In zijn werk bij programma’s als BOOS en Je zal het maar hebben, en ook in zijn eigen leven, komt Tim Hofman (35) veel verschillende vormen van angst tegen: faalangst, FOMO, angst om iemand (of jezelf) te corrigeren, angst voor de dood en angst voor vooruitgang.
In zijn nieuwe boek Goede Moed: Pleidooi voor een minder bang bestaan, gaat Hofman in op de angsten die ons kunnen tegenwerken in het dagelijks leven en ook in de confrontatie met sociale vraagstukken of problematiek.
‘Ik maak al een tijdje programma’s en ben ook al een tijdje mens’, vertelt Hofman. ‘Ik keek naar onze maatschappij en zag: we lopen in die programma’s en ook als mens steeds tegen dezelfde patronen aan. Angst is de basis van alle problemen of zit oplossingen in de weg.’
Alle angsten worden gelinkt aan maatschappelijke situaties: brede vraagstukken of persoonlijke situaties uit Hofmans leven en carrière. De hoofdthema’s hierin zijn het patriarchaat, conservatisme en kapitalisme, en hij spaart hierin zichzelf niet.
Hofman: ‘Het punt van het boek is: hoe verhoud je je tot anderen?’
Seksist
Zo bespreekt hij in het hoofdstuk ‘Tim Hofman is een seksist – voorbij de angst voor zelfreflectie’ een twitterdiscussie die hij een paar jaar geleden had met Trouw-columnist Seada Nourhussen. In een uitzending van Je zal het maar hebben, noemt Hofman een groep meiden ‘mokkels’. Als Nourhussen hier in haar column kritiek op uit, vraagt Hofman om uitleg via Twitter. Een paar berichten gaan heen en weer tussen de twee. Aan de hand van het voorval bespreekt Hofman waarom hij uiteindelijk ontdekte dat hij inderdaad fout zat, maar dat toen niet doorhad.
Hofman: ‘Ik zou daar nu honderdtachtig graden tegenovergesteld mee omgaan. Maak een kosten-batenplaatje: geen seksistisch gedrag is niet moeilijk, maar het levert veel op voor mensen om je heen.’
Hij concludeert in het boek: Nourhussen ‘zat dus na haar column bij Trouw, waar ze – zo las ik later – wegging door alle racistische drek en bedreigingen die zo over zich heen kreeg naar aanleiding van haar schrijven, óók nog eens opgescheept met een verongelijkt tv-presentatortje dat online uitleg kwam eisen over zijn eigen privileges, omdat-ie zelf niet genoeg boeken had gelezen met zijn geblinddoekte gezicht.’
Nu zegt hij erover: ‘Het is een maatschappelijke beschouwing over persoonlijke angsten: dat faalangst iets moet zijn, of de angst voor controleverlies: we moeten maar meedoen. Maar het gaat ook over hoe angst in de politiek wordt misbruikt, bijvoorbeeld als een politicus oproept om met angstige ogen naar de buren te kijken.’
Daar gaat het over in het hoofdstuk ‘Tijd voor het einde van onze gezelligheidscultus – Voorbij de angst om een ander te corrigeren’. Wees niet bang om de discussie aan te gaan, spoort hij de lezer aan, ook al leidt dat soms tot een boze oom bij het familiediner. ‘Kies voor de ongezelligheid’, schrijft hij in het boek. ‘Want er is niks mis met opkomen voor gelijke rechten voor een ander.’
Hij benadrukt aan de telefoon: ‘Opkomen voor een minderheidsgroep is geen polarisatie. Dat is een farce. We hoeven het niet altijd gezellig te houden. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen die twee dingen.’
Over de vraag of hij nieuwe inzichten heeft opgedaan tijdens het schrijven van het boek, moet hij even nadenken. ‘Ik heb gezorgd dat ik niets zeg waar ik niets over weet. Ik schiet bijvoorbeeld met scherp op het kapitalisme, maar heb daar ook niet de oplossing voor, dat kan ik gewoon niet. Het is geen moral high horse-preek: ik weet het zelf niet. Het zuivere antwoord is dat ik dezelfde vragen nog heb als de lezer, maar dat het goed is dat we daar als collectief over nadenken.’
En dan daarbij niet de moed verliezen, ook al kunnen de onderwerpen – klimaatproblematiek, patriarchaat, kapitalisme, polarisatie, racisme, conservatisme, enz. – overweldigend zijn.
‘De hoofdgedachte van het boek is dat je die angst niet de baas hoeft te laten zijn. Het gaat niet over een angstvrij mens zijn, dat is het niet. Het gaat over nieuwsgierigheid en pragmatisch zijn, omdat het kan.’
Maar, vervolgt hij: ‘Ik wil geen preekje houden over hoe je dat moet doen. Dan krijg je een zelfhulpboek, dat is echt vreselijk. Ik laat het een beetje open. Het is een denkoefening, geen opdracht.’
Tim Hofman, Goede moed – Pleidooi voor een minder bang bestaan. Meulenhoff, 224 pag. €21,99. Zaterdag 8 juni signeert Hofman tussen 10.30 en 12.00 zijn boek in boekhandel Kooyker, Breestraat 89
‘Het is een oude truc, een waar uiterst rechtse politieke stromingen, waaronder het fascisme, bijvoorbeeld erg goed in zijn: zondebokpolitiek. Het idee: maak burgers bang voor elkaar, en je zult zelf macht vergaren en behouden. De gevolgen kunnen we aanwijzen in onze geschiedenis, en helaas zien we deze op angs gestoelde politiek nog steeds over de hele wereld terug.
‘In Nederland zijn we ook goed in deze verdeel-en-heersmethode. Dat begint bij het ontmenselijken van de aangewezen zondebok. Gelukszoekers. De “tsunami aan nieuwkomers”. Lastpakken. Tuig. Geef ze een verzamelnaam, als het maar ontmenselijkt. Om aan te geven hoe dat ontmenselijken zijn werk doet: in 2018 brachten we met BOOS een documentaire over het zogeheten Kinderpardon uit: Terug Naar Je Eige Land. Een paar honderd kinderen, in Nederland geboren of hier langer dan vijf jaar woonachtig, zouden door onze overheid ons land uit getrapt worden, ondanks het publiekelijk bekende gegeven dat dit volgens experts erg slecht is voor de mentale gesteldheid van die kinderen. Daarnaast zouden deze kinderen, met de rest van hun gezin, ook geregeld naar (door onze overheid) onveilig verklaarde landen zoals Irak en Afghanistan worden gestuurd.
‘Na maanden handtekeningen ophalen, lobbyen en campagne voeren om die kinderen hier te houden, werd ik in 2019 gebeld door een (wat socialer) politicus uit een regeringspartij van Rutte III. Hij was opgewekt: de campagne had gewerkt. Het Kinderpardon kwam er, de kinderen waren gered! Ik quote: “Het was goed dat jullie die film gemaakt hadden, toen wisten we weer over wie we het hadden hier in Den Haag.” Tsja. Ze waren in de hofstad aanvankelijk dus even vergeten dat ze het daar al die tijd over mensen hadden gehad.’ (Fragment uit Goede Moed)