‘Elke dag nadat ik wakker werd ging ik meteen kijken: waar is het vuur? Hoe dichtbij komt het?’ vertelt Aniek Moonen (24). ‘In 2018 studeerde ik in Santa Barbara in Californië en zag wat de directe gevolgen zijn van klimaatverandering. Er waren overal bosbranden, een groot deel van de staat was in de greep van het vuur.
‘Elk jaar werd het ook een groter probleem. Een van de branden in 2018 was zelfs de meest dodelijke en verwoestende tot dan toe in Californië. Ik had studiegenoten die terug naar huis gingen om hun ouders te helpen die hun woning kwijt waren geraakt, of ze konden niet naar de universiteit komen omdat de luchtkwaliteit zo slecht was.
Schop
‘Uiteindelijk bereikten de branden de campus niet, maar wat ik toen meemaakte gaf me de schop onder mijn kont die ik nodig had. Terug in Nederland werd het duidelijk: ik kan niet langer wegkijken en ga me volledig inzetten voor het klimaat.’
Moonen is inmiddels voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging die meer dan vijftig jongerenorganisaties vertegenwoordigt. Woensdag geeft ze in Leiden de Annie Romein-Verschoorlezing die is getiteld: ‘De rol van vrouwen in de klimaatbeweging’.
Dat het kwartje zo laat viel, is ‘achteraf bijna iets om je voor te schamen’, zegt ze. ‘Maar het was gewoon de realiteit. De klimaatcrisis ging lang volledig langs mij heen. Ik ben opgegroeid in het Brabantse dorp Rijen. Je hebt het daar vooral over waar de buren nu weer mee bezig zijn en niet zozeer over wat er met de wereld gebeurt. Ook op het gymnasium was het niet echt een onderwerp. Alleen bij aardrijkskunde leerde je wat over het broeikaseffect, maar niet in de context van dat de aarde steeds verder opwarmt en welke rampzalige gevolgen dat heeft.
Wereldverbeteraars
‘Mijn aandacht voor het klimaat ontstond pas toen ik 2016 aan het Leiden University College in Den Haag ging studeren, echt een opleiding voor wereldverbeteraars. Toen kreeg ik onderwijs over klimaatkwesties en ging ik die gesprekken wél voeren. De echte klap kwam echter pas in Santa Barbara. Toen ik me na mijn afstuderen verdiepte in wat Nederland allemaal deed op het gebied van klimaattransitie belandde ik bij de Jonge Klimaatbeweging. Inmiddels ben ik twee jaar voorzitter en er fulltime mee bezig.
‘Ons klimaatbeleid is gericht op laaghangend fruit, terwijl we onze maatschappij en economie anders moeten gaan inrichten. We kunnen de klimaatdoelen nog halen. Maar als we binnen de 1,5 graad temperatuurstijging willen blijven, moet de manier waarop we onze werkweek indelen, welk voedsel we eten en hoe we reizen wel allemaal veranderen. Dat durven we nog niet, maar het is cruciaal.

‘Het gaat in het debat vrijwel altijd over wat mensen wordt afgenomen. Dat helpt niet als je dingen wilt veranderen. Het kan ook een betere wereld voor iedereen worden, de politiek moet dat verhaal ook vertellen. Wij kiezen voor een positieve invalshoek. In onze Jonge Klimaatagenda 3.0 staat hoe een klimaatneutrale samenleving er in 2040 uit kan zien.
‘We hebben met minister Kaag van Financiën gesproken over hoe de economie kan worden veranderd. We moeten af van het model waarin we alleen sturen op de groei van het bruto binnenlands product,en investeringen afstemmen op hoe we brede en duurzame welvaart kunnen realiseren, rekening houden met wat goed is voor de natuur en hoe mensen zich voelen. Zijn ze gelukkig en veilig?
Buzzword
‘In de maatschappij die wij voor ogen hebben is het niet langer zo dat je voor je baan de hele week van negen tot vijf ergens op een kantoor zit. Er moet ruimte komen om meer werk te steken in de opbouw van onze omgeving. Dat je bijvoorbeeld beloond wordt voor het opzetten van een energiecoöperatie om de buren van het gas af te helpen.
‘De minister is het volledig met ons eens, dat was het makkelijke gedeelte. Maar het idee van brede welvaart is nu vooral nog een buzzword in de politiek: leuk, maar we stoppen er niet veel aandacht en energie in. Alle knappe koppen in de wereld moeten hierop gaan zitten en niet één onderzoeksgroepje bij een planbureau in Den Haag. Laten we in Nederland het voortouw nemen en deskundigen hiernaartoe halen om zoiets te ontwikkelen.
‘Wij willen ervoor zorgen dat het klimaat bij steeds meer mensen gaat leven. Het proces van informeren en overtuigen duurt echter lang. Ik snap dat er activisten zijn die zeggen: genoeg gepraat. Ik moet heel goed opletten met wat ik daarover zeg, want ik wil niet de politie aan de deur. Dat is helaas ook de realiteit.
‘Ik begrijp het pad dat Extinction Rebellion bewandelt en herken ook de wanhoop die activisten voelen. Burgerlijke ongehoorzaamheid is ook een heel effectieve manier om voor verandering te zorgen. Onze werkwijze is echter anders. We vullen elkaar mooi aan, laten samen het bewustzijn groeien. Ik heb me nooit vastgelijmd aan een schilderij maar haal energie uit het overtuigen van bijvoorbeeld politici.
Kopgroep nodig
‘En dat heeft resultaat. Tijdens de onderhandelingen over het huidige kabinet is het gelukt om bepaalde zaken in het coalitieakkoord te krijgen. Bijvoorbeeld de generatietoets op klimaatbeleid waarmee in kaart wordt gebracht wat de lange termijn impact is van besluiten. Verder komt er een wetenschappelijke adviesraad over hoe zaken op klimaatgebied versneld kunnen worden.
‘Er zijn partijen die niets moeten hebben van klimaatbeleid en de groeiende polarisatie moeten we uiteraard niet ontkennen. Daar staat tegenover dat er in de zes jaar die we bestaan meer partijen dan ooit bereid zijn om te praten over concrete klimaatplannen. Het gros van de Nederlanders maakt zich echt zorgen over klimaatverandering en wil actie.
‘Ik raak er niet door gefrustreerd dat niet iedereen onze boodschap wil horen. Als je met mensen in gesprek gaat die zeggen dat het klimaat hen niet interesseert, blijkt vaak al snel dat ze zich wel degelijk zorgen maken. Alleen is niet iedereen bereid om zijn gedrag te veranderen. Het is ook niet nodig dat je iedereen meekrijgt. Je hebt een kopgroep nodig die de status quo doorbreekt. Bij de vrouwenbeweging was dat ook zo. De rest volgt dan uiteindelijk toch wel.’
‘Mijn Annie Romein-Verschoor Lezing gaat over wat klimaatactivisten kunnen leren van de feministische beweging’, zegt Aniek Moonen. ‘Het veranderen van het systeem is essentieel en dat is de vrouwenbeweging daadwerkelijk gelukt. Het begon met protesten en acties van voornamelijk vrouwen, maar gaandeweg lukte het hen om ook steeds meer mannen mee te krijgen. De rol van vrouwen in de samenleving is daardoor compleet anders geworden.
‘De klimaatbeweging begon als een scholierenprotest, dat is ook veranderd. Steeds vaker sluiten ouders en grootouders zich bij demonstraties aan. Die hebben minder te maken met de gevolgen van klimaatverandering en betalen zelfs, als er ingrijpende maatregelen volgen, een hogere prijs. Toch kiezen ze voor de volgende generaties boven persoonlijk gewin. Die ontwikkeling moeten we doorzetten, dan kunnen we de draai maken.
‘De klimaatbeweging is heel erg divers maar opvallend genoeg zijn veel van de boegbeelden vrouwen. In het bedrijfsleven en politiek is dat juist niet zo. Er zijn verschillende theorieën over. Is het bereidheid onbetaald werk te doen? Speelt het hebben van meer empathie een rol?
‘Zelf heb ik ook met seksisme te maken. Bij gesprekken waar ik aanschuif, ben ik vaak een van de weinige vrouwen aan tafel en ook de enige onder de veertig. Dan word je niet altijd serieus genomen. Ik moet dan hard mijn best doen om te laten zien dat ik zinnige dingen te vertellen heb.’
‘Als ik te gast ben bij de radio en tv krijg ik van oudere mannen te horen: “Je zult dit wel spannend vinden hè, maar het komt allemaal goed hoor.” Dat is niet slecht bedoeld, maar het uitgangspunt is wel: “Ah, wat schattig, ze zal wel heel nerveus zijn.” The devil is in the details, mijn mannelijke collega’s krijgen namelijk nooit dat soort kleinerende opmerkingen. Ik raak er extra door gemotiveerd.’
Aniek Moonen, De rol van vrouwen in de klimaatbeweging. Annie Romein-Verschoor Lezing. Academiegebouw of via livestream, woensdag 8 maart, 19-22 uur
