Cultuur
Horen, zien, ruiken en voelen met Rembrandt in De Lakenhal
Museum De Lakenhal toont vier vroege werken van Rembrandt die voor het eerst in Leiden zijn te zien. ‘Hij was enorm vernieuwend maar ook geworteld in zijn Leidse omgeving.’
Pol Koopman
donderdag 18 januari 2024
De Drie zangers van Rembrandt (circa 1625). The Leiden Collection

In de expositieruimte van het museum wordt nog net het laatste schilderij in een houten kist binnengereden en met uiterste precisie aan de wand opgehangen. De vier schilderijen vormen één geheel met de vaste collectie in de rest van de zaal. Samen beelden de Brillenverkoper, de Drie zangers, de Operatie en de Flauwgevallen patiënt, het zicht, het gehoor, de tast en de reuk uit. Het is voor het eerst dat de vier schilderijen samen in Leiden te zien zijn.

Het vijfde zintuig, de smaak, wordt vertegenwoordigd door een lege plek aan de wand. ‘Vooralsnog leeg’, benadrukt Van Asperen, want men weet vrijwel zeker dat Rembrandt ook dit vijfde zintuig heeft uitgebeeld.

De vijf zintuigen waren voor kunstenaars in die tijd een gebruikelijk onderwerp, legt Van Asperen uit. Uniek aan Rembrandt, in vergelijking tot andere kunstenaars, is dat hij ze heeft afgebeeld doormiddel van alledaagse taferelen. Deels heeft dit te maken met de opdrachtgevers die er in de Nederlandse Republiek rondliepen. Anders dan het koninklijk hof in Frankrijk of de kerk in de Italiaanse staten, hadden deze niet zo’n behoefte aan keurige nimfen of andere dergelijke allegorieën.

‘Rembrandt kiest niet voor een jong liefdeskoppel maar voor een oudere vrouw en een gerimpelde man’

Rembrandt geeft hier nog verder zijn eigen draai aan door in de schilderijen ook nog eens een dosis humor te verwerken. Op de gezichtsuitdrukking van de afgebeelde personages is de emotie duidelijk te zien en ook de kostuums die de mensen dragen zijn bijzonder. Van Asperen vertelt: ‘Voor ons komen de kostuums duidelijk al uit een ver verleden, maar ook in Rembrandts tijd waren ze al ouderwets. Ze werden gebruikt in het theater en werden geassocieerd met oplichterij.’ De chirurgijn die in het schilderij van de Operatie een steentje uit het hoofd van de ongelukkige patiënt verwijdert, blijkt niets meer dan een charlatan. Dezelfde humor zit verwerkt in de Drie zangers. ‘Andere kunstenaars zouden zo’n scène waarschijnlijk eerder verbeelden met een jong liefdeskoppel, maar Rembrandt kiest voor een oudere vrouw met dichtgeknepen ogen en een gerimpelde man met een knijpbrilletje.’

Ondanks dat Rembrandt nog aan het begin van zijn carrière stond toen hij de werken schilderde – hij moet ongeveer achttien jaar zijn geweest – is zijn stijl er al duidelijk in zichtbaar. Deze is te onderscheiden door onder andere zijn gebruik van licht, met opvallende schaduwen en scherpe contrasten. Het zorgt voor een dramatisch effect. Verder springt Rembrandts vlotte verftoets eruit. Wie goed kijkt naar de koopwaar in de koffer van de Brillenverkoper ziet dat Rembrandt de brillen, bijna impressionistisch, heeft weggezet. Later zou hij deze stijlelementen perfectioneren in bekende werken als De Nachtwacht en Het Joodse bruidje.

‘Rembrandt was als schilder onderdeel van zijn tijd’

‘We willen met deze interventie in het hart van onze vaste collectie ook laten zien dat Rembrandt als schilder onderdeel was van zijn tijd’, vertelt Van Asperen. Ook Rembrandts tijdgenoten, wier schilderijen aan de andere wanden van de ruimte hangen, bedienden zich van dezelfde technieken. ‘Het waren jonge jongens in dezelfde stad. Ze kenden elkaar. Soms gebruikten ze zelfs dezelfde modellen.’

De Brillenverkoper had het museum nog in de eigen collectie. De andere drie schilderijen komen uit de private ‘Leiden Collection’ van de welgestelde investeerder Thomas Kaplan en zijn vrouw uit New York. De Flauwgevallen patiënt werd pas in 2015 op een veiling in New Jersey teruggevonden waar het voor enkele honderden dollars werd aangeboden.

Het zorgvuldig verschepen van dergelijke kunstwerken is geen goedkope onderneming. De Rijksoverheid staat dan ook garant voor de kunstleen. Op de vraag of er door deze operatie juist niet sprake is van nog een ‘blockbuster’ – iets waartegen de vorige directeur van De Lakenhal, Meta Knol, zich uitgesproken verzette - antwoordt Van Asperen dat daarvan geen sprake is. ‘De term blockbuster wordt verschillend gebruikt maar richt zich met name op grote tentoonstellingen met veel bruiklenen. Deze presentatie gaat juist uit van de kracht van onze vaste collectie, en brengt daar verdieping in aan. De werken tillen het geheel naar een hoger niveau, en maken direct duidelijk dat Rembrandt als jonge schilder enorm vernieuwend was maar ook geworteld in zijn Leidse omgeving.’

Rembrandts vier zintuigenZijn eerste schilderijen. Van 20 januari tot en met 16 juni 2024 in Museum De Lakenhal