'Ik werd opgepakt omdat ik boeken las’, vertelt Lungisile Ntsebeza (65). Morgen ontvangt de hoogleraar sociologie en African studies een eredoctoraat tijdens de diesviering in de Pieterskerk.
‘Ik was 22 en opgegroeid aan de Oost-Kaap van Zuid-Afrika. Lezen hoorde echt bij onze cultuur. In studiegroepen lazen we literatuur en politieke werken die als subversief werden gezien door het apartheidsregime.’
De studiegroep van zo’n dertig personen werd opgepakt. ‘Mijn broer en ik werden met twee anderen als de leiders gezien, dus werden we hard aangepakt. Volgens het regime waren we van plan om de staat met geweld omver te werpen en te vervangen voor een communistische dictatuur.
‘Er was geen enkel bewijs voor. Dat we bepaalde boeken lazen was voldoende om ons te veroordelen. Ik zat vijfenhalf jaar vast. Dat valt wel mee als je het vergelijkt met hoe lang Nelson Mandela op Robbeneiland zat opgesloten. Daar haal ik maar een vijfde van.
‘Ik kwam terecht in een gevangenis van Umtata, in de Transkei. Daar waren we de enige politieke gevangenen. Vlak na de veroordeling werden we in de dodencellen gezet. Dat was een vorm van psychologische marteling. We zijn toen uit protest in hongerstaking gegaan. Uiteindelijk ben ik naar een kleinere gevangenis overgeplaatst.
‘Eenzame opsluiting is zwaar, maar een mens heeft veel capaciteiten om te overleven en een ongelooflijk vermogen om zich aan te passen. We waren jong en flexibel. Ik had nog geen vrouw en kinderen. Het is anders als je de verantwoordelijkheid voor een gezin hebt.
‘We kregen ook kranten, vaak van de politie. Dat was illegaal, maar ze deden het toch. Gelukkig kon ik wel in de cel studeren: filosofie, economie en politicologie. Ik heb er mijn eerste universitaire opleiding afgerond. In een recordtijd overigens – dat was het enige voordeel aan het hele gevangenisverhaal.’
In 1981 kwam Ntsebeza vrij. ‘Toen ben ik een boekwinkel begonnen, waar ik alternatieve literatuur verkocht. Daardoor kwam ik natuurlijk weer in de problemen. Af en toe werd ik vastgezet. De politie confisqueerde boeken, of beschadigde ze. Dan stuurde ik ze een rekening voor de kapotte boeken. Ze betaalden nog ook.
‘De repressie van het regime was heftig. Midden jaren tachtig was de struggle extreem. Het verhaal van mijn goede vriend Matthew Goniwe, met wie ik eerder was opgepakt vanwege onze studiegroep, is tragisch. Hij kwam in juni 1985 om het leven. Hij was een van de The Cradock Four, vier anti-apartheidsactivisten die zijn opgepakt en vermoord door de veiligheidspolitie.
‘Mijn neef Batandwa Ndondo is twee maanden daarna vermoord, toen hij bij mij thuis was. Ik ging ’s ochtends van huis en ben onderweg de moordenaars tegengekomen. Ze reden in een wit busje naar mijn huis en hebben hem opgepakt. Een getuige heeft gezien dat hij uit het raam van het voertuig klom en wegrende. Toen is hij neergeknald.
‘Hij was 22 jaar oud. We weten niet precies wat er in die wagen is gebeurd. Het gonsde in die tijd al wel om ons heen dat de politie ons niet langer wilde opsluiten: we moesten dood.
‘Het was een zware tijd. We hielden vol door revolutionaire teksten te lezen. We wisten dat revolutie ons het leven zou kunnen kosten. Het was onderdeel van de lange worsteling tegen apartheid.
‘Ik wil een biografie schrijven over Batandwa en Matthew. Hun verhalen combineren en verwerken in een boek over de politiek in kleine steden als Cradock en Cala. Het wordt een analytische reconstructie van wat er daar allemaal is gebeurd. Dat is een van de redenen waarom ik nog zo actief ben als onderzoeker.’
Na de apartheid begon Lungisile Ntsebeza aan zijn academische carrière. Een van de zaken waarmee hij zich als hoogleraar sociologie en African studies aan de Universiteit van Kaapstad bezighoudt is grondbezit.
‘De kolonisten die zich hebben gevestigd in Zuid-Afrika en andere Afrikaanse landen, hebben land met geweld geroofd van de oorspronkelijke bewoners. Daarna is deze illegitieme verdeling van land gelegaliseerd. Met deze structuur hebben we nog steeds te maken. De realiteit is dat veel mensen in Zuid-Afrika lijden. De realiteit is dat mensen zijn bestolen, en dat daar niets tegen wordt gedaan. Dan volgt er actie: er zijn elke dag protesten in Zuid-Afrika.’
Dan zijn er nog de gewelddadige aanvallen op boerderijen. De link tussen de strijd om land en deze zogeheten plaasmoorden wordt nog wel eens gelegd. Ntsebeza stelt dat de deze aanvallen ‘niet zijn gekoppeld aan politieke bewegingen’.
Volgens hem zijn er verschillende oorzaken voor het geweld aan te wijzen. ‘Goed analyseren is beter dan het geweld generaliseren. Er is hoge werkloosheid. Dat heeft helaas ook criminaliteit tot gevolg. Er zijn ook gevallen van wraak. Mensen zonder werk die slecht zijn behandeld door boeren en dan terugslaan.’
Toen in 1994 het African National Congress (ANC) aan de macht kwam heeft de partij de grondkwestie niet effectief aangepakt, vertelt Ntsebeza. ‘Het doel van het ANC was dat in vijf jaar tijd dertig procent van de landbouwgrond van zou overgaan van blanke naar zwarte boeren.’
Alleen: onder voorwaarde dat de blanke eigenaren het wilden verkopen. ‘Van dat beleid kwam weinig terecht: slechts tien procent is overgedragen.’
Recentelijk is er wel het nodige veranderd. Er is een beweging om onteigening zonder compensatie mogelijk te maken. ‘Dat gebeurde mede onder druk van de Economic Freedom Fighters (EFF), de partij van Julius Malema, die uit de jeugdorganisatie van het ANC werd gegooid. De EFF zijn groot voorstander van onteigening zonder compensatie. Het ANC steunt dat beleid nu ook. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden. De productie van landbouw mag bijvoorbeeld niet worden aangetast.’
De gevolgen zijn nog onduidelijk. ‘Ik wil niet speculeren. Wat ik wel weet is dat er nog geen concreet plan ligt. Voorlopig is het lege retoriek. De huidige partijen kunnen de structuren die zijn ontstaan door apartheid en kolonialisme niet ontmantelen. Die structuur van Zuid-Afrika moet op de schop: alleen zo los je dit probleem echt op.
Grote veranderingen moeten van onderop komen, een grassroots-beweging, gedreven door het volk, met een helder programma. Niet alleen klagen over het falen van de overheid maar met een totaalpakket komen dat behalve landverdeling ook andere economische en sociale problemen aankaart. Je ziet op sommige plekken al aanzetjes tot actie, ook op het platteland. Maar al deze beweginkjes moeten de handen ineenslaan en een front vormen.’
445e Dies Natalis
Vrijdag 7 februari, 14:50-18:00 uur
Pieterskerk