‘In mijn eigen spel ben ik aanvallend ingesteld, best agressief. In de vierendertig jaar dat ik schaak, open ik met wit altijd met de koningspion, twee naar voren. Als ik met zwart speel, reageer ik daar altijd op door de pion voor de loper naast de dame twee naar voren te zetten. Die twee zetten vormen de Siciliaanse opening, mijn favoriet.’
Peter Doggers schaakt al vanaf zijn tiende en neemt vanaf zijn vijftiende als amateur deel aan officiële toernooien. Als schaakjournalist begon hij een eigen website, die later werd overgenomen door het online schaakplatform chess.com, dat momenteel 186 miljoen leden heeft.
‘Toen ik leerde schaken, was je aangewezen op boeken. Ik leerde door te lezen over grootmeesters en bestudeerde hun beroemdste partijen. Topspelers zoals Garri Kasparov en mijn favoriet Bobby Fischer speelden ook het liefst Siciliaans. Daarom ben ik die stijl gaan aanhangen.’
Dogger vond echter dat een compleet naslagwerk over schaken ontbrak. Daarom schreef hij De Schaakrevolutie. Donderdag spreekt hij erover in boekhandel Paagman, in Den Haag.
Internet
Behalve de oorsprong van het spel (zie kader) schrijft hij over de groeiende rol die internet op schaken kreeg. ‘Rond 1994-’95 ontstonden de eerste plekken waar je online kon spelen, zoals de Internet Chess Club en de Free Internet Chess Server. Je kon dan online tegen je vrienden schaken, maar, vooral bijzonder: tegen iemand die in Chili of in Rusland woont, en dan tegelijk met die mensen chatten. Langzamerhand gingen steeds meer topspelers daar ook gewoon voor de lol tegen elkaar spelen, en kon je als toeschouwer die wedstrijden virtueel bijwonen.
‘De volgende stap was dat de grote bordschaakevenementen, dus de toernooien en de wereldkampioenschappen, hun wedstrijden live gingen uitzenden. Tot die tijd kon je dat hooguit volgen op Teletekst, en de dag erna in de krant lezen.’
Tegenwoordig maakt bijna iedereen, ook amateurclubs, gebruik van elektronische borden en elektronische klokken. ‘Zelfs als tien mensen van mijn schaakclub in Hoorn spelen tegen tien mensen uit Haarlem, is dat al online te volgen. Schaak en het internet zijn eigenlijk voor elkaar gemaakt.’
Corona fungeerde vervolgens als vliegwiel. ‘Toen de pandemie uitbrak in 2020, werd op sportgebied bijna alles afgelast. Het enige wat alleen maar actiever werd was schaken. Die grootmeesters konden online gewoon vanuit huis hun zetten blijven doen. Toen heeft Magnus Carlsen, de huidige beste speler van de wereld, het initiatief genomen om een hele serie online toernooien te starten. Dat werden er steeds meer.
‘Inmiddels is de pandemie allang voorbij en zijn alle normale bordschaaktoernooien weer terug, maar die online evenementen zijn gebleven, waardoor de kalenders van topspelers propvol zitten. Soms spelen ze overdag een toernooi op locatie, ‘s avonds online, om de volgende dag weer door te gaan met het andere toernooi.’
Ook het amateurspel zag een enorme opmars. Op schaaksite Chess.com, waar Doggers werkt, zag hij een explosie in het aantal spelers. Behalve de pandemie was daarvoor nog een belangrijke reden: de populaire Netflix-serie The Queen’s Gambit.
‘Het was misschien wel de allereerste grote Hollywoodproductie waar alles klopt op schaaktechnisch gebied. Er zat geen onzin-stelling tussen en het bord of de stukken stonden niet verkeerd. Dat gaat heel vaak mis in films. Alle zetten die je in de scènes ziet, komen uit echte partijen.’
‘En het ging een keer niet over een man, maar over een vrouw, wat ook ontzettend leuk is. In de maanden daarop kregen wij op onze site duidelijk meer aanmeldingen van meisjes en vrouwen. We konden ons geen betere promotie van schaken voorstellen.’
Twee genders
Toch kan het nog beter. Van alle spelers met een officiële rating in de Wereldschaakbond is maar 11 procent vrouw, vertelt Doggers. ‘Er is nog steeds seksisme in de schaakwereld. Sowieso lopen we nog achter, omdat je maar twee genders kunt invullen. Het gaat nog wel even duren voordat de Wereldschaakbond met meerdere opties komt, vrees ik.
‘De Nederlandse schaakbond is hier al wel mee bezig: in november vindt de Amsterdam Chess Open plaats, waaraan ook leden van een queer schaakclub uit Amsterdam meedoen. Daarvoor maken we ranglijsten waarbij we het gender van mensen gewoon niet noemen.’
Tegelijkertijd worstelen topschakers met de oprukkende dominantie van computers, legt Doggers uit. ‘Zowel grootmeesters als amateurs gebruiken data om zich voor te bereiden. Je kunt heel veel stellingen creëren waarvan je weet: dit is hoog niveau schaak, en die leer je vervolgens uit het hoofd. Voor de huidige beste speler van de wereld, Magnus Carlsen, was dit reden om zijn officiële wereldtitel niet meer te verdedigen. Hij was het zat, om zich drie maanden op te sluiten om al die openingen uit zijn hoofd te leren, om vervolgens te moeten spelen tegen iemand die in principe minder is, maar die die openingen ook allemaal kan zetten.’
Het treurige gevolg: ‘Nu is er een andere wereldkampioen, terwijl iedereen weet dat Carlsen eigenlijk de betere speler is.’
Carlsen pleit voor het spelen van alternatieve vormen, zoals Speed Chess of de Freestyle, ook wel Chess960. Hierbij worden de stukken op de achterste rij in willekeurige volgorde neergezet (er zijn 960 variaties mogelijk), en krijgen de spelers de opstelling pas een paar minuten voor aanvang te zien.
Doggers: ‘Het wereldkampioenschap schaken wordt al sinds 1886 gehouden en schaak heeft een historie van 1500 jaar. Ik denk dat het schaken zo nog wel 1500 jaar door kan, als de mensheid er dan nog is. Dat spel is niet uit te roeien.’
Peter Doggers, De schaakrevolutie. Hoe een eeuwenoud bordspel populairder werd dan ooit. Spectrum, 432 pgs. € 29,99, Lezing bij boekhandel Paagman (Frederik Hendriklaan 217, Den Haag), donderdag 17 oktober, 19.00 u.
In De Schaakrevolutie bespreekt Doggers de historie van het spel dat al eeuwenlang verweven is met de samenleving waarin het wordt gespeeld.
‘Schaken begint al heel duidelijk als een nabootsing van twee Indiase legers, zo’n vijftienhonderd jaar geleden. Toen heette het nog chaturanga en waren de torens nog olifanten en toen was de koningin nog een mannelijke raadsheer, een ferz. Het werd meteen al gezien als een kopie van elementen uit de maatschappij.
‘De Arabieren maakten via de Perzen kennis met schaken. Toen zij tijdens de Vroege Middeleeuwen een groot deel van Europa veroverden tot aan Noord-Spanje aan toe, verspreidde het spel zich verder. De stukken kregen andere namen: olifanten werden torens, paard en wagen werden ridders. Wij noemen het nog paard, maar in Engeland is dat een knight. De ferz werd de koningin. In het Nederlands hebben we het trouwens altijd over de dame, niet de koningin.
‘Zo wordt het feodale stelsel uit de Middeleeuwen ineens vertegenwoordigd op het schaakbord. In die tijd waren mensen heel erg gewend om te denken in beelden en metaforen en het schaakspel paste daar uitstekend in. Daardoor duikt het ook op in Middeleeuwse teksten en kunst. Dat zorgde er automatisch voor dat het schaakspel weer populairder werd. Het versterkte elkaar enorm.’