Cultuur
Let op: straling!
Museum Boerhaave stelt het radioactieve preparaat van Marie Curie tentoon. Honderd jaar geleden nam de dubbele Nobelprijswinnares het gewoon in haar koffer mee naar Leiden.
Harmke Berghuis
woensdag 5 oktober 2011
Pierre en Marie Curie. Om te doorgronden hoe radium straalt in extreme kou, reisde Marie Curie in 1911 per trein naar Kamerlingh Onnes’ Leidse koudelaboratorium. © Boerhaave

Met piepjes wisselen de standen op het kleine meetapparaat, van 0.3 mSv/h (millisievert per uur) tot 0.6 mSv/h. Ter verduidelijking: 0.5 mSv/h is de maximale hoeveelheid radioactiviteit waaraan een persoon tijdelijk mag worden blootgesteld.

Bezoekers van Museum Boerhaave moeten anderhalve meter afstand houden van de lage vitrine waarin een klein buisje gevuld met een lichtpaarse substantie zich bevindt. Het is het radioactieve preparaat van Marie Curie, de beroemde Poolse natuur- en scheikundige, ontdekker van radium.

Het preparaat van Curie is het pronkstuk van de tentoonstelling Verborgen Krachten: Nederlanders op zoek naar energie. Het preparaat is vervoerd in de grote oranje ton die ernaast staat. Gele stickers waarschuwen voor de radioactiviteit. Curie droeg dit zelf, samen met nog een ander radioactief preparaat, gewoon in haar koffer toen ze per trein naar Leiden reisde. Hier voerde ze enkele proefjes uit in het beroemde laboratorium van Kamerlingh Onnes. De gevolgen van radioactiviteit waren nog niet bekend.

Een paar stappen terug in de tijd, naar de zeventiende eeuw. De tijd waarin molens voor energie zorgden, aldus het romantische plaatje. De tentoonstelling brengt ons terug naar de realiteit, waarin turf de belangrijkste energievoorziening was.

De tentoonstelling zet ook de energiebronnen van nu in Nederland even op een rijtje: de belangrijkste (45 procent van de energievoorziening) is aardgas. Slechts 6 procent van de energie komt van overige bronnen, zoals windenergie. Erg optimistisch over alternatieve energiemogelijkheden stemt dat niet.

De jaartallen op de grond leiden langs verschillende periodes met vernieuwingen op het gebied van energie. Een oude, gele benzinepomp met verlichte schelp typeert de twintigste eeuw met de gas- en olieboringen door Shell.

Samen met bijvoorbeeld de grote, uit plaatjes metaal opgebouwde batterij uit 1800 maakt dit de tentoongestelde apparaten tastbaar: zo is het dus begonnen. Een leuk extraatje zijn de wielen waar je aan moet draaien zodat de materialen die je wilt bekijken, oplichten.

En dan zijn we terug bij Madame Curie. 2011 is het jaar van de Chemie omdat Curie honderd jaar geleden haar tweede Nobelprijs won. Ondanks haar twee Nobelprijzen is een belangrijke reden voor haar bekendheid haar vrouw-zijn en haar levensverhaal, geïllustreerd door een kleine foto-expositie in het Anatomisch Theater. Het zijn ook vooral de verhalen die de tentoonstelling boeiend maken. Curie kon in het door de Russen bezette Polen niet naar school. Binnen de familie was ook geen geld voor verdere studie. Daarom sloot ze een deal met haar zus: Curie zou eerst werken om haar zus van geld te voorzien tijdens haar studie, daarna zou haar zus hetzelfde voor haar doen. Zo kwam Curie uiteindelijk in Parijs aan de universiteit terecht. Ze trouwde met Pierre Curie, met wie ze haar eerste Nobelprijs won. Hij stierf door een verkeersongeluk op jonge leeftijd. Curie zelf stierf op latere leeftijd aan leukemie, vermoedelijk veroorzaakt door het werk wat ze deed.

Verborgen krachten, Nederlanders op zoek naar energie

Museum Boerhaave

t/m 18 maart 2012, gratis voor studenten