Maandagochtend, negen uur in het KOG. Een beetje vertwijfeld lopen mensen naar binnen, waar gele pijlen op de grond aanwijzen welke richting je op mag en de in- en uitgang provisorisch van elkaar gescheiden worden met krantenbakken.
Normaal gesproken lopen mensen hier kriskras door elkaar onderweg naar college, en zit het boven in de kantine stampvol met studenten die in groepjes koffie drinken en studeren. Vandaag kun je er een speld horen vallen en zit er niemand – op de Amerikaanse student Charles Verhegen (21, liberal arts and science) na. Hij wacht tot zijn college begint.
‘Het was een hele lange zomer’, verzucht Verhegen. Hij is ‘totally happy’ om hier weer te zijn en een fysiek college te volgen.
Lege stoelen
Aan het einde van de hal schalt uit zaal A144 een liveshow van Muse uit de speakers. De studenten die verbaasd de zaal in lopen, worden gerustgesteld door docent Carlos Roos Muñoz die hier straks het college Popular and Global Music geeft: ja, ze zitten hier echt goed.
Student Emile Velthuis (19, industrieel ontwerpen) zit er al klaar voor, tussen de rode markeringen waarop staat dat de stoelen om hem heen leeg moeten worden gehouden. ‘Het is chill om mensen weer te kunnen spreken’, vindt hij. ‘Ik woon in een studentenhuis met 22 anderen dus ik heb me wel vermaakt, maar het is fijn om weer echt te kunnen studeren.’
Docent Roos Muñoz is ondertussen druk bezig met het opzetten van het digitale gedeelte, want zijn college is hybride: studenten kunnen het ook vanuit huis volgen. ‘Voor als ze klachten hebben, tot de risicogroep behoren of wat voor reden dan ook hebben om liever niet te komen.’
Hij vindt het geweldig om weer terug te zijn en een ‘echt’ college te geven, zegt hij. ‘Ik was mezelf aan het opvreten thuis. Kijk, een liveshow is ook heel anders dan een album opnemen. De dynamiek is anders. Je moet nadenken over allerlei dingen waarover je normaal niet nadenkt.’
Mute
De hybridevorm is nog wel even wennen, blijkt tijdens het college. Na een kwartier merkt een student uit de zaal op dat de studenten op het scherm zijn aandacht proberen te trekken. Roos Muñoz heeft aan het begin van het college iedereen gemute, maar vergat daarna zijn eigen microfoon weer aan te zetten – de studenten thuis hebben het hele eerste kwartier dus alleen maar beeld meegekregen.
In het Lipsius is het om tien uur ook rustiger dan ooit. Geen gedrang in de hal tijdens de collegewissel, de meeste studenten zitten alleen of zijn doelgericht ergens naar op weg.
Masterstudent Lili (25, forensische gezinspedagogiek, wil niet met achternaam in de krant) zit te studeren aan een tafel bij het restaurant. Er zitten maar twee anderen in de ruimte. ‘Het FSW zit bomvol, dus het was even zoeken naar een fijne studieplek’, zegt ze. ‘Hier mag je ook gewoon zitten, geloof ik, en het is bijna leeg.’
Frustrerend
‘Ik ben zo blij dat het allemaal weer open gaat en ik niet meer de hele tijd thuis hoef te zitten. Ik had bijvoorbeeld best een moeilijk vak, SPSS, wat ik graag met anderen samen had willen doen. Dat is toch lastig om online te regelen. Als je dan vastloopt, kan dat heel frustrerend zijn.’
Bij de koffieautomaat staat een groepje studenten op afstand van elkaar pauze te houden. Het is hun eerste dag van een nieuwe studie Griekse en Latijnse talen en culturen, vertellen ze. ‘We hebben wel een introductie gehad’, zegt Rebecca Vullings (20). ‘Maar ik ben echt blij dat we tijdens college ook met elkaar kunnen praten. Net zoals we nu doen.’
Studiegenoot Amber Hermsen (21): ‘Voor opdrachten in digitale werkgroepen word je in zo’n break out room gezet. Als je opdracht dan af is, kun je ook wel even met elkaar kletsen. Maar dan word je er soms opeens uitgekickt. Dit is onze eerste dag op deze studie, dus het is heel fijn dat het weer zo kan.’