Maandag, 19:48
‘Wij raden u aan om wijde en comfortabele kleding te dragen.’ Haastig scroll ik door het pdf-bestand dat het Centre for Human Drug Research (CHDR) mij heeft toegestuurd na een positieve medische keuring. Over twaalf minuten moet ik mij melden bij de receptie, maar ik heb de leefregels nog helemaal niet doorgenomen.
Beter laat dan nooit.
Maar bij het lezen van de volgende alinea verstijf ik. ‘Aangezien JNJ-69095897 slechts aan een klein aantal mensen is gegeven, en in relatief lage doseringen, zijn alle mogelijke bijwerkingen en risico’s nog niet bekend. Bijwerkingen die niet worden verwacht, kunnen optreden en deze kunnen levensbedreigend zijn.’
Help, ik word proefpersoon. Als ik het volhoud tot aankomende zaterdagochtend – en dus niet bezwijk aan onverwachte levensbedreigende bijwerkingen – wordt er 1514 euro op mijn bankrekening gestort. Dat is de moeite waard.
Toch?
20:13
Toch nog te laat. Voor het CHDR-gebouw waar ik tot zaterdagochtend zal verblijven, staat een enorm ijzeren beeld van twee halve manen tegen elkaar aangedrukt, dat een pil moet voorstellen. Nadat ik mijn fiets heb geparkeerd, begin ik plots oncontroleerbaar te hijgen. Komt het door de spanning of de haast waarmee ik net door de Breestraat ben gesuisd?
In de entreehal hangt een onheilspellende stilte. De kleurrijke bos bloemen op de balie staat in schril contrast met de klinische, wit gemeubileerde ruimte. Het lijkt alsof niemand aanwezig is.
Ik schrik van de receptionist die plotseling verschijnt. Hij stuurt me naar de zesde, eveneens grotendeels witte verdieping waar een vrolijke verpleegkundige mij rondleidt door ‘de woonkamer’. Voor de bank staat een grote televisie, met een Playstation 4, Nintendo Wii en bordspellen.
Voor een dikke glazen deur houdt ze halt. ‘Dit is je kamer’, zegt ze. Op een grijs vlak staat met een witte stift geschreven: ‘Subject-40402 Bakx’. Daaronder staat de naam van mijn kamergenoot Ruben, ook wel ‘Subject-40406 Peters’. Hij heeft het hoofdeinde van zijn witte ziekenhuisbed omhoog geklapt en kijkt Studio Voetbal. Op zijn nachtkastje ligt het boek Denk groot en word rijk.
Als hij geen proefkonijn is, werkt de 32-jarige Ruben bij een groot recyclingbedrijf in Zeewolde, waar hij elke ochtend om zes uur begint. ‘Dat betekent om vier uur opstaan, want ik woon in Soesterdijk.’ Op zijn telefoon laat hij filmpjes zien waarin hij met een heftruck geperste lagen plastic op grote transportbanden legt.
Ik vraag of hij – net als ik – al vaker heeft meegedaan aan medisch onderzoek. ‘Vorig jaar nog’, zegt hij. Het geld stak hij in crypto, maar daarvan is het grootste deel alweer verdampt. ‘Crypto blijft onvoorspelbaar.’ De opbrengst gaat hij opnieuw investeren.
Vrienden begrijpen niet dat hij zichzelf heeft aangemeld als proefpersoon, zegt Ruben. Ze verklaren hem voor gek, terwijl hij juist niet snapt dat zij niet óók meedoen. Vindt hij het dan niet spannend? ‘Het is uitvoerig op dieren getest’, sust hij. ‘Dus als die ertegen kunnen, kunnen wij dat ook.’
Dinsdag, 7:05
De wekker gaat vroeger dan verwacht. Met half dichtgeknepen ogen strompel ik naar de wc. Daar kom ik Ruben tegen. Hij schudt een potje urine voor mijn gezicht heen en weer. ‘Weet jij waar ik dit moet laten?’ Ik was alweer vergeten dat ik in een potje moet piesen.
Pas morgen krijg ik JNJ-69095897 toegediend. Daarom is het vandaag ‘Dag -1’, legt Iris van Mullem uit. Ze draagt een schelpenkettinkje en is geneeskundestudent. Maar ‘omdat ik in mijn wachttijd voor coschappen zit’, werkt ze nu hier als meetassistent.
Op mijn bovenlichaam zijn grote kleurenstickers geplakt met een verzameling draden die naar een holterkastje leidt, een soort kleine Gameboy die ik de komende 48 uur bij me moet dragen. Via dat apparaatje maakt Iris elk uur een hartritmeopname, waarvoor ik telkens tien minuten stil op bed moet liggen.
Iedere meting wordt tot op de seconde nauwkeurig bijgehouden. ‘Ik heb nog nooit iets geks meegemaakt’, probeert Iris me gerust te stellen.
Tevergeefs: ik voel me nog steeds niet rustig. Waarom doe ik hier eigenlijk aan mee? Ik probeer mezelf ervan te overtuigen dat ik het zo slecht niet heb: ik krijg drie maaltijden per dag en ook nog snacks tussendoor. Tegelijkertijd heb ik zeeën van tijd om te lezen en stukken voor Mare te schrijven.
Volgens Iris zijn het met name jonge mensen die deelnemen. ‘Dat maakt het werk gezellig. We zien het als samenwerking, want je komt hier vrijwillig. Of ja, je krijgt er natuurlijk voor betaald.’
Makkelijk en snel veel geld verdienen, dat is natuurlijk ook mijn voornaamste reden. Tijdens mijn studententijd heb ik elke mogelijke euro uit het leenstelsel geperst. Motto: maximaal lenen = maximaal leven. Begin deze maand heb ik mijn baan opgezegd om toch nog een extra – onbetaalde – vervolgcursus te volgen. Ik heb en hoef geen crypto. Het lijkt me vooral fijn als ik het komende kwartaal de huur (en de energierekening) kan betalen.
Ik hoef slechts mijn lijf ertegenover te stellen, en verdien in vijf dagen een half modaal maandsalaris.
Ik stuur een foto van mijn volgeplakte torso naar mijn familiewhatsappgroep. Mijn broertje reageert als eerst: ‘Hahahaha, kan je wel veel geld mee verdienen.’ Mijn moeder volgt: ‘Wow, jij hebt monnies nodig. Moet je daar lang blijven?’ Ongeveer 7.200 minuten, heb ik eerder berekend, dat is afgerond vijf euro per uur.
15:34
‘So who the fuck don’t you like today?’
Na de zoveelste meting loop ik met een boekje naar de woonkamer. Ruben zit voor de televisie, en speelt GTA V. Waar het gisteren nog ijzig stil was, dendert nu het geluid van de Playstation over de verdieping.
Net op het moment dat Ruben in zijn rol als huurmoordenaar zijn doelwit heeft gespot in een treinstation en met een volautomatisch machinegeweer niet alleen die persoon maar iedereen daar overhoop knalt, loopt er een medewerker binnen, gevolgd door een nieuwe lichting proefpersonen. ‘Welkom bij het CHDR’, spreekt ze de groep toe. ‘Dit is de woonkamer.’
Woensdag, 11:05
Over drie minuten is het zover: ik krijg het medicijn. Voor de gelegenheid is arts Koshar Safai Pour naar onze kamer gekomen. Onder zijn witte labjas draagt hij een skinny jeans en sneakers van Adidas. Samen met een verpleegkundige checkt hij de gegevens op het potje, waarin een minuscuul tabletje zit. Hij reikt me het pilletje aan in een klein rond kartonnetje, dat lijkt op een sausbakje van een hippe friettent. Ik onderga het hele ritueel gespannen. Dit is het moment: alles of niets. In stilte spreek ik mezelf moed in: ‘1514 euro, 1514 euro, 1514 euro.’
Pour telt af: ‘Nog twintig seconden…’ En zegt dan: ‘Nu!’
JNJ-69095897 moet ervoor zorgen dat mijn lichaamseigen cannabinoïden, die ook in cannabis zitten, toenemen. Dat zou moeten helpen tegen stemmingsstoornissen, legt Pour uit. Hij promoveert bij het CHDR, volgens hem is dat ‘een van de beste plekken voor Fase 1-onderzoek wereldwijd.’
Met het medicijn achter mijn kiezen neemt Pour een enquête bij mij af: de zogeheten Colombia Suicide Severity Rating Scale. Ik kan gelukkig op alle vragen, die allemaal in iets andere bewoording vragen naar mijn eventuele wens om zelfmoord te plegen, ontkennend antwoorden.
Donderdag, 18:34
Tijdens het avondeten kijken Ruben en ik elkaar verbaasd aan. We hebben beiden nog niks gemerkt, terwijl er als het goed is maar één van ons de placebo heeft. Ruben heeft zijn bakje mihoen met garnalen net op. Tegenover hem zit Fons van de Wetering, die met moeite zijn kipsaté naar binnen werkt. ‘Hij is een van de vaste bezoekers’, zei een verpleegkundige vanochtend over hem, toen hij met het hoofd in zijn handen zat te ontbijten.

Hij hoort bij de nieuwe groep proefpersonen en heeft hoofdpijn. Dat komt door de ruggenprik die hij heeft gehad, zegt hij. ‘Met een enorm lange en dikke naald nemen ze daarmee hersenvocht af.’
Fons draagt een trui van Pro Libertate, Het Haagsch Studenten Schutters Korps. ‘Dat is een studentenvereniging die veel te doen heeft met Defensie. Vorige week mochten wij nog de bad guy spelen in de opleiding voor onderofficiers.’ Ook vormen ze met andere studentenweerbaarheden de erehaag op Prinsjesdag.
Naast hem zit Willem (achternaam is bekend bij de redactie) achter een bord chili sin carne. Hij is student Afrikastudies en bijna klaar met zijn master. Hij gebruikt het geld van het onderzoek om zijn recente veldwerktrips voor zijn scriptie te bekostigen.
Hij doet mee aan een van de weinige CHDR-onderzoeken waarvoor je juist móet roken, minimaal vijf keer per dag. Morgen krijgt hij anderhalf uur lang DMT, de werkzame stof in ayahuasca, toegediend via een infuus. Die psychedelische drug kan ingezet worden om van een rookverslaving af te komen. Geen gekke gedachte, vindt Willem. ‘In de Eerste Wereldoorlog gebruikte men ook cocaïne om bange soldaten de loopgraven uit te krijgen.’ ‘Ja’, beaamt Ruben: ‘Ze zeggen dat Hitler ook speed gebruikte.’
Nu snap ik waarom we dinsdagavond werden verrast door een jongen en een meisje die in tegenstelling tot de conventionele CHDR-klederdracht (oude slippers, joggingbroek, versleten pyjamashirt en vette ongewassen haren) in fully dressed festivaloutfit (flitsende sneakers, fannypack en bucket hat) onze verdieping betraden.
Zij vertelden dat ze als proefpersonen psychedelische drugs moesten gebruiken. ‘800 euro in één dag: fucking chill! Van dat geld kunnen we nog meer drugs halen.’ De jongen zei al ‘redelijk hard te spacen’ van 70mg en begreep dat in de groep na hem de dosis zou verdubbelen. ‘Ik heb ze dat afgeraden’, zei hij.
Ik vraag aan Willem of hij weet hoeveel milligram hij morgen toegediend krijgt. 140, antwoordt hij.
Vrijdag, 16:48
Verpleegkundige Nina komt bloed aftappen via mijn cannule, een soort bloedkraantje dat in mijn arm is geprikt. Ze begon in het ziekenhuis, maar werkt hier nu ruim twee jaar. ‘Mensen zijn hier minder langdurig, maar je ziet bijvoorbeeld bij Parkinson-onderzoek hoe lotgenoten elkaar tegenkomen’, zegt ze. ‘Jullie doen het voor de inkomsten, maar er zijn ook mensen met ALS die weten dat ze zullen sterven, maar toch nog meedoen om toekomstige patiënten te helpen. Dat vind ik heel mooi.’
Hoewel het niet bedoeld is als verwijt, voel ik me schuldig omdat ik zo gefixeerd ben op geld.
18:21
Ik ben de hele dag al benieuwd hoe het met Willem gaat. Hij verblijft in zijn eentje op de vijfde verdieping, ‘zodat er zo min mogelijk indrukken van buitenaf zijn’. Hij gebruikte eerder wel experimentele drugs, zoals truffels, LSD of 2cb, ‘maar nog nooit DMT’.
Als hij tijdens het eten weer aanschuift, zit hij er relaxter bij dan gisteren. ‘Vooraf is het altijd spannend’, zegt hij. ‘Maar ik vond het eigenlijk een heel prettige ervaring.’
Willems kamer was helemaal drugsproof gemaakt. ‘Het was donker met allemaal kaarsen, er was muziek en ze hadden er planten neergezet. Terwijl ik aan het infuus zat, droeg ik een petje om mijn hersenactiviteit te meten, en moest ik vragen beantwoorden zoals: ‘Voel je je innerlijk verbonden met God?’
Zaterdag, 10:36
Ik ben sinds maandagavond niet meer buiten geweest en kan de vrijheid proeven. Ik pak nog één keer de lift naar de vijfde verdieping om ook Willem gedag te zeggen. Hoewel ik hem pas heb ontmoet, voel ik een band met mijn mede-proefkonijn. Aarzelend wisselen we nummers uit. Als ik Ruben uitgebreid vaarwel heb gezegd en het personeel heb bedankt voor de afgelopen dagen, mag ik naar buiten.
Voordat ik door de draaideur het pand verlaat, zie ik de receptionist van afgelopen maandag. ‘Tot ziens’, zegt hij vriendelijk. Ik glimlach terug: ‘Tot de volgende keer.’