Cultuur
Dichter Frank Keizer vindt ideeën belangrijker dan ontroering
Dichter Frank Keizer schrijft over de verstrengeling van kapitalisme, slavernij en de klimaatcrisis. ‘Ik wil poëzie en revolutie samen met elkaar laten klinken.’
Romy van den Akker
donderdag 15 juni 2023
Foto Merlijn Doomernik

‘Ik heb altijd al gedichten willen schrijven waarin verschillende stemmen doorklinken. Ik streef geen individueel dichterschap na, waarin ik mezelf en mijn gevoelens uitdruk, maar wil in de geëngageerde traditie staan. Mijn doel is om te laten zien dat poëzie en strijdcultuur samen kunnen gaan. Daarin schuilt voor mij de noodzaak van poëzie.’

Aan het woord is Frank Keizer (1987), dichter, essayist en wetenschapper. Hij debuteerde in 2016 met de bundel Onder normale omstandigheden, waarna hij drie jaar later Lief slecht ding publiceerde. In 2022 verscheen zijn nieuwste dichtbundel De introductie van het plot, waarin hij reflecteert op de rol van het kapitalisme in slavernij en de klimaatcrisis.

Hij verkreeg er een plek mee op de shortlist van de Grote Poëzieprijs 2023. Aanstaande zaterdag treedt Keizer op tijdens de Leidse Poëzienacht.

Je gedichten zijn heel geëngageerd. Wat hoop je op de Burcht te bereiken?
‘Voor mij is de lezer een medeproducent van de betekenis van mijn werk. Het is niet zo dat ik een boodschap zend, er moet een creatief proces plaatsvinden tussen lezer en schrijver. Ik heb er niets op tegen om mensen te ontroeren, maar het idee staat voorop. De vorm is belangrijk om dat te laten resoneren. Ik heb een bundel willen schrijven die je aan het denken zet en die je je standpunten laat heroverwegen.’

Hoe ben je tot je politieke inzichten gekomen?
‘In de periode dat ik politiek actief werd, begon ik ook met dichten. Ik ben altijd op zoek naar een manier om die twee een huwelijk met elkaar te laten aangaan. In mijn geval gaat het om een marxistische bewustwording die ik wil vertalen naar een poëtische vorm. Poëzie en revolutie wil ik samen met elkaar laten klinken, waarbij ik overigens ook uit allerlei niet-marxistische en poëtische tradities put.

‘Tegelijkertijd heeft elke bundel zijn eigen vorm. De gedichten die ik op dit moment aan het schrijven ben, vertrekken vanuit mijn eigen levensreis. De introductie van het plot is meer een avontuurlijke reis langs filosofische inzichten. Het stelt bijvoorbeeld de vraag wat ecologische geletterdheid is, en of we dat niet nodig hebben om de klimaatcrisis te overleven. Hoe kan je op een andere manier naar je omgeving kijken?’

‘Beseffen dat we zelf zijn ontbost / er zo van doordrongen raken / point of no return’, schrijf je.
‘In de bundel zit een besef van wat er door de industriële revolutie verloren is gegaan. Het is geen pleidooi om terug te gaan naar de natuur, maar een reflectie op de lege plekken in ons leven, op de verdwijning van bepaalde bestaansvormen. Zonder daar overigens een oplossing voor aan te dragen.

‘Het kostte veel tijd om daar een geschikte vorm voor te vinden. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een lichte, terloopse manier van dingen beschrijven. Het is een spreektalige, soms bijna naïeve taal.’

Achterin De introductie van het plot is een enorme bronnenlijst opgenomen, variërend van Marx en Donna Haraway tot Sonja Prins. Waarom?
‘In mijn gedichten verwerk ik allemaal brokstukken van teksten. Het is niet zo dat ik me inlees om ergens een beeld van te krijgen en dat vervolgens vertolk in poëzie. Het gaat om een eilandenrijk van verschillende fragmenten en werelden. Die bronnen voeden het denkproces. Ik heb de bundel bewust opgezet als een poëtisch onderzoek. Met de literatuurlijst maak ik de naden van het denken zichtbaar en streef ik een zekere democratie na.’

Je kaart het verband aan tussen kapitalisme, slavernij en klimaatverandering. Hoe verhouden die zich tot elkaar?
‘Slavernij en de klimaatcrisis zijn uit dezelfde omstandigheden ontstaan. Het gaat om een paradigmatische verhouding tot land. Landen worden ingenomen, beroofd en uitgeput van natuurlijke hulpbronnen – datzelfde gebeurt met mensen. Dat is een objectiverende, instrumentaliserende en dehumaniserende relatie tot de mens.

‘Beide zijn cruciale processen die je niet los kunt zien van de ontwikkeling van het kapitalisme: het is een discours van onmenselijkheid, uitbuiting en onteigening.

‘Als schrijver moet je overal over kunnen schrijven, maar je moet je wel bewust zijn van de blokkades, van waar je wel en niet toegang toe hebt.

‘Het heeft onder andere met lichamelijkheid te maken: ik heb zelf bijvoorbeeld geen lichamelijke kennis over slavernij. Maar ik denk dat het vruchtbaarder is om daar bewust van te zijn en het spanningsveld te betreden. Ook witte mensen kunnen een postkoloniale houding hebben, net zoals zwarte mensen die niet kunnen hebben. Maar ik voel wel omzichtigheid.’

Wat is de grens tussen poëzie en activisme?
‘De grens daartussen heb ik heel bewust opgezocht door de vorm van het leerdicht te kiezen, een genre dat sinds de Romantiek uit de gratie is geraakt. Ik heb het nieuw leven in willen blazen, zonder dat het te belerend wordt. Ik wilde niet vanuit een centrum spreken, maar allerlei verschillende stemmen laten weerklinken.

‘Activisme is voor mij iets wat je met je lichaam doet, in de publieke ruimte. Dat doe ik veel minder, maar mijn poëzie heeft er wel banden mee en ik schrijf erover, bijvoorbeeld over het bezetten van een varkensstal. Toch is poëzie iets anders. Het is reflexief. Ik wil mensen nieuwe inzichten bieden.’

Frank Keizer
De introductie van het plot (2022)
Uitgeverij Pluim
80 pag. € 24,99

PoëzieNacht
Burcht van Leiden
Zaterdag 17 juni, 20.00 uur
Entree v.a. €15,-