Je stond onbeweeglijk
In tranen op ’t perron
Toen ik klein was
In de trein naar het noorden
(Uit: ‘De trein naar het noorden’)
In het najaar van 1939 wordt een zesjarig jongetje door zijn moeder op de trein gezet van Parijs naar Nederland. Zij zegt niet meer voor hem te kunnen zorgen, hij moet maar bij zijn oom en tante in Utrecht gaan wonen.
Tenminste, dat was de bedoeling. Maar eenmaal in Nederland wordt hij bijna direct naar een kindertehuis in Zeist gebracht en niet meer opgehaald. Zo brengt hij zijn eerste winter in Nederland door: verstoten door zijn familie in een tehuis vol kinderen die hij niet verstaat. ‘Het was of mijn eigen leven aangevallen werd’, zou hij er later over zeggen. ‘Je bent vanaf het moment dat je verlaten bent, zelfstandig.’ Maar ook: ‘Ik ben altijd moeilijk gebleven ten aanzien van het accepteren van liefde.’
Dat jongetje heette Ramses Shaffy en zou later uitgroeien tot een van de grootste chansonniers van Nederland.
‘Hij leert al snel vertrouwen op zijn eigen kracht
En wantrouwt alles tot zijn dood
Hij verklaart de oorlog aan het kinderhuis
En saboterend wordt hij groot’
(Uit: Eens in de honderd jaar)
Zaterdag 15 juni wordt in het Terweepark, op de plek waar Shaffy in Leiden opgroeide een standbeeld van de zanger onthuld. Ter gelegenheid schreef Peter van der Geer een boekje over de plekken in de stad waar hij zijn stempel heeft achtergelaten: Ramses Shaffy, Zijn Leidse jaren.
Belangrijkste plek: het huis van zijn Leidse pleegouders Herman en Roos Snellen, waar hij in maart 1940 belandde. ‘Wat is het toch een geluk, dat we dit kind tot ons namen’, schreef moeder Snellen destijds in haar dagboek. ‘Herman pakt hem zo goed en zeker aan, hij gaat merkbaar vooruit, is nog dikwijls humeurig, maar zoveel gauwer voor rede vatbaar.’
Het huishouden is liefdevol en Shaffy – die Didi wordt genoemd – kan het meteen goed vinden met dochter Aya. De zevenjarige zuigt binnen de kortste keren de wildste verhalen uit zijn duim, schrijft biograaf Sylvester Hoogmoed in We zien wel! Het wonderlijke leven van Ramses Shaffy (2012). Vader Snellen heeft hier weinig begrip voor, moeder des te meer. Wel delen vader en zoon een liefde voor muziek: als hij thuis is, zit vader Snellen vaak achter de piano. Didi gaat op pianoles, maar heeft niet de discipline om veel te studeren en improviseert liever. Op zijn zeventiende komt het conservatorium in beeld als studierichting, maar Didi heeft hier zo weinig zin in dat hij zichzelf nootblind verklaart.
Laat me, laat me,
Laat me mijn eigen gang maar gaan
Laat me, laat me
Ik heb ‘t altijd zo gedaan
(Uit: Laat me)
Ook op school laat hij het afweten: hij spijbelt veel en komt regelmatig te laat. Van der Geer beschrijft hoe Shaffy midden in een les wegloopt om in de zon te gaan zitten. Een gefrustreerde leraar op het Huygens Lyceum zou hem hebben toegeroepen dat hij of ‘beroemd zou worden, of etaleur’.
Shaffy houdt het vol tot de vijfde klas. Om bij te verdienen gaat hij zelfgemaakte hoedjes verkopen aan dames uit de buurt. Hoewel hij er soms vers fruit in verwerkt of zelfs een keer een oude onderbroek van zijn moeder, weet hij ze ook te slijten aan een winkel in Den Haag.
In 1946, vlak na Didi’s dertiende verjaardag, verschijnt zijn biologische moeder op de stoep. Ze wil hem mee terug nemen naar Frankrijk.
‘Ik voelde dat er iets dramatisch ging gebeuren’, zou Shaffy er later over zeggen. Na een verhitte discussie mag hij kiezen bij wie hij wil wonen. ‘Ik wist allang dat ik bij mijn pleegouders wilde blijven. Mijn leven is hier geweest, bij mijn pleeggezin, en dat is de schoonheid en de basis van mijn leven geweest.’
Op het trottoir van de stad, van de grote stad
Liep een klein jongetje zomaar, zomaar, zomaar wat
Hij dacht aan zijn huiswerk waar hij geen zin in had
En aan zijn moeder, die thuis op hem te wachten zat
(Uit: Het jongetje en het meisje)
In 1952 verhuist Didi naar Amsterdam om daar aan de Toneelschool te studeren. Op aanraden van zijn pleegvader neemt hij weer de naam aan die in zijn paspoort staat. Daarmee komen zijn Leidse jaren ten einde en begint de carrière van chansonnier en acteur Ramses Shaffy. Een succesvolle carrière, hoewel getekend door overmatig alcoholgebruik, bekroond met verscheidene muziekprijzen en een ridderorde.
Peter van der Geer, Ramses Shaffy, Zijn Leidse jaren. Uitgeverij Gingko, 67 pgs.
De onthulling van het kunstwerk ‘Hoog Sammy’ is zaterdag 15 juni, Terweepark, 15.30 u.