‘Plots moest ik een rap maken voor NASA’
Mijn carrière begon tijdens een autorit’, vertelt de Britse science rapper Jon Chase, die als gastonderzoeker is verbonden aan de Universiteit Leiden. ‘Ik volgde in 2008 een master wetenschapscommunicatie in Wales en was samen met mijn professor onderweg naar een congres over astrobiologie. Ik heb toen in de auto voor de lol gerapt over de wetenschappelijke methode. De reactie van de prof was: “Yeah, that’s interesting”.
‘Op het congres vertelde hij vervolgens een dame van NASA over de rap. Zij vond het tof en prompt werd ik gevraagd om voor hen een rap te maken. Het onderwerp was “astrobiologie”. Ik ben alleen geen kenner van het ontstaan van leven in het universum, heb namelijk luchtvaarttechniek gestudeerd, en het moest snel af zijn. Toevallig was er iemand op het congres met een boekenstand van Cambridge Publishing. Die persoon moest plots weg en ik heb die stand een dag bemand. Als dank kreeg ik een dik boek, uiteraard over astrobiologie. Dat heb ik gebruikt om de rap te schrijven.’
Looking for life in the rest of the galaxy
Digging up clues with astrobiology
Vervolgens wilde de opdrachtgever ook muziek bij de rap. ‘Euh, oké. Ik stuurde toen maar een verzoek aan muzikale vrienden: “Mate, ik heb beats nodig voor NASA.”
Daar bleef het niet bij. ‘Kun je ook een video maken? Aaaaahh, hmmm. Dat moest ik nog wel snel leren, want dat had ik nog nooit gedaan. De video ging viral.’ Chase rapt en maakt video’s onder andere over wiskunde, het klimaat en het menselijk spijsverteringssysteem. Maar ook over Back to the Future, Doctor Who en Star Wars (titel ‘Sith happens’).
Death Star
Het maakt Chase niet uit of hij rapt over het periodiek systeem of de Death Star. ‘Het proces is hetzelfde voor al die verschillende onderwerpen: zoek uit hoe het zit, probeer de essentie te vatten en vertaal het naar een rap.
‘Wel is het zo dat als je een wetenschappelijke rap schrijft, alle feiten natuurlijk moeten kloppen. En het moet begrijpelijk blijven. Soms vermijd je wetenschappelijke termen en leg je een concept met simpelere woorden uit. Je krijgt dan al wel snel veel tekst. De uitdaging is het concept te frommelen in de beperkte ruimte die je hebt.
‘Als rapper wil je eigenlijk je hart laten spreken, de teksten vrij laten vloeien. Als ik een freestyle doe, dan rap ik op gevoel en klopt de tekst niet honderd procent. Bij raps over wetenschap kan dat niet. Het is een wat mechanischere aanpak.'
De dingen die ik voor televisie heb gedaan behoren wel tot de hoogtepunten. De serie Space Hoppers van de BBC bijvoorbeeld, waar ik voor elke aflevering een rap maakte.’
Chase is nu freelancer maar was voor een project tot februari 2023 aan de Universiteit Leiden verbonden. Naar Leiden verhuizen was ook heel gaaf, vertelt hij. ‘Mijn Youtube-kanaal heeft de titel Oort Kuiper en is vernoemd naar twee legendarische Nederlandse wetenschappers met een stevige link met de Leidse sterrenkunde en nu werkte ik aan hún universiteit.
‘Ik werd in Leiden betaald om mijn ideeën over wetenschapscommunicatie over te brengen. Een van de zaken waar ik mij mee bezig hield op de universiteit is het beter afstemmen welke aanpak het beste past bij een bepaald publiek. Soms is de wetenschapper in kwestie niet de juiste persoon om aandacht te vestigen op het eigen onderzoek en moet je iemand anders vragen.
Gekke plekken
‘Dat betekent zeker niet dat ik Leidse onderzoekers en studenten wilde laten rappen. Je moet dat alleen doen als je het leuk vindt, en het ook kan. Veel mensen kunnen echt niet rappen. Richt je op dingen die je goed kan. Spreek over de wetenschappelijke kant van de dingen die je tof vindt: viool spelen, rotsklimmen, breien, whatever.’
De wetenschapscommunicatie brengt Chase op gekke plekken. In 2021 deed hij een optreden bij het tv-programma Game of Talents. Een show waarin de deelnemers moeten uitzoeken wat de verborgen talenten van de performers zijn. ‘Ik was al eens gevraagd voor Britain’s Got Talent, maar dat wilde ik niet. Om aan te slaan bij het publiek van dat programma zou ik toch een iets ander persoon moeten zijn. Bij een optreden meer op emoties moeten inspelen: een kat of een baby meebrengen om meer stemmen te trekken, dat wil ik niet.’
De quiz vond hij wel interessant. ‘Ik schreef een rap over hoe wetenschap werkt. Tegelijkertijd deed ik experimenten op het podium.
You want a demo?
I am bringing the fire
Spitting flames
‘Achter mij waren enorme vlammen te zien en ik stak op het podium chemicaliën in de fik zodat je verschillende kleuren ontbranding kon zien. Tegelijkertijd moest ik blijven rappen natuurlijk.
‘Ik moest de veiligheid rond bijvoorbeeld de pyrotechniek regelen en zelf de chemicaliën meebrengen. Er was slechts één mogelijkheid om te repeteren. Crazy natuurlijk, maar zo cool dat het is gelukt.’
‘Verleiden om in de statistiek te duiken’
Een versterker zoemt. In beeld is een vlammenzee te zien met daarnaast de nodige doodshoofden en verwrongen demonenkoppen. Dan verschijnt er een vrouw in een leren jas. Ze slaat een metalakkoord aan op haar gitaar. Drums beginnen te beuken. De song die wordt ingezet blijkt niet over hel en verdoemenis te gaan, maar over… statistiek.
I don’t want no classifiers
Classifiers are just shit
Give me probabilities! Yeahhhh
‘Ik wilde een metalnummer maken, maar kom uit de singer-songwriterhoek’, vertelt universitair hoofddocent statistiek Marjolein Fokkema. ‘Vaak zing je dan een liedje met alleen een akoestische gitaar.’
Dat moest nu anders. ‘Voor dit nummer ‘No Classifiers!’ had ik zelf al een zware drumtrack gesampled en de gitaar- en baslijnen ingespeeld. Ik wilde dat het echt vette metal werd. Mijn vriend Gijs Oomkes is muziekproducer en heeft een studio in de huiskamer. Als hij het mixt, klinkt metal ook als metal. ‘“Stuur die track maar naar mij”, zei hij. Mijn zus hoorde het eindresultaat en haar reactie was: “Dit klinkt als Within Temptation.” Oké, geslaagd.
‘Dit is het eerste liedje dat ik met mijn vriend maakte. Sindsdien werken we samen aan de nummers. De naam Mary-Jo & The Support Vector Machines waaronder Fokkema de liedjes uitbrengt, verwijst ook naar haar vakgebied. ‘Een support vector machine is een algoritme, maar het klinkt alsof het om een krachtige computer gaat.’
Maar waarom zijn die classifiers in het nummer nou zo rot? ‘Dat zijn voorspellingsmodellen die alleen een “ja” of een “nee” geven. Maar bij beslissingen in de psychologie of geneeskunde heb je niet genoeg aan “computer says no”. Je wilt ook weten hoe zeker het model is van die ja of nee; vandaar die “probabilities” in het liedje.’
Gedwongen online
Fokkema is naast een deskundige op het gebied van machine learning ook cabaretier. ‘Terwijl ik promotieonderzoek deed, volgde ik ook een theateropleiding. Ik speel nu ook een voorstelling met de titel ‘Ik blijf wel mens’.
‘Tijdens corona ontstond het idee om over mijn vakgebied te schrijven. Je werd toen gedwongen om video’s te maken. Muziek is ook een manier om studenten meer bij het onderwijs te betrekken.
‘Toen kreeg ik ineens een idee voor een statistiekliedje en een clip. Dat werd het nummer ‘Gradient Boosting’.
I don’t like my models clunky
Instead I like my models smooth
In that respect decision trees are funky
‘Gradient boosting is een methode die heel veel wordt gebruikt om zaken beter te kunnen voorspellen. Bijvoorbeeld welke films op Netflix goed zullen worden bekeken. Er werd heel enthousiast op het liedje gereageerd.
In de retro jaren ‘80 stijl clip voor het nummer ‘Loosen Up (That Model)’ staat Fokkema in een zwartwit raster dat in het verloop van het liedje minder strak wordt en gaat golven.’

‘Loosen Up’ heeft een calypsoritme. ‘Dit is wel een favoriet onder de studenten. Dat geldt overigens ook voor mij omdat ik calypso al heel lang een leuke muziekstijl vind.
‘Dit nummer gaat over de statistiektechniek “splines”. Je wilt een model maken dat flexibel maar wel stabiel is. Je wilt aan het model kunnen trekken, dat het gaat bewegen.’
Fokkema probeert mensen met de liedjes ‘een beetje te verleiden om in de statistiek te duiken’.
Het vakgebied voelt voor menigeen als een mijnenveld. ‘Statistiek is ook heel ingewikkeld. Ik ben ook wel eens op mijn bek gegaan en streng toegesproken door reviewers: “Ho! Deze conclusie kun je hier niet zomaar aan verbinden.”’
Opplaksnorren en -baarden
In een paar van de clips draagt Fokkema opplaksnorren en -baarden. ‘Dat doe ik om het opnemen van een video een beetje interessant te houden. Je staat in je eentje in de woonkamer en beeldt je dan in dat er mensen naar je kijken. Bij take 368 ben ik het dan wel een beetje zat. Als ik iets geks aantrek en een snor opplak is het leuker om te doen en kun je je ook een beetje verbergen.’
Gek genoeg werkt dat nog ook. ‘Er zijn mensen die de clips zien en me door die snor niet herkennen. ‘Heb je vrienden gevraagd om bandleden in de clip te spelen?”, vragen ze dan. Hoe kun je nou niet zien dat ik het ben?’
Fokkema merkt dat haar werk als wetenschapper en de wereld van de kleinkunst dichter bij elkaar zijn gekomen de afgelopen jaren. ‘Ik zag tot voor kort de ogen in de theaterwereld al wegdraaien als ik over statistiek begon. Door de opkomst van AI is dat veranderd, want bijvoorbeeld ChatGPT is hip en cool. Kunstmatige intelligentie is toch voornamelijk heel veel statistiek.
Mezelf klonen
‘AI is heel handig, maar voordat je het weet zit je er tot aan je nek aan toe in vast. Ik vind het fascinerend dat we langzaam een robot worden. Want wat is het verschil nog tussen mens en robot? Dat is steeds moeilijker vast te stellen. Daar gaat mijn voorstelling ook deels over.
‘Ik zie me ook wel optreden met de statistiekliedjes, maar dan moet ik het bandgeluid in de clips wel vertalen naar het podium. Misschien is het een idee om met een stel robots te gaan spelen, zoals Kraftwerk. Of mezelf klonen, of mijn brein klonen en in robots zetten… Ik ben in ieder geval van plan om een collectie statistieknummers op Spotify te plaatsen. En vinyl is terug, misschien moet dat het doel zijn: een lp uitbrengen.’
Inmiddels is Fokkema al aan het nadenken over een nieuwe statistieksong. ‘Dat gaat waarschijnlijk over het begrip “validiteit”. Dat is een beetje een monster: meet je test wat het moet meten? Het concept is nu dat het een jaren-90-housetrack wordt, maar dat kan ook zo weer veranderen.’

De Leidse band The Stream maakte de multidisciplinaire voorstelling 'Nature Calls' die is geïnspireerd op de Leidse muurformules. Na een succesvolle crowdfunding wordt de muziek in maart op cd en lp uitgebracht.
‘Ik ben ongeveer twintig jaar geleden aan de opleiding natuurkunde in Leiden begonnen’, zegt Jan Stroomer, bandleider en componist van The Stream. ‘Ik maakte toen al muziek. Richting het einde van de bachelor werd dat zo serieus dat ik moest kiezen. Het werd de muziek.’
The Stream is van origine een rockband waarin de piano een grote rol speelt. ‘Mijn grote helden zijn Elton John, Billy Joel en Freddy Mercury.’
Door een ‘gek toeval’ vonden The Stream en de wetenschap elkaar weer. ‘Ik gaf muziekles aan twee kinderen van natuurkundeprofessor Sense Jan van der Molen. Hij is een van de initiatiefnemers van de wetenschappelijke muurformules die zijn aangebracht op een aantal Leidse panden.
‘Ik was me als hobbyist weer wat meer bezig gaan houden met de natuurkunde en was op bezoek bij een oud-studiegenoot in het Leidse lab. Daar trof ik Van der Molen. Uiteindelijk vroeg hij of we voor de muurformuledag tijdens het Leiden City of Science-jaar 2022 een multidisciplinair stuk wilden maken. Uiteraard!
De lijn van 'Nature Calls' is: van het kleinste deeltje tot de grootsheid van het heelal. ‘Een van de liedjes in de voorstelling heet ‘Pendulum’, dat is een verwijzing naar de slingerformule van Christiaan Huygens. Dat nummer is geschreven op het ritme van een slingerbeweging.
Ook de Van der Waals-toestandsvergelijking met de tekst ‘de structuur der moleculen dicteert het samenspel tussen vloeistof en gas’, inspireerde Stroomer. ‘Dat is zo’n mooie zin en leidde tot een liedje over de verschillende fasen van de aantrekkingskracht tussen mensen.
‘We hebben verder een intermezzo waarin de ‘Drunkard’s Walk’ van een deeltje wordt vertolkt. Als een deeltje volledig vrij kan bewegen, wordt dat wel omschreven als de waggelgang van een dronkenman. Zo’n deeltje “valt” dan of beweegt ineens een andere richting op.
‘Ik wilde een show waarin we de angst voor formules weg proberen te nemen. Ik verwonder me erover dat er tegenwoordig haast een angst voor wetmatigheden en formules is, dat komt waarschijnlijk omdat die ons vertellen dat het helemaal niet goed gaat met de wereld. We moeten veranderen en dat willen we niet.
Je kunt je drol heel lang inhouden, maar uiteindelijk moet ‘ie eruit (de voorstelling heet niet voor niets Nature Calls). Dat geldt ook voor deze wetten. Vroeg of laat trekt de natuur aan de bel.’
Het bleef niet bij muziek. ‘Er kwamen projecties en we wilden echte natuurkunde laten zien. De studenten van de stichting Rino geven science shows op scholen. De studenten doen experimenten tijdens "Nature Calls".’
Wat was bedoeld als een eenmalige uitvoering werd een tour door heel Nederland. Door een crowdfunding die rond de 5.600 euro opleverde, wordt 'Nature Calls' nu op cd en vinyl uitgebracht. ‘Supertof natuurlijk. Op 28 maart staan we met de show in Theater Ins Blau en presenteren we het album.’
Overigens rondde Stroomer zijn bachelor alsnog af. ‘Toen mijn muziekcarrière op de rails stond, klopte ik aan bij mijn voormalig studiebegeleider om toch nog mijn diploma te halen. Uiteindelijk heb ik dat papiertje tien jaar nadat ik aan de studie was begonnen gehaald.’