Parraplu schreef, durfde ik mezelf nog niet zo serieus te nemen.’ Op de nieuwe EP doet hij dat wel. ‘In het begin is het heel eng om jezelf artistiek uit te drukken en dat serieus te nemen. Als je zegt: het is voor de grap, en het is dan slecht, dan maakt het niet zoveel uit. Maar als je jezelf serieus neemt dan moet je er echt helemaal achter staan, dat is wel een enge stap. Ik ging meer muziek maken die ik vet vind, omdat ik wist: dit is echt gewoon voor mij. Daar kan ik mezelf in uiten en mijn zorgen in kwijt en dan later kijken of het releasebaar is of niet.
‘Vorig jaar in de herfst dacht ik: ik wil conservatorium gaan doen.’ Om die stap te zetten, besloot hij zichzelf uit te dagen door in november iedere dag een nummer te schrijven. ‘Je blijft gewoon over dingen schrijven en soms denk je niet meer na over welk beeld de buitenwereld van je heeft.’
Hij deed auditie bij het Conservatorium van Amsterdam en de Rockacademie in Tilburg, maar werd bij beide afgewezen. ‘Ik haal nu heel veel geluk uit verliezen. Niet worden toegelaten vind ik eigenlijk heel leuk. Ik vind het een leuke tegenslag, omdat ik er nu op een andere manier moet gaan komen. Ook al gebeurt dit, het komt wel goed. Ik ben heel enthousiast om een tussenjaar te gaan doen en op de juiste plek terecht te komen.’
Aan de muur van zijn kamer hangen twee posters van Buurman en Buurman prominent in zicht. ‘Die stemacteurs, Kees Prins en Siem van Leeuwen, zijn echt de fucking GOATS. Ik heb daar een dikke dvd liggen, daar staan wel tachtig afleveringen op. Hun mentaliteit gewoon. Als de een zegt: “Yo Buur, laten we dit gaan doen”, zegt de ander nooit: “Nee, dat is geen goed idee”, maar: “Ja, oké, dat gaan we doen”. Inspirerende karakters. En die baggy jeans zijn ook echt nice.’
Besselaar zelf is ook een echte optimist. ‘Aan de ene kant kan je met sombere gevoelens wel sombere muziek maken, maar eigenlijk vind ik het juist leuker als je blij bent en dat kan uiten in de muziek. Ik wil liever mensen blij maken dan die somberheid capturen.’
Hoewel hij bij de nummers op zijn nieuwe EP wat meer die serieuze kant op durft te gaan, blijven het luchtige nummertjes, vertelt hij. In het nummer wasjemening, bijvoorbeeld, gaat het over zijn hond én over zijn toelatingsaudities voor het conservatorium. ‘Het is een tweestrijd: ik heb hun mening nodig om te worden toegelaten, terwijl ik het eigenlijk voor mezelf moet en wil doen. Ik kan ook mijn hond vragen om haar mening, maar zij kan niet praten. Dat is juist heel mooi: dat zij niet oordeelt.’
Om het allemaal niet te serieus te maken, probeert hij wel, zoals hij ze zelf noemt, funny funky bars aan de nummers toe te voegen. ‘Eén die vaak gequotet wordt is: “Nu wil ze pijpen, gelukkig heb ik afritsbroek”, uit Parraplu. ‘Die vind ik hard, een beetje zo’n memerap.’
Hij is nog druk bezig de laatste voorbereidingen voor de show te treffen: lichteffecten maken, merchandise fixen, en, toch een beetje in Buurman en Buurman-stijl, een pingpongtafel in de kleine zaal van de Nobel krijgen. ‘In mijn nummer niemand! ben ik wel echt braggadocious over mijn pingpongvaardigheden. Dus er moet misschien wel iets bewezen worden vrijdag.’
sjoerdson’s mayhem madness, Nobel, vrijdag 14 juni, 19:30, €9,-